Operation Manual

Gebruikershandboek NAVIGON 81xx
- 14 - Voordat u begint
apparaat in zijn houder wordt geplaatst, kan het actuele
verkeersinformatie ontvangen. Indien gewenst kan het de route
dynamisch wijzigen, om b.v. een file te ontwijken.
Navigatie-apparaat in de houder plaatsen
Op de achterkant van het navigatie-apparaat bevindt zich een ring die
in de ring van de apparaathouder past.
1. Houd de kop van de apparaathouder zodanig dat de knop zich
boven bevindt.
2. Laat de bovenkant van het navigatie-apparaat iets in uw richting
hellen.
3. Plaats de uitsparing op de ring van het navigatie-apparaat passend
in de ring van de houder. (zie afbeelding)
4. Druk het apparaat tegen de houder, zodat het hoorbaar vastklikt.
Navigatie-apparaat uit de houder nemen
1. Druk op de knop aan de bovenkant van de apparaathouder.
2. Laat het navigatie-apparaat iets in uw richting hellen.
3. Neem het uit de houder.
2.5 Navigatie met GPS
GPS is gebaseerd op in totaal minimaal 24 satellieten, die rond de
aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden.
De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de
verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten
zijn eigen geografische positie.
Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig
van ten minste drie satellieten. Met de gegevens van vier of meer
satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel worden bepaald. De
positiebepaling gebeurt daarbij tot op drie meter nauwkeurig.
Wanneer het navigatiesysteem uw positie heeft bepaald, kan deze
positie als uitgangspunt dienst doen voor een routeberekening.