Operation Manual
12 Telefoonboek
OPMERKING
Als de handset niet tot de D1000/1010 serie behoort, is deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Een extern gesprek doorschakelen naar een andere handset
1.
Druk tijdens een extern gesprek op I.
- De beller wordt in de wacht gezet.
2.
Voer het nummer van de gewenste handset in of druk op * om alle handsets te bellen.
- De andere handset wordt automatisch gebeld als u twee handsets hebt.
3.
Wanneer de andere handset wordt opgenomen kunt u de beller aankondigen en dan op >
drukken om het gesprek door te schakelen. Druk als de andere handset niet opneemt op
I om weer met de beller te spreken.
Drie-weg konferentiegesprek
1.
Druk tijdens een extern gesprek op I.
- De beller wordt in de wacht gezet.
2.
Voer het nummer van de gewenste handset in of druk op * om alle handsets te bellen.
- De andere handset wordt automatisch gebeld als u twee handsets hebt.
3.
Wanneer de andere handset opneemt, kondig de beller aan en houd I ingedrukt om met
beide bellers te spreken. Druk als de andere handset niet opneemt op I om weer met de
eerste beller te spreken.
4.
Druk op > om op te hangen.
Voicemail (Ingesproken berichten)
Als u geabonneerd bent op de voicemail van uw telecomaanbieder, geeft het display van de
D1010 aan wanneer berichten zijn binnengkomen. Let op: alleen op FSK gebaseerde
netwerken.
OPMERKING
U kunt het icoon uitschakelen. De toets 5 ingedrukt houden als de bellijst open is.
4. Telefoonboek
Het telefoonboek van de D1010 kan 100 namen en nummers opslaan.
OPMERKING
Nummers mogen maximaal uit 24 cijfers bestaan en namen mogen 12 leestekens hebben.
Namen worden in alfabetische volgorde opgeslagen.
Namen in het telefoonboek opzoeken en bellen
1.
Druk op d. Het display toont de eerste naam.
2.
Blader met u of d naar de gewenste naam.
Of
Zoek alfabetisch door op d te drukken en dan op de toets met de eerste letter van de naam,
b.v. als de naam begint met N twee keer op 6 drukken.
- Het display toont de eerste naam die met N begint. Druk indien nodig op u of d om naar
de gewenste naam te bladeren.
3.
Druk op < om het nummer te bellen.
Een naam opslaan
1.
Druk op m.
TELEFOONBOEK
verschijnt.
2.
Druk op m.
NR. TOEVOEGEN
verschijnt.
3.
Druk op m.
NAAM INV.
verschijnt.
4.
Voer de naam in en druk op m.
5.
Voer het nummer in. Druk op m om op te slaan. Druk op u of d en selecteer
GEEN GROEP
,
GROEP A
,
B
of
C
en druk op m om te bevestigen.
6.
Druk op > om terug te gaan naar standby.
OPMERKING
U kunt individuele contacten aan specifieke groepen toewijzen. Bijv., Groep A bevat alle
telefoonnummers van uw collega’s. U kunt tevens een specifieke belmelodie aan die groep toewijzen
(zie “Groepmelodie” op bladzijde 16). Deze functie is alleen beschikbaar als u gebruik maakt van
nummerweergave (Caller Line Identification) van uw telecomleverancier. Door een specifieke
melodie aan iemand in die groep toe te wijzen, herkent u de beller uit die groep aan de belmelodie.
OPMERKING
U kunt het invoeren van een naam afbreken door op elk gewenst moment op > te drukken.
Namen invoeren
Gebruik het toetsenpaneel om namen in het telefoonboek in te voeren.
Bijv., om de naam Paul in te voeren
P
Druk 1 keer op 7
A
Druk 1 keer op 2
U
Druk twee keer op 8
L
Druk drie keer op 5










