Operation Manual
Nederlands Gebruiksaanwijzing
84
Motor wil niet starten. In de winter: olie heeft
verkeerde viscositeit.
Zie de gebruiksaanwijzing van de motor.
Defect in elektrische start. Door gespecialiseerd bedrijf laten nazien.
Motor loopt onregelmatig of
stottert.
Fout in elektrische
verbindingen.
Instelling van motor laten controleren.
Brandstofleidingen verstopt. Door gespecialiseerd bedrijf laten nazien.
Verontreinigde brandstof. Door gespecialiseerd bedrijf laten nazien.
Luchtfilter sterk verontreinigd. Luchtfilter reinigen of vervangen
(zie gebruiksaanwijzing van de motor).
Motor oververhit.
Waarschuwingslamp
motortemperatuur brandt.
Machine onmiddellijk uitschakelen en
laten afkoelen!
Te weinig koelvloeistof. Controleren, indien nodig bijvullen.
Vuil of defect koelsysteem. Door gespecialiseerd bedrijf laten nazien.
Luchtfilter ontbreekt of is vuil. Zie gebruiksaanwijzing van de motor.
Te weinig olie. Olie bijvullen. Zie gebruiksaanwijzing van de
motor.
Motor walmt ongewoon. Machine onmiddellijk uitschakelen!
Te veel motorolie. Oliepeil controleren. Zie gebruiksaanwijzing
van de motor.
Motor defect. Laat de motor door een gespecialiseerd
bedrijf controleren.
Sterke trillingen, ongewone
geluiden.
Beschadigde motor of defect
aan rijmechanisme.
Machine onmiddellijk uitschakelen! Door
gespecialiseerd bedrijf laten nazien
Fout in elektrisch systeem. Zekering defect. Vervang de zekering.
Oliedruklampje brandt terwijl
motor loopt.
Te weinig olie. Machine onmiddellijk uitschakelen.
Oliepeil controleren en indien nodig bijvullen.
Indien nodig door gespecialiseerd bedrijf
laten nazien.
Controlelampje gloeibougie
gaat niet branden als de
ontsteking ingeschakeld
wordt.
Gloeilamp defect. Door gespecialiseerd bedrijf laten nazien.
Fout in elektrisch systeem. Door gespecialiseerd bedrijf laten nazien.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing