Operation Manual
Gebruiksaanwijzing gazontractoren Nederlands
45
Bij levering van een ongevulde
accu (type 2)
(accu met sluitdoppen)
Afb. 2
Neem de sluitdoppen van de accu-
cellen.
Vul elke cel langzaam met accu-
zuur tot 1 cm onder de vulopening.
Laat de accu 30 minuten staan
zodat het lood het accuzuur kan
opnemen.
Controleer het zuurpeil.
Voeg eventueel accuzuur toe.
Laad de accu voor de eerste
ingebruikneming 2 tot 6 uur
op met een acculader (maximale
laadstroom 12 volt, 6 ampère).
Trek na het laden eerst de net-
stekker uit het oplaadapparaat
en maak vervolgens de klemmen
van de accu los (zie ook gebruiks-
aanwijzing van het oplaadappa-
raat).
Breng de sluitdoppen van
de accucellen aan.
Monteer de accu in de machine.
Verwijder de blinde sluiting van
de ontluchting van de accu.
Steek de ontluchtingsslang vast
en geleid deze in de machine naar
beneden. Zorg ervoor dat de slang
ongehinderd verloopt! (Afb.2b)
Klem eerst de rode kabel (+) en ver-
volgens de zwarte kabel (–) vast.
De accu hoeft later alleen met
gedestilleerd water te worden
gevuld (controle elke 2 maanden).
Houd de accu schoon.
iÉí=çé
eçìÇ=êÉâÉåáåÖ=ãÉí=ÇÉ=ãçåí~ÖÉJ
îçäÖçêÇÉ=Äáà=äçëJ=Éå=î~ëíã~âÉ å=
î~å=ÇÉ=âäÉããÉå=î~å=ÇÉ=~ÅÅìK
Montage:
Maak eerst de rode kabel
(+/pluspool) en vervolgens
de zwarte kabel (–/minpool) vast.
Demontage:
Sluit eerst de zwarte kabel
(–/minpool) en vervolgens
de rode kabel (+/pluspool) aan.
Stuurwiel monteren
Afb.2c
Stuurwiel (2) op stuuras (1) steken.
Leg de onderlegring (3) met de
bolle kant naar boven neer en
bevestig het stuurwiel met de
schroef (4).
Afdekkap (5, afhankelijk van model)
inzetten.
Bedienings- en
weergave-elementen
iÉí=çéK=
pÅÜ~ÇÉ=~~å=ÇÉ=ã~ÅÜáåÉ
eáÉê=ïçêÇÉå=ÉÉêëí=ÇÉ=ÑìåÅíáÉë=
î~å ÇÉ ÄÉÇáÉåáåÖëJ=Éå=áåÇáÅ~íáÉJ
ÉäÉãÉåíÉå=ÄÉëÅÜêÉîÉåK=
_ÉÇáÉå=åçÖ=ÖÉÉå=î~å=ÇÉ=ÄÉëÅÜêÉîÉå=
ÑìåÅíáÉëK
Afb. 1
A Contactslot met OCR-functie
B Pedaal vooruitrijden
C Pedaal achteruitrijden
D Schakelaar voor elektrisch om-
hoog zetten van het maaimecha-
nisme *
E Instelhendel voor maaihoogte *
F Hendel voor hoogte- en diepte-
instelling van maaimechanisme *
(alleen in combinatie met elek-
trisch omhoogzetten van maai-
mechanisme)
G Indicatie tankinhoud
H Hendel voor transmissie-
ontgrendeling
I Meetstok/vulopening voor trans-
missieolie
J Branststoftank/vulopening
K Opbergvak
L Blikjeshouder
M Stoelverstelhendel
N Verstelhendel stuur *
O Rempedaal
P Gashendel/choke
Q Schakelaar voor vastzetrem/
Tempomat
RChoke
S Combi-indicatie *
T Stuurwiel (niet afgebeeld)
U PTO-schakelaar
( * afhankelijk van model)
Contactslot met
OCR-functie (A)
Afb. 3
Dit contactslot is voorzien van een
OCR-functie (door de gebruiker
bestuurd achteruit maaien)
Starten:
draai de sleutel naar rechts tot
de motor loopt. Laat de sleutel ver-
volgens los. Sleutel staat op
(normale stand) en staat voorwaarts
maaien toe.
OCR-stand:
sleutel naar links van normale stand
op stand voor achteruit maaien
draaien en op de schake-
laar (1) drukken.
De controlelamp (2) brandt en geeft
aan dat er nu achteruit en vooruit met
de machine kan worden gemaaid.
Stoppen:
Draai de sleutel naar links op .
Aanwijzing
Gebruik de OCR-functie alleen indien
beslist noodzakelijk en werk anders
in de normale stand.
De OCR-functie wordt automatisch
uitgeschakeld zodra de sleutel in de
nulstand wordt gedraaid of de motor
wordt uitgeschakeld (stopstand
of uitschakeling van de motor door
het veiligheidsblokkeersysteem).
Pedaal vooruitrijden (B)
Afb. 1
Met het pedaal regelt u de rijsnelheid
in voorwaartse richting.
Pedaal achteruitrijden (C)
Afb. 1
Met het pedaal regelt u de rijsnelheid
in achterwaartse richting.
Opmerking over het pedaal
vooruit-/achteruitrijden
Hoe verder het pedaal naar voren
wordt geduwd, hoe sneller
de machine rijdt.
Laat het pedaal los als u wilt stoppen
of van rijrichting wilt veranderen.










