Operation Manual

Gebruikershandboek NAVIGON 72 Easy | 72 Plus | 72 Premium
Het navigatiesysteem configureren - 105 -
Te herkennen door anderen: Leg vast of het navigatieapparaat herkenbaar
moet zijn voor andere apparaten die geschikt zijn voor Bluetooth (met
name mobiele telefoons) (Ja of Nee).
Laatste verbinding tot stand brengen: Leg vast of de verbinding met de laatst
verbonden mobiele telefoon automatisch weer tot stand mag worden
gebracht, zodra hij weer binnen bereik komt (Ja of Nee).
Telefoonboek sorteren op: Leg vast volgens welke kolom het telefoonboek moet
zijn gesorteerd (Voornaam of Achternaam). Deze instelling heeft alleen
betrekking op de weergave van het telefoonboek in het
navigatieapparaat.
Informatie over de bediening van het instellingsvenster vindt u in "Het
navigatiesysteem configureren", pagina 105.
Opmerking:
Om ervoor te zorgen dat de laatste verbinding zonder
verder vragen tot stand kan worden gebracht, moet het
navigatieapparaat in uw mobiele telefoon zijn opgeslagen als
"geautoriseerd" of "geautoriseerd apparaat" (de precieze bewoording
kan afhankelijk van de fabrikant variëren).
Opmerking: De instellingen Te herkennen door anderen en Andere
mogen verbinden hebben alleen uitwerking als de Bluetooth-functie
geactiveerd is.
Alleen wanneer beide instellingen op Ja werden gezet, kan een
Bluetooth-verbinding ook vanaf de mobiele telefoon worden gestart.
11 Het navigatiesysteem configureren
Het venster INSTELLINGEN is het uitgangspunt voor alle aanpassingen
waarmee u het navigatiesysteem naar uw persoonlijke voorkeur instelt.
Meer informatie over het kiezen en configureren van een routeprofiel
vindt u in het hoofdstuk "Routeprofielen", pagina 68.
Instellingen kunnen via de knop (Meer) in het venster
NAVIGATIE en in vele andere vensters van de navigatietoepassing
worden bereikt.
Druk in het venster NAVIGATIE op (Meer).
Het venster INSTELLINGEN wordt geopend.