Operation Manual
Gebruikershandboek NAVIGON 14xx | 24xx
- 24 - Navigatie
2. Druk in het venster ADRES op Opties > Coördinaten invoeren.
Het venster C
OÖRDINATEN INVOEREN wordt geopend.
Invoer als decimaal getal
3. Voer de breedtegraad in.
Begin de invoer met een min-teken, als u een zuidelijke
breedtegraad wilt invoeren.
4. Voer de lengtegraad in.
Begin de invoer met een min-teken, als u een westelijke
lengtegraad wilt invoeren.
Invoer met minuten / seconden
3. Voer de breedtegraad in.
Gebruik voor de invoer van de eenheden de betreffende knoppen
die op het toetsenbord verschijnen:
(graden), (minuten), (seconden).
De knop (N Z) naast het invoerveld geeft aan of het gaat om een
noordelijke of zuidelijke breedtegraad.
► Druk op de knop, als u de actuele instelling wilt wijzigen.
4. Voer de lengtegraad in.
Gebruik voor de invoer van de eenheden de betreffende knoppen
die op het toetsenbord verschijnen:
(graden), (minuten), (seconden).
De knop (O W) naast het invoerveld geeft aan of het gaat om een
oostelijke of westelijke lengtegraad.
► Druk op de knop, als u de actuele instelling wilt wijzigen.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes
staat of meerdere routevoorstellen moeten
worden berekend (Ja
) of niet (Nee).
► Druk op de knop MyRoutes, om de instelling te wijzigen.
5. Druk op Navigatie
, om naar het opgegeven adres te navigeren.
- of -
Druk op Parkeren
, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
Opmerking: Als de bestemming waarvan u de coördinaten invoert, niet
ligt op het wegennet dat de kaart bestrijkt, dan vindt de navigatie tot aan
het dichtstbij gelegen wegpunt plaats in de modus die is vastgelegd
door het gekozen routeprofiel. Vanaf dit punt wisselt het
navigatiesysteem automatisch naar de modus Offroad. (Zie "Navigatie
in de modus Off
r
oad", pagina 54)