Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 42 Easy | 42 Plus | 42 Premium
- 64 - Werken met de kaart
1 De richting waarin uw bestemming ligt, wordt aangegeven (rode
driehoek).
2 Het traject dat u al heeft afgelegd, is in groene kleur gemarkeerd.
3 Het kompas geeft aan waar het noorden is.
4 Hier wordt de schaal van het weergegeven kaartfragment
weergegeven. De lengte van de liniaal komt overeen met de
weergegeven afstand.
5 De actuele positie wordt weergegeven (oranje pijl). U kunt zien in welke
richting u zich beweegt.
6 De route die aan de hand van het gedigitaliseerde wegennet werd
berekend, is in oranje kleur gemarkeerd.
7 In dit veld ziet u de resterende afstand tot de bestemming
(hemelsbreed).
De kaart bedienen
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u
ziet minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u
ziet meer details.
Positie centreren: U kunt tijdens de voetgangersnavigatie het
weergegeven kaartfragment verschuiven om de omgeving op de
kaart te zien. Eventueel is dan uw actuele positie niet meer op het
aangegeven kaartfragment te zien.
► Druk op de knop Positie centreren, als uw actuele positie niet meer
op het weergegeven kaartfragment te zien is.
Uw actuele positie wordt weer op de kaart aangegeven.
Route herberekenen: Voert een nieuwe berekening van de route
uit. Gebruik deze functie, als u ver van de berekende route bent
afgedwaald en een nieuw routevoorstel wilt krijgen.
8.4.3 Opties van de kaart in de modus Navigatie
1. Druk in de kaart om de knoppenbalk te tonen.
2. Druk op
(Navigatie-opties).
Er wordt een venster met meerdere knoppen geopend, via welke u
toegang heeft tot de belangrijkste functies voor de kaart.