Operation Manual

15
Gebruik
4.4.5.2. Loophulp
De loophulp is bedoeld om de fiets met u mee te laten rijden,
bijvoorbeeld wanneer de fiets uit een dieper gelegen
fietsenstalling omhoog geduwd moet worden. Bij de loophulp-
functie zal de fiets met max. 6 km/u rijden.
Om de loophulp te activeren houdt u de loophulp-knop
ingedrukt. Zodra de knop losgelaten wordt of wanneer er met
de achterrem geremd wordt, zal de loophulp uitschakelen.
Gebruik de loophulp alleen om de fiets naast u mee te laten
rollen, nooit om vanaf stilstand mee weg te rijden!
Gebruik de loophulp alleen als u naast de fiets loopt, nooit
wanneer u op de fiets zit! Dit zou het systeem kunnen
overbelasten met schade tot gevolg!
4.5. Laden
De accu kan zowel op de fiets als los opgeladen worden. De accu
is eenvoudig uit de drager te verwijderen door het contactslot
naar de open-stand te draaien en de accu uit de drager te
schuiven.
Om de accu op te laden, steekt u eerst de stekker van de lader
in het stopcontact. Verwijder vervolgens de rubberen
beschermkap uit de laadplug aan de zijkant van de accu en sluit
de accu aan op de lader. U kunt iedere 230 Volt (220-240V~,
50Hz) contactdoos gebruiken.
Afhankelijk van uw fiets wordt er een 5A (type SC1150B-30V) of
1,6A lader (type RL07-16P3) meegeleverd. De laadtijden voor
deze laders bedragen respectievelijk ongeveer 4 en 8 uur als de
accu leeg is.
Let op!