Operation Manual

Gebruikershandboek NAVIGON 20 EASY | 20 PLUS
Nuttige functies - 69 -
2. Druk op de knop (Actueel routeprofiel). Op deze knop kan ook
een ander symbool zijn weergegeven.
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u wilt wissen.
4. Druk op Opties
> Wissen.
5. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
6. Druk op Ja
.
Opmerking: Basisprofielen kunnen niet worden gewist.
8.2 MyPOIs: Eigen POI's
U kunt bestanden met eigen POI's samenstellen. Het navigatiesysteem
moet in een bepaalde map kunnen beschikken over deze bestanden.
Wanneer u eigen POI's voor de navigatie wilt selecteren, vindt u deze
onder de POI's in de categorie MyPOIs. Elk bestand met eigen POI's
wordt als subcategorie vermeld. Elke subcategorie kan een zelf
aangemaakt pictogram hebben waarmee uw bestemmingen op de kaart
worden weergegeven.
Opmerking: Het navigatieapparaat kan maximaal 1.000 POI's inlezen.
Deze bestemmingen mogen in maximaal 40 subcategorieën zijn
onderverdeeld.
8.2.1 Eigen bestemmingen aanmaken
1. Open een leeg document in een editor die bestanden in UTF8-code
kan opslaan (bijv. MS Notepad, Microsoft Word).
Opmerking: De volgende beschrijving gaat uit van het gebruik van
MS Notepad als editor. Bij gebruik van een andere editor kunnen het
opslaan en de UTF-8-codering van het bestand (punt 4- 9) afwijken van
deze beschrijvin
g.
2. Leg voor elke bestemming een gegevensrecord (een regel) in de
volgende vorm aan:
Lengtegraad. Begin de invoer met een min-teken, als u een
westelijke lengtegraad wilt invoeren. Het opgeven van de
lengtegraad moet als decimaal getal gebeuren, het decimale
scheidingsteken moet een punt zijn.
Komma (als lijstscheidingsteken)
Breedtegraad. Begin de invoer met een min-teken, als u een
zuidelijke breedtegraad wilt invoeren. Het opgeven van de
breedtegraad moet als decimaal getal gebeuren, het decimale
scheidingsteken moet een punt zijn.