Operation Manual

Nederlands Gebruiksaanwijzing
82
Gloeilampen van achterlicht
vervangen
Draai de lampfitting tegen de
richting van de wijzers van de
klok, totdat de lipjes van de fitting
tegenover de inkepingen in de
achterlichtreflector staan.
Trek na het op één lijn brengen de
fitting voorzichtig uit de achter-
lichtreflector.
Trek de lamp uit de fitting en
vervang deze door een nieuw
exemplaar.
Breng de lipjes van de fitting op
één lijn met de inkepingen in de
reflector en steek de fitting
voorzichtig naar binnen. Draai de
fitting met de wijzers van de klok
mee vast.
Gloeilampen van knipperlicht
vervangen
Draai de schroeven van het
lampglas los en verwijder het
lampglas.
Druk de lamp iets aan en draai de
lamp tegen de richting van de
wijzers van de klok om deze uit de
lampfitting te draaien.
Breng de lamp op één lijn met de
sleuf van de fitting, druk de lamp
in de fitting en draai deze in de
richting van de wijzers van de klok
in de fitting.
Bevestig het lampglas weer met
de schroeven.
Zekeringen vervangen
De elektrische installatie van de
tractor is door zekeringen
beschermd tegen schade door te
hoge stroomsterkte. Vervang
zekeringen altijd door zekeringen
van dezelfde sterkte. Controleer op
defecte zekeringen als de
elektrische installatie niet werkt.
Als er vaker elektrische zekeringen
defect zijn, dient u de elektrische
installatie door een gespecialiseerd
bedrijf te laten controleren.
Zekering in kabelboom
De zekeringen in de kabelboom (3)
van de tractor beschermen de
volledige elektrische installatie van
de tractor.
Zo vervangt u een defect zekering:
Open de motorkap en verwijder
de beplating aan de zijkant
rechts.
Lokaliseer de zekeringenhouder
(1) voor de dwarsplaat, meteen
rechts aan de binnenzijde van de
instrumentendrager.
Trek de zekering (2) uit de houder en
vervang deze door een zekering met
hetzelfde vermogen. Vervang de
zekering nooit door een zekering
met een groter ampèrevermogen.
Breng de beplating aan de zijkant
aan en sluit de motorkap weer.
Bandendruk
iÉí=çé
aÉ=ã~ñáã~~ä=íçÉÖÉëí~åÉ=
Ä~åÇÉåÇêìâ=EòáÉ =òáà â~åí=î~å=ÇÉ=Ä~åÇF=
ã~Ö=åççáí=ïçêÇÉå=çîÉêëÅÜêÉÇÉåK=
d~=Äáà=ÜÉí=çééçãéÉå=åáÉí= îççê=çÑ=çé=
ÇÉ=Ä~åÇ=ëí~~åK
De geadviseerde bandendruk
bedraagt:
Voor banden op gazon:
Bij een hogere bandendruk neemt
de levensduur van de banden af.
Controleer de bandendruk altijd
voordat u met de machine rijdt.
Band vervangen
iÉí=çé
dÉÄêìáâ=~ääÉÉå=ÉÉå=ÖçÉÇÖÉâÉìêÇÉ=
ï~ÖÉåâêáâK=
Werk veilig. Draai de schroeven en
moeren met een draaimoments-
leutel kruisgewijs vast.
Aandraaimoment van schroeven en
moeren:
Voorwielen 74 Nm
Achterwielen 108 Nm
Accu opladen
Controleer de accuspanning met
een voltmeter. Laad de accu op
volgens de tabel met een acculader
(maximale laadstroom 12 volt,
10 ampère) bij een spanning van
minder dan 12,6 volt (gelijkstroom).
Aanwijzing
Neem de beschrijving in de
gebruiksaanwijzing van het
accuoplaadapparaat in acht
Accu onderhouder
Houd de accu altijd schoon.
Voorkom kantelen van de accu.
Lekkend accuzuur!
Smeer de accupolen met poolvet.
Afmeting
Banden-
druk
Voor 23 x 9,5 – 12 0,7 bar
(0,8 max.)
Ach-
ter
31 x 12 – 15 1,0 bar
(1,3 max.)
1
2
3
Indicatie
volt-
meter
Oplaad-
toestand
van de accu
Oplaadtijd
12,7 Volt 100 %
12,4 Volt 75 % ca. 90 Min.
12,2 Volt 50 % ca. 180 Min.
12,0 Volt 25 % ca. 280 Min.