Operation Manual

Gebruikershandboek NAVIGON 20 EASY | 20 PLUS
- 66 - Nuttige functies
8.1.1 Instellingen van de routeprofielen
Een routeprofiel bestaat uit meerdere instellingen:
Snelheidsprofiel: legt de manier van voortbeweging vast (bijv. Fiets,
Voetganger
, Auto, ...).
Soort route: legt de soort route vast die moet worden berekend
(bijv. Korte route
, Snelle route, ...).
Rekening houden met filemeldingen: legt vast of bij de
routeberekening rekening moet worden gehouden met
verkeersinformatie.
Autosnelwegen, Veerponten, Straten alleen voor aanwonenden:
legt vast of dit soort wegen mogen worden gebruikt.
Gebruik van tolwegen: legt vast of vignet- en tolplichtige wegen
mogen worden gebruikt bij de routeberekening.
Druk op de knop (Wijzigen).
Het venster G
EBRUIK VAN TOLWEGEN wordt geopend.
Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja,
Nee
, Altijd vragen). (Zie ook "Het navigatiesysteem
configureren", pagina 88)
Als u de instelling Altijd vragen
activeert, wordt u telkens als uw
route over een tol- of vignetplichtige weg kan gaan, gevraagd
om de betreffende instelling(en) vast te leggen.
Bij elke instelling is er een knop
(Help). Wanneer u daarop drukt,
vindt u een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling.
Het aantal mogelijke instellingen is afhankelijk van het gekozen
snelheidsprofiel. Voor het snelheidsprofiel Voetganger
zijn bijvoorbeeld
de instellingen Autosnelwegen
en Gebruik van tolwegen niet aanwezig.
8.1.2 NAVIGON basisprofielen
Voor elk snelheidsprofiel is al een basisprofiel gedefinieerd.
Fiets
Voetganger
Vrachtwagen
Motor
Auto
Het snelheidsprofiel van een basisprofiel kan niet worden gewijzigd. De
andere instellingen kunt u aan uw behoeften aanpassen.