Operation Manual

Nederlands Gebruiksaanwijzing gazontractoren
48
sççêâçã=çéÉå=îììê=Éå=îçåâîçêãáåÖ=
Éå=êççâ=åáÉíK=sìä=ÇÉ=í~åâ= î~å=
ÇÉ ã~ÅÜáåÉ=~ääÉÉå=ÄìáíÉåëÜìáëK
pí~êí=ÇÉ=ãçíçê=åáÉí=~äë=Éê=Äê~åÇëíçÑ=
çîÉêÖÉäçéÉå=áëK
sÉêïáàÇÉê=ÜÉí=îçÉêíìáÖ=î~å= ÇÉ=éä~~íë=
ï~~ê=Äê~åÇëíçÑ=áë=ÖÉäÉâí=Éå=ï~ÅÜí=
íçí ÇÉ=Äê~åÇëíçÑÇ~ã éÉå=îÉêîäìÅÜJ
íáÖÇ=òáàåK
qÉê=îççêâçãáåÖ=î~å=Äê~åÇÖÉî~~ê=
ÇáÉåí=ì=ÇÉ=îçäÖÉåÇÉ= ÇÉäÉå=îêáà=î~ å=
Öê~ë Éå=å~~ê=ÄìáíÉå=âçãÉåÇÉ=çäáÉ=
íÉ ÜçìÇÉåW=ãçíçêI=ìáíä~~íI=~Å Åì=
Éå Äê~åÇëíçÑí~åâK
dÉî~~ê
sÉêïçåÇáåÖëÖÉî~~ê=Çççê=
ÇÉÑÉÅíÉ ã~ÅÜáåÉ
dÉÄêìáâ=ÇÉ=ã~ÅÜáåÉ=~ääÉÉå=áå=çåÄÉêáëJ
éÉäáàâÉ=íçÉëí~åÇK=
`çåíêçäÉÉê=ÇÉ=ã~ÅÜáåÉ=~äíáàÇ=îáëìÉÉä=
îççê=ÖÉÄêìáâK=`çåíêçäÉÉê=áå=ÜÉí=ÄáàòçåJ
ÇÉê=îÉáäáÖÜÉáÇëîççêòáÉåáåÖÉå=Éå=ÜÉí=
ã~~áãÉÅÜ~åáëãÉ=ãÉí=ÜçìÇÉêI= ÄÉÇáÉJ
åáåÖëÉäÉãÉåíÉå=Éå=ëÅÜêçÉÑîÉêÄáåJ
ÇáåÖÉå=çé=ÄÉëÅÜ~ÇáÖáåÖÉ å=Éå= ëíÉîáÖ=
î~ëíòáííÉåK=sÉêî~åÖ=ÄÉëÅÜ~ÇáÖÇÉ=
ÇÉäÉå=îççê=ÜÉí=ÖÉ ÄêìáâK
Gebruikstijden
Neem de geldende voorschriften met
betrekking tot gebruikstijden in acht
(vraag eventueel na bij uw gemeente).
Voor elk gebruik
Controleer:
alle veiligheidsvoorzieningen,
het oliepeil van de motor
(zie motorhandboek),
de inhoud van de tank
de bandendruk,
ventilatiesleuven in het onderste
deel van het dashboard,
beplating aan de zijkant, opbouw-
apparaten, omgeving van het
luchtfilter op vuil en maairesten.
Tanken en oliepeil controleren
Aanwijzing
De motor is in de fabriek reeds met
olie gevuld. Controleer het oliepeil
en voeg indien nodig olie toe.
„Benzine, loodvrij” tanken,
zie motorhandboek.
Vul de brandstoftank maximaal
tot 2 cm onder de rand van
de vulopening.
Sluit de brandstoftank stevig.
Controleer het motoroliepeil.
Het oliepeil moet tussen de marke-
ringen „FULL/max.” en „ADD/min.”
liggen. Zie ook het handboek van
de motor.
Controleer het oliepeil de transmis-
sieolie (Afb. 28):
Machine op een recht opper-
vlak neerzetten.
Reinig de omgeving van de olie-
vulopening.
Neem de peilstok uit de olievul-
opening.
Veeg de peilstok af.
Controleer het oliepeil.
Het oliepeil moet tussen
de markeringen „FULL/max.”
en „ADD/min.” liggen.
Indien nodig olie in de vulope-
ning gieten (alleen olie voor
hydrostatische aandrijving van
het merk „Shell Rotella TTF-SB”
gebruiken – neem contact
op met uw leverancier).
Duw de peilstok naar binnen
en let op juiste plaatsing.
Bandendruk controleren
Aanwijzing
Om productieredenen kan de banden-
druk hoger dan vereist zijn.
Bandendruk controleren. Indien
nodig corrigeren (zie gedeelte
„Onderhoud”):
voren: 0,8 bar
achteren: 0,7 bar
Instellingen voor het rijden
Zet de machine op een vaste, egale
ondergrond en schakel de vast-
zetrem in.
Voer de werkzaamheden uit terwijl
de motor stilstaat.
Trek de sleutel uit het contactslot.
Bij alle werkzaamheden aan
bewegende delen:
Open de motorkap en maak de
bougiestekker los van de bougie.
Stoel van de chauffeur
instellen
Afb. 7
Neem plaats op de stoel van
de chauffeur.
Zet de stoel in de gewenste stand.
Op correct vastklikken letten!
Stuur instellen
Afb. 8
Neem plaats op de stoel van
de chauffeur.
Stuurwiel in gewenste positie
brengen. Op correct vastklikken
letten!
Instelling van de maaiwerk-
wielen (afhankelijk van model)
De maaiwerkwielen moeten in de
laagste maaiwerkstand altijd min-
stens 6–12 mm boven de grond
staan. De maaiwerkwielen zijn er niet
voor geconstrueerd om de last van
het maaiwerk te dragen.
Indien nodig gelijkmatig verplaatsen.
Motor starten
Neem plaats op de chauffeurstoel.
Maaimechanisme/toebehoren
uitschakelen: PTO uitschakelen
en maaimechanisme omhoog
zetten.
Druk het rempedaal helemaal
in en vergrendel de vastzetrem.
Rijpedaal niet bedienen
(= N-stand).
Aanwijzing
Machines met Hydrostat-aandrijving
staan in de N-stand wanneer het
gaspedaal niet wordt bediend.
Zet de gashendel op de middelste
gasstand (tussen en ).
Trek bij een koude motor de choke
uit of zet de gashendel op .
Draai de contactsleutel op
tot de motor loopt (startpoging
max. 5 seconden, wacht 10 se-
conden voor de volgende poging).
Zet de contactsleutel op
wanneer de motor loopt.
Zet de choke langzaam terug.
Zet de gashendel terug tot
de motor loopt.