Operation Manual

| 41
Gebruik van de stuurautomaat | Zeus Touch Gebruikershandleiding
De waypoint aankomstcirkel
Met de Aankomst radius de nieert u het punt waarop een wending wordt gestart wanneer u
op een route navigeert.
WP1
WP2
De aankomst radius moet worden aangepast afhankelijk van de vaarsnelheid. Hoe hoger
de snelheid, des te groter moet de cirkel zijn. Het is de bedoeling dat de stuurautomaat
de koersverandering op tijd start, zodat een soepele wending naar de nieuwe etappe kan
worden gemaakt.
Onderstaande afbeelding kan worden gebruikt om een geschikte aankomstcirkel te bepalen
bij het aanmaken van een route.
1
5
10
15
2
0
2
5
30
2345678910111213
Voorbeeld: bij een bootsnelheid van 20 knopen moet u een aankomstcirkel van 0,09 nm
kiezen.
NB: de afstand tussen waypoints in een route mag niet kleiner zijn dan de radius van de way-
point aankomstcirkel bij automatisch doorgaan naar waypoints.
Zeilen met de stuurautomaat
Er moeten diverse zeilparameters worden ingesteld alvorens de Wind of WindNav modus te
activeren. Deze parameters worden in de afzonderlijke installatiehandleiding beschreven.
Windvaan besturing
De WIND stand is alleen beschikbaar als het systeem in het stuurautomaat installatiemenu
voor een zeilboot is ingesteld.
Alvorens de WIND stand te starten, moet worden gecontroleerd of er geldige invoer van een
windtransducer beschikbaar is.
Start de windvaan besturing als volgt:
1. Zet de stuurautomaat in de AUTO stand.
2. Pas de vaarrichting van de boot aan, zodat de windhoek overeenkomt met de hoek die u wilt
handhaven.
3. Druk op de MENU toets en selecteer Wind.
Aankomst cirkels
Aankomstcirkel,
radius in 1/100 nm
Bootsnelheid in
knopen