Operation Manual

Gebruikershandboek Move&Fun
Wachtwoordbeveiliging - 21 -
4 Wachtwoordbeveiliging
Het navigatieapparaat kan door instellen van een wachtwoord worden
beveiligd tegen gebruik door onbevoegden. Er wordt altijd gevraagd
naar het wachtwoord, wanneer het apparaat niet in uw voertuig is
gemonteerd en wordt ingeschakeld.
Zodra het apparaat in een voertuig is gemonteerd, wordt door het
voertuig het individuele kengetal ervan doorgegeven. Zo kan het
apparaat vaststellen of het in het 'goede' voertuig is gemonteerd. In dit
voertuig wordt er slechts één keer naar het wachtwoord gevraagd.
4.1 Wachtwoordbeveiliging activeren
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging.
Het venster NIEUW WACHTWOORD wordt geopend.
2. Voer in het veld Nieuw wachtwoord een wachtwoord in en druk op
Verder.
3. Voer dit wachtwoord nog een keer in het veld Wachtwoord
bevestigen in.
4. Druk op Inschakelen.
Opmerking: Het wachtwoord moet uit precies 4 cijfers bestaan.
4.2 Wachtwoord wijzigen
1. Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging.
Het venster WACHTWOORD INVOEREN wordt geopend.
2. Voer in het veld Wachtwoord invoeren het tot nu toe geldige
wachtwoord in.
3. Druk op Wachtwoord wijzigen.
Het venster NIEUW WACHTWOORD wordt geopend.
4. Voer in het veld Nieuw wachtwoord een wachtwoord in en druk op
Verder.
5. Voer dit wachtwoord nog een keer in het veld Wachtwoord
bevestigen in.
6. Druk op Inschakelen.
Opmerking: Het nieuwe wachtwoord moet uit precies 4 cijfers bestaan.