Operation Manual

Gebruiksaanwijzing Nederlands
39
iÉí=çé
dÉÉå=Äê~åÇëíçÑ=ãÉí=ëéÉÅáÑáÅ~íáÉ=bUR=
ÖÉÄêìáâÉåK=eÉí=ÖÉÄêìáâ=î~åê~åÇëíçÑ
=
ãÉí=ÇÉ=ëéÉÅáÑáÅ~íáÉ=bUR=
EÉíÜ~åçäÖÉÜ~äíÉ=[NRBF=â~å=íçí=
ëÅÜ~ÇÉ=~~å=ÇÉ=ãçíçê=äÉáÇÉåK=
eÉí=ÖÉÄêìáâ=î~å=åáÉíJíçÉÖÉëí~åÉ=
Äê~åÇëíçÑ=äÉáÇí=íçí=ÜÉí=îÉêî~ääÉå=î~å=
ÇÉ=Ö~ê~åíáÉK=
Voorschriften voor het
mengen van olie en benzine
Oude of verkeerd gemengde
brandstof kan de oorzaak zijn
van het niet goed lopen van het
apparaat.
Gebruik altijd schone, verse, loodvrije
benzine (hoogstens 60 dagen oud,
minimumoctaangetal: 91 ROZ).
Volg de aanwijzingen voor het juiste
mengsel van benzine en olie
nauwkeurig op.
Maak een correct mengsel van
tweetaktmotorolie en loodvrije
benzine, 1:40 (2,5 %). Meng niet
rechtstreeks in de tank.
Vullen met brandstof
Afbeelding 1
Verwijder de tankdop (4).
Vul de brandstoftank met het
mengsel van benzine en olie.
Vul de tank niet overvol!
Sluit de brandstoftank weer
stevig af.
Plaats de machine ca. 10 m van
de plaats waar wordt getankt en
van de jerrycan voordat de motor
wordt gestart.
Gebruik
dÉî~~ê
pÅÜçìÇÉêêáÉã=é~ë=å~=ÜÉí=ëí~êíÉå=
î~å=ÇÉ=ãçíçê=~~å=ÜÉí=~éé~ê~~í=
î~ëíÜ~âÉåK
Meng benzine (brandstof voor
ottomotoren) met olie. Vul de tank
met het mengsel. Zie „Olie en
benzine”.
Motor starten
Start bij koude motor
Afbeelding 9
Gashendelblokkering (2)
indrukken, gashendel (3) helemaal
indrukken en vasthouden.
Contactslot (1) in stand START
zetten.
Gashendelblokkering en
gashendel loslaten.
Opmerking
Beide hendels blijven in de
ingedrukte positie vergrendeld
(koudestartstand).
Druk de aanzuigpomp/primer (5)
langzaam en volledig 6 keer in
(afb. 10). De brandstof moet in de
pomp zichtbaar zijn. Als dat niet
het geval is, drukt u zo lang tot er
brandstof te zien is.
Chokehendel (6) in stand 1/
zetten (afbeelding 11).
Apparaat op de grond duwen.
Langzaam aan starterkoord (7)
trekken tot weerstand voelbaar
wordt. Vervolgens snel en krachtig
doortrekken tot de motor start
(afbeelding 12).
Trekstarter na de motorstart niet
laten terugschieten, maar
langzaam terugbrengen.
Motor ca. 1–2 minuten laten lopen.
Chokehendel (6) in stand 2/
zetten en motor nog 1–2 minuten
laten warmlopen (afhankelijk van de
buitentemperatuur) (afbeelding 11).
Chokehendel (6) in stand 3/
zetten (afbeelding 11).
Gashendel (3) indrukken en
vervolgens loslaten om
koudestartblokkering te
deactiveren (afbeelding 9).
Contactslot springt automatisch
in stand I/Aan terug. De motor
loopt met onbelast toerental.
Opmerking
Het apparaat is goed warmgelopen
als de motor zonder haperen op
toeren komt.
Start bij warme motor
Contactslot (1) in stand I/Aan
zetten (afbeelding 9).
Chokehendel (6) in stand 3/
zetten (afbeelding 11).
Apparaat op de grond duwen.
Langzaam aan starterkoord (7)
trekken tot weerstand voelbaar
wordt. Vervolgens snel en krachtig
doortrekken tot de motor start
(afbeelding 12).
Trekstarter na de motorstart niet
laten terugschieten, maar
langzaam terugbrengen.
Opmerking
Mocht de motor niet starten,
chokehendel (6) in stand 2/
zetten. Na het starten van de motor
chokehendel (6) in stand 3/
zetten (afbeelding 11).
Motor stoppen
Afbeelding 9
Laat de gashendel (3) los.
Laat de motor onbelast lopen
om deze te laten afkoelen.
Contactslot (1) in stand 0/Uit
zetten.
Opmerking
Als de motor bij bediening van het
contactslot niet stopt, chokehendel
(6) in stand 1/ zetten om motor te
laten stoppen (afbeelding 11). Vóór
verder gebruik van het apparaat
contactschakelaar door een
gespecialiseerde werkplaats laten
controleren.
Grastrimmer vasthouden
Houd het apparaat vast zoals
afgebeeld (afb. 13). Let op het
volgende:
Draag een oogbescherming en
geschikte werkkleding.
Stel de schouderriem op de juiste
hoogte in.
Stel de greepstang zo in dat
u deze met uw handen kunt
vastgrijpen zonder uw armen te
hoeven uitstrekken.
Het apparaat moet zich onder
taillehoogte bevinden.
Houd de snijkop parallel aan de
grond, zodat u de te maaien
planten gemakkelijk kunt bereiken
zonder voorover te hoeven buigen.
!