Operation Manual

AFVOER VAN VERBRANDINGSGASSEN
Rookkanaal: Aan de bovenzijde van de geiser is een trekonderbreker
gemonteerd. De nominale diameter van het rookkanaal bedraagt 90 mm. (D61B,
D61E) en 110 mm. (G11E). Wanneer het rookkanaal vrij ligt, dient een
dubbelwandige uitvoering gebruikt te worden. Het rookkanaal moet een verticaal
traject van 600 mm. hebben om te garanderen dat de verbrandingsproducten van
de geiser volledig verwijderd worden. Wanneer een enkelwandige afvoerpijp
gebruikt wordt die door brandbaar materiaal moet passeren, dan moet er een
metalen kraag met een diameter van 115 mm. gebruikt worden die een
luchtopening van 25 mm. toelaat.
Het rookkanaal dient niet geleid te worden in schoorstenen voor het verwijderen
van de verbrandingsproducten van vaste of vloeibare brandstoffen. Afvoerpijpen
en terminals dienen te voldoen aan BS 715. Terminals dienen niet geplaatst te
worden op minder dan 300 mm. van een ventilator of een open raam. In het
Verenigd Koninkrijk staan alle details over de vereisten voor de afvoer van
rookgassen vermeld in BS 5440 deel 1.
De stroomsnelheid van de verbrandingsgassen bedraagt 14 m³/u (G-30 en G-31)
en 14.54 m³/u (G-20 en G-25). De temperatuur van de verbrandingsgassen bij de
trekonderbreker bij de afvoer bedraagt 137°C (Model D61E, D61B).
De stroomsnelheid van de verbrandingsgassen bedraagt 41.4 m³/u (G-30 en G-31)
en 44.4 m³/u (G-20 en G-25). De temperatuur van de verbrandingsgassen bij de
trekonderbrekerkap bij de afvoer bedraagt 160°C. (Model G11E).
Het toestel is uitgerust met een veiligheidsvoorziening die de verwijdering van de
verbrandingsgassen bewaakt en de toevoer van gas naar de brander afsluit en
tegelijkertijd het toestel uitschakelt.
De functie van deze voorziening is het (thermisch) detecteren van niet via het
rookkanaal naar de buitenlucht afgevoerde verbrandingsproducten als gevolg van
ongunstige weersomstandigheden die de oorzaak zijn van omgekeerde trek of
blokkade in het rookkanaal of problemen met de ventilatie die de lucht voor de
verbranding aanvoert.
Deze voorziening dient nooit uitgeschakeld of verwijderd te worden omdat
daarmee de veiligheid van de bewoners in gevaar zou worden gebracht in het
geval de verbrandingsgassen niet goed worden afgevoerd.
Wanneer er reparaties aan deze voorziening worden uitgevoerd, mogen alleen
originele onderdelen worden gemonteerd. Er dient altijd te worden gecontroleerd
of de voorziening correct functioneert. De procedure is als volgt:
a) Schakel het toestel in.
b) Wanneer er als gevolg van slechte weersomstandigheden (te veel wind) geen
lucht wordt teruggeblazen door het rookkanaal, dan dient de
controlevoorziening het toestel gedurende ten minste 30 minuten van
onafgebroken functioneren niet uit te schakelen.
Wanneer de test bevredigend is verlopen, verkeert het toestel in perfecte
functionele staat.
Wanneer het toestel herhaaldelijk wordt uitgeschakeld, dan betekent dat dat de
verbrandingsgassen niet op correcte wijze worden afgevoerd. Het probleem dient
verholpen te worden door het nemen van de juiste maatregelen.
53