Operation Manual

Table Of Contents
Gebruikershandboek NAVIGON 12xx | 22xx
Navigatie - 35 -
Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar.
1. Druk op het veld Routepunt toevoegen
.
Het menu R
OUTEPUNT wordt geopend.
2. Druk op de knop voor de gewenste manier om de bestemming op
te geven.
3. Geef het routepunt op. (Zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"
Bestemming opgeven", pagina 24 e.v.)
4. Druk op To
evoegen
.
Het gekozen routepunt is nu naast zijn volgnummer te zien.
Herhaal deze stappen voor elke verdere bestemming die u aan de route
wilt toevoegen.
5.4.3 Routepunten bewerken
Routepunten kunnen uit een route worden gewist. De volgorde van de
routepunten kan naar believen worden veranderd.
Opmerking: Het startpunt (volgnummer "0") kunt u noch verschuiven
noch wissen. U kunt echter een ander routepunt naar het startpunt
maken.
Druk op het routepunt dat u wilt bewerken.
Het contextmenu bevat de volgende knoppen:
Routepunt naar voren
:schuift het gekozen routepunt verder naar
voren. (Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 1)
Routepunt naar achter
schuift het gekozen routepunt verder naar
achter. (Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 3)
Wissen
: Wist het geselecteerde routepunt. Een dialoogvenster
vraagt u om het wissen te bevestigen.
5.4.4 Routes beheren
Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan.
Opmerking: Alleen het startpunt en de routepunten worden
opgeslagen, maar niet de berekende route. Wanneer u een opgeslagen
route laadt, moet deze vóór de navigatie opnieuw worden berekend.
Opgeslagen routes kunt u laden, een nieuwe naam geven of wissen.