Operation Manual
Gebruiksaanwijzing Nederlands
69
Afbeelding 2
15 Tankdop
16 PTO-schakelaar voor achteruit
rijden
17 PTO-keuzehendel
18 Bedieningshendels van het cen-
trale hydraulische systeem
19 Rijhendel
20 Blikjeshouder
21 Handgrepen
22 Knipper- en remlichten
23 Kentekenhouder
24 Opbergvak
25 Aansluitcontact 12 V voor aan-
hangerb
26 Veiligheidsriem
27 Bedieningshendels van het
extra hydraulisch systeem
(optioneel)
28 Extra vastzetrem
Aanwijzing
Rolbeugel ter verduidelijking niet
afgebeeld.
Schakelaar voor
voertuigverlichting (1)
Afbeelding 1
Voor het inschakelen van
de koplampen en de
dashboardverlichting.
PTO-schakelaar (2)
Afbeelding 1
Met de PTO-schakelaar schakelt u de
PTO-aandrijving via een elektro-
mechanische koppeling in en uit.
Inschakelen
Uitschakelen
Aanwijzing:
Bij automatische uitschakeling door
het veiligheidsblokkeersysteem
(bijv. achteruitrijden bij ingeschakelde
PTO-aandrijving) dient u de
schakelaar eerst in en vervolgens uit
te schakelen om de blokkering van
de koppeling op te heffen.
Gashendel (3)
Afbeelding 3
Stel het motortoerental traploos in.
Snel motortoerental = .
Langzaam motortoerental = .
Contactslot (4)
Afbeelding 1
Starten:
Draai de sleutel naar rechts in de
stand /I tussen en . Als de
controlelamp van de gloeibougie
dooft, draait u de sleutel op tot
de motor loopt. Laat de sleutel
vervolgens los. De sleutel staat in
de stand /I tussen en .
Stoppen:
Draai de sleutel naar links op /0.
Rempedaal (5)
Afbeelding 4
Het rempedaal kan worden gebruikt
voor snel afremmen en voor
activeren en deactiveren van de
vastzetrem.
Pedaal vooruit-/
achteruitrijden (6)
Afbeelding 5
Regelt de rijsnelheid in voorwaartse
en achterwaartse richting.
Hoe verder u het pedaal indrukt, hoe
sneller het voertuig rijdt.
Pedaal naar voren
duwen om vooruit te
rijden
Pedaal loslaten (vrije
stand)
Pedaal naar achteren duwen om
achteruit te rijden
Opmerking over het pedaal
vooruit-/achteruitrijden
Laat het pedaal los als u wilt
stoppen of van richting wilt
veranderen.
Pedaal voor
differentieelblokkering (7)
Afbeelding 6
Druk het pedaal in om de
differentieelblokkering in te
schakelen. Er wordt nu kracht op
beide achterwielen overgedragen
(zie het gedeelte "Differentieel-
blokkering bedienen").
Vastzetrem (8)
Afbeelding 7
Vastzetrem (a) bedienen:
Duw het rempedaal (b) helemaal in
en druk op de schakelaar (a).
Vastzetrem losmaken:
Duw het rempedaa (b)l helemaal in.
De schakelaar komt los.
Schakelaar knipperlicht (9)
Afbeelding 1
Hiermee schakelt u de
richtingaanwijzer aan en uit.
Naar links rijden
Naar rechts rijden
Schakelaar
waarschuwingsknipperlicht
(10)
Afbeelding 1
Hiermee schakelt u de
waarschuwingsknipperlichti
nstallatie aan en uit.
Controlelamp knipperlicht en
waarschuwingslicht –
aanhanger (11)
Afbeelding 1
Claxon (12)
Afbeelding 1
Veroorzaakt een
akoestisch waarschu-
wingssignaal.