Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 70 Easy | 70 Plus Live
- 66 - Werken met de kaart
7.6.4 Navigatie in de modus Offroad
Opmerking: Deze modus wordt niet actief, wanneer u voor de
navigatie een routeprofiel voor voetgangers heeft gekozen. Deze
profielen herkent u aan het symbool
(Voetganger).
Deze wordt ook niet actief, wanneer u langs een track navigeert. (Zie
"Navigatie in de modus Track", pagina 65)
Als u een bestemming heeft opgegeven die buiten het gedigitaliseerde
wegennet ligt, gaat de navigatie eerst in de modus Voertuig tot aan het
punt van het gedigitaliseerde wegennet dat het dichtst bij de
bestemming ligt. Van daaruit wordt de navigatie in de modus Offroad
voortgezet.
Als de actuele positie aan het begin van de navigatie buiten het
gedigitaliseerde wegennet ligt, gaat de navigatie eerst in de modus
Offroad tot aan het dichtstbijzijnde punt van het gedigitaliseerde
wegennet. Daarna wordt zij in de modus Voertuig voortgezet.
De navigatie in de modus Offroad functioneert net zoals de navigatie in
de modus Voetganger. (Zie "Navigatie in de modus Voetganger",
pagina 63)
Er zijn maar weinig verschillen:
► De afgelegde weg wordt niet weergegeven.
► De functie Route herberekenen is niet beschikbaar.
7.6.5 Opties van de kaart in de modus Navigatie
1. Laat de knoppenbalk in het scherm tonen. (Zie "Dynamische
knoppenbalk", pagina 66)
2. Druk op
(Opties).
Een venster met meerdere knoppen wordt geopend.
De belangrijkste functies voor de navigatie zijn bereikbaar via de
knoppen met pictogrammen.
U treft verdere functies aan, wanneer u op een van de knoppen
Bestemming, Route, Diensten of Algemeen drukt.
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
"Opties" op pagina 49.
7.6.6 Navigatie beëindigen
De navigatie wordt in alle modi op dezelfde manier beëindigd:
► Druk op (Terug), om de navigatie te beëindigen. Een
dialoogvenster vraagt u om een bevestiging.