Operation Manual
Nederlands Gebruiksaanwijzing gazontractoren
54
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De starter draait niet. Zekering doorgeslagen. Als u de machine wilt starten, neemt u plaats
op de stoel en drukt u het rempedaal helemaal
in of vergrendelt u de vastzetrem.
Schakel de PTO uit.
Accu niet correct aangesloten. Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+) van
de accu en de zwarte kabel op de minpool (–).
Accu leeg of bijna leeg. Accu controleren, opladen of vervangen.
Veiligheidsblokkeersysteem
is geactiveerd.
Vervang de zekering. Wanneer de zekering
opnieuw doorslaat, moet de oorzaak worden
opgespoord (meestal kortsluiting).
Losse massakabel tussen motor
en frame.
Sluit de massakabel aan.
Starter draait, maar motor
start niet.
Verkeerde stand van choke en gas-
hendel.
Bedien de choke. Zet de gashendel op
de middelste gasstand (tussen en ).
Carburateur krijgt geen brandstof,
brandstoftank leeg.
Vul met brandstof.
Defecte of vuile bougie. Controleer de bougie. Zie het handboek voor
de motor.
Geen ontstekingsvonk. Laat de ontsteking door een gespecialiseerd
bedrijf controleren.
Motor walmt. Te veel motorolie in de motor. Schakel de machine onmiddellijk uit.
Controleer het motoroliepeil.
Motor defect. Schakel de machine onmiddellijk uit.
Laat de motor door een gespecialiseerd bedrijf
controleren.
Sterke trillingen. Beschadigde messenas of defect
maaimes.
Schakel de machine onmiddellijk uit.
Laat defecte onderdelen door een
gespecialiseerd reparatiebedrijf vervangen.
Maaimechanisme werpt
geen gras uit of maait
onzuiver.
Motortoerental te laag. Geef meer gas.
Rijsnelheid te hoog. Stel een lagere snelheid in.
Maaimessen stomp. Laat de maaimessen door een gespecialiseerd
bedrijf slijpen of vervangen.
Motor loopt, maaimecha-
nisme maait niet.
V-riem gescheurd. Laat de V-riem door een gespecialiseerd
bedrijf vervangen.










