Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 42 Easy | 42 Plus | 42 Premium
- 70 - Nuttige functies
3. Druk op (Kopiƫren) rechts naast het routeprofiel dat u wilt
gebruiken als basis voor het nieuwe profiel.
4. Voer in het venster N
AAM VAN ROUTEPROFIEL een naam voor het
nieuwe routeprofiel in.
5. Druk op Opslaan.
6. Pas het routeprofiel aan uw behoeften aan.
7. Druk op OK.
Het nieuwe routeprofiel verschijnt in het venster WIJZIGEN.
8. Druk op OK.
Het nieuwe routeprofiel verschijnt in de lijst ROUTEPROFIELEN.
9.1.4 Routeprofiel selecteren
1. Druk in de knoppenbalk op (Navigatie-opties) >
Routeprofiel.
Het venster ROUTEPROFIELEN wordt geopend.
2. Druk op de naam van het routeprofiel dat u wilt gebruiken.
3. Druk op OK.
9.1.5 Routeprofielen beheren
Door de gebruiker gedefinieerde routeprofielen kunnen worden
bewerkt, een nieuwe naam krijgen en worden gewist.
Routeprofiel bewerken
1. Druk in de knoppenbalk op
(Navigatie-opties) >
Routeprofiel.
Het venster ROUTEPROFIELEN wordt geopend.
2. Druk op de knop
(Lijst) naast het routeprofiel dat u wilt
bewerken.
3. Leg de gewenste instellingen vast.
4. Druk op OK.
De instelling Gebruik van tolwegen bestaat uit meerdere afzonderlijke
instellingen. U kunt bijv. voor elk land met vignetplichtige
autosnelwegen vastleggen of u deze wegen wilt gebruiken voor de
navigatie.
1. Druk op de knop
(Wijzigen) naast de instelling Gebruik van
tolwegen.
Het venster GEBRUIK VAN TOLWEGEN wordt geopend.
2. Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja, Nee,
Altijd vragen).