Instructions
Nederlands
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE MET 
BETREKKING TOT BATTERIJEN EN 
OPLADERS
VEILIGHEIDSINFORMATIE 
MET BETREKKING TOT 
BATTERIJEN EN 
OPLADERS
Dit document bevat belangrijke veiligheids- en 
gebruiksinstructies. Lees deze instructies goed door en 
bewaar deze voor later gebruik.
Voordat u de batterijoplader gaat gebruiken, dient u alle 
instructies en waarschuwingsmarkeringen te lezen met 
betrekking tot:
• De oplader 
• De batterij 
• De portofoon waarvoor de batterij wordt gebruikt
1. Verminder de kans op letsel door alleen gebruik te maken 
van de oplaadbare, door Motorola goedgekeurde batterijen. 
Andere batterijen kunnen exploderen, waardoor persoonlijk 
letsel of schade kan ontstaan. 
2. Het gebruik van accessoires die niet worden aanbevolen door 
Motorola, kan leiden tot brand, een elektrische schok of letsel. 
3. Verminder de kans op schade aan de stekker en de 
stroomkabel door de lader aan de stekker en niet aan de 
kabel uit het stopcontact te trekken. 
4. Gebruik alleen een verlengkabel als dit absoluut nodig is. Het 
gebruik van een verkeerd verlengsnoer kan leiden tot brand 
of een elektrische schok. Als het noodzakelijk is een 
verlengsnoer te gebruiken, dient u een 18AWG-snoer te 
gebruiken voor een snoerlengte tot 2,0 m en een 16AWG-
snoer voor een snoerlengte tot 3,0 m. 
5. Verminder de kans op brand, een elektrische schok of letsel 
door de lader niet te gebruiken als deze op enigerlei wijze 
defect of beschadigd is. Breng in dat geval de lader naar een 
gekwalificeerde Motorola-servicemonteur. 
6. Haal de lader niet uit elkaar; deze kan niet worden gerepareerd 
en er zijn geen vervangende onderdelen verkrijgbaar. Als u 
de oplader uit elkaar haalt, kan er een elektrische schok of 
brand ontstaan. 
7. Verminder de kans op een elektrische schok door de oplader 
uit het stopcontact te trekken voordat u deze onderhoudt of 
reinigt.
RICHTLIJNEN VOOR EEN VEILIGE 
BEDIENING 
• Schakel de portofoon uit alvorens de batterij op te laden. 
• De oplader is niet geschikt voor gebruik buitenshuis. 
Gebruik deze alleen op droge locaties/in droge 
omstandigheden. 
• De oplader mag alleen worden aangesloten op een 
correct bekabelde voedingsbron met zekeringen en het 
juiste voltage (zoals vermeld op het product). 
• Koppel de oplader los van de netspanning door de stekker 
uit het stopcontact te trekken. 
• Het stopcontact waarop deze apparatuur wordt 
aangesloten, moet zich in de buurt bevinden en goed 
bereikbaar zijn. 
• De maximale omgevingstemperatuur van de 
spanningsbronapparatuur mag niet hoger zijn dan 40°C. 
• Zorg ervoor dat het snoer zodanig ligt dat niemand hierop 
kan stappen of erover kan struikelen, en dat het niet 
vochtig kan worden, kan worden beschadigen of strak kan 
komen te staan. 










