Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 72 Easy | 72 Plus | 72 Premium
- 70 - Nuttige functies
9.1.5 Routeprofielen beheren
Door de gebruiker gedefinieerde routeprofielen kunnen worden
bewerkt, een nieuwe naam krijgen en worden gewist.
Routeprofiel bewerken
1. Druk in de knoppenbalk op (Navigatie-opties) >
Routeprofiel.
Het venster ROUTEPROFIELEN wordt geopend.
2. Druk op de knop (Lijst) naast het routeprofiel dat u wilt
bewerken.
3. Leg de gewenste instellingen vast.
4. Druk op OK.
De instelling Gebruik van tolwegen bestaat uit meerdere afzonderlijke
instellingen. U kunt bijv. voor elk land met vignetplichtige
autosnelwegen vastleggen of u deze wegen wilt gebruiken voor de
navigatie.
1. Druk op de knop (Wijzigen) naast de instelling Gebruik van
tolwegen.
Het venster GEBRUIK VAN TOLWEGEN wordt geopend.
2. Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja, Nee,
Altijd vragen).
Als u de instelling Altijd vragen activeert, wordt u telkens wanneer
de routepreview een route over een tolweg wil berekenen,
gevraagd of u dit soort tolwegen wilt gebruiken. U kunt deze
instelling dan ook vastleggen voor toekomstige ritten.
Routeprofiel nieuwe naam geven
1. Druk in de knoppenbalk op (Navigatie-opties) >
Routeprofiel.
Het venster ROUTEPROFIELEN wordt geopend.
2. Druk op (Meer) > Wijzigen.
3. Druk op de knop (Herbenoemen) naast het routeprofiel dat u
een nieuwe naam wilt geven.
4. Voer de nieuwe naam voor het routeprofiel in.
5. Druk op Opslaan.
Opmerking: Basisprofielen kunnen geen nieuwe naam krijgen.