Operation Manual

11
DEPTH 3100 Installatie Handleiding
NAVMAN
Appendix B - Problemen oplossen
Deze gids voor het oplossen van problemen gaat
ervan uit dat u de complete handleiding gelezen en
begrepen heeft.
Het is vaak mogelijk om moeilijkheden op te lossen
zonder dat het apparaat voor reparaties naar de
fabriek hoeft worden gezonden. Wij verzoeken u
vriendelijk om deze sectie door te lezen voordat u
contact opneemt met uw NAVMAN-dealer.
Geen van de onderdelen dient door de gebruiker
onderhouden te worden. Om waterdichtheid en het
correct n in elkaar zetten te checken zijn
specifieke methodes en testinstrumenten nodig.
Reparaties dienen alleen uitgevoerd te worden
door servicecenters die door NAVMAN NZ Limited
zijn goedgekeurd. Gebruikers die zelf hun DEPTH
3100 onderhouden maken de garantie ongeldig.
U kunt meer informatie vinden op onze website:
www.navman.com
1 Problemen bij inschakelen apparaat:
a Zekering doorgebrand of stroom
onderbroken door stroomonderbreker.
b Voltage accu ligt niet tussen 10.5 to
16.5 V DC.
c Electriciteits/data kabel beschadigd.
2 Diepteweergave klopt niet of vertoont
onregelmatigheden:
a Apparaat is tijdelijk niet in staat om de
bodem waar te nemen, bijv. omdat het
water te diep, te ondiep of te troebel is,
omdat de boot achteruitvaart of omdat de
transducer zich in woelig water bevindt.
b Dieptetransducerkabel is losgeraakt of
beschadigd.
c Dieptetransducer is vies of beschadigd.
Controleer op viezigheid, beschadigingen
of een te dikke laag verf over de
transducer.
d Dieptetransducer is niet correct geïnstalleerd
of het water vloeit er niet gladjes en helder
over. Herzie installatie.
e Storing door ultrasone golven van een
andere dieptepeiler.
f Storing door electrische ruis. Herzie
installatie.
Om de transducer te controleren vervangt u
deze tijdelijk door een goed functionerende
transducer. Houdt deze transducer over boord
in het water en controleer of er een diepte
weergegeven wordt.
3 Het woord SIMULATE flikkert in de
linkerbovenhoek van het scherm, waarden
zijn onverwacht:
a Apparaat op de simulatie-instelling (zie
sectie 2-4).
4 Het beeldscherm beslaat:
a Vochtige lucht is door het luchtgat de
achterkant van het apparaat binnengedrongen.
Zorg dat de boot gelucht wordt of gebruik
apparaat met felste achtergrondverlichting.
b Water is door het luchgat de achterkant
binnengedrongen. Retourneer het apparaat
voor onderhoud.