User manual
27
Nederlands
7.1 De ontvangstmodule bedienen
Met de 2-kanaals ontvangstmodule en twee ge-
schikte zenders (bijv. zakzender TXA-800HSE,
radiomicrofoon TXA-800HT) kunt u twee
radioverbindingen opzetten.
1) De ontvangers A en B van de module heb-
ben telkens een regelaar (2), CH.A en CH.B
om het geluidsvolume in te stellen en om in
en uit te schakelen. Om een ontvanger in te
schakelen, draait u de betreffende regelaar
van de positie “OFF” (“Uit”) uit. De linker
helft van het display (1) geldt voor ontvan-
ger A, de rechter voor ontvanger B. Na het
inschakelen van een ontvanger verschijnt het
transmissiekanaal op de respectieve helft van
het display. Door op een pijltoets (△ voor
ontvanger A, ▽ voor ontvanger B) te druk-
ken, kunt u de radiofrequentie weergeven.
Na 2 seconden wordt terug naar de vorige
weergave geschakeld.
2)
Stel met de toetsen (3) van de module de
transmissiekanalen in, ofwel handmatig of
door middel van een automatische zoekfunc-
tie. Laat de bijbehorende zenders voorlopig
nog uitgeschakeld.
Kanaalzoekfunctie:
Houd de toetsen △ en ▽ gelijktijdig ca. 1se-
conde ingedrukt tot op het display ver-
schijnt. De zoekfunctie start: De ontvangers
worden op vrije kanalen ingesteld die elkaar
niet storen. Als er geen vrije kanalen worden
gevonden, worden de ingestelde kanalen be-
houden.
Handmatige kanaalselectie:
Als beide ontvangers A en B zijn ingescha-
keld:
1.
Houd de toets SET ingedrukt tot op het
display voor ontvanger A de kanaalaan-
duiding knippert.
2.
Selecteer het kanaal voor ontvanger A met
de toets △ of ▽ en bevestig met de toets
SET.
3. Op het display knippert voor ontvanger B
de kanaalaanduiding. Selecteer het kanaal
voor ontvanger B met de toets △ of ▽ en
bevestig met de toets SET.
Als slechts een ontvanger A of B ingescha-
keld is: Houd de toets SET ingedrukt tot de
kanaalaanduiding op het display knippert.
Selecteer het kanaal met de toets △ of ▽ en
bevestig met de toets SET.
Als een kanaal niet binnen de 10 secon-
den met de toets SET wordt bevestigd, wordt
de instelmodus verlaten en het vooraf inge-
stelde kanaal behouden.
Opmerking: De ontvangers kunnen niet op het-
zelfde kanaal worden ingesteld.
Als de respectieve segmentaanduiding A of B
op het display bij uitgeschakelde zender ont-
vangst aangeeft, dan worden stoorsignalen
of signalen van andere zenders ontvangen.
Selecteer in dit geval een ander kanaal.
3)
Schakel de zenders in en stel ze in op de
kanalen van de ontvangstmodule: Stel een
zender in op het kanaal van ontvanger A en
de tweede zender op het kanaal van ont-
vanger B.
Op het display geven dan de betreffende
segmentaanduidingen weer hoe sterk de ra-
dio-ontvangst is. Stel met de regelaars (2)
voor elke ontvanger het gewenste geluids-
volume in.
Als geen ontvangst wordt weergegeven of
als de ontvangst slecht is, controleer dan of:
–
de batterijen / accu’s van de zender leeg zijn;
–
de ontvangst door metalen voorwerpen
of andere hogefrequentiebronnen wordt
gestoord;
–
de afstand tussen zender en ontvangstmo-
dule te groot is;
– de drempelwaarde voor de ruisonderdruk-
king (squelch) te hoog is ingesteld.
Zie hiervoor hoofdstuk 7.1.2.
7.1.1 De groepsinstelling wijzigen
(bij gebruik met 2 ontvangstmodules)
Het apparaat kan met een extra 2-kanaals ont-
vangstmodule (als artikel TXA-1020MR verkrijg
-
baar) worden uitgebreid. Als u voor het instellen
van de vier transmissiekanalen de kanaalzoek-
functie wilt gebruiken, schakel dan bij beide
ontvangstmodules de groepsinstelling om:
1)
Schakel eerst beide ontvangers A en B uit.
Schakel dan bij ingedrukte toets SET een ont-
vanger in. Op het display verschijnt de huidige
groepsinstelling (het nummer knippert).
2) Schakel met de toets △ of ▽ om naar .
3)
Om de groepeninstelmodus te verlaten, drukt
u op de toets SET. De squelch-instelmodus
wordt opgeroepen en kan door drukken op
de toets SET worden verlaten.
Opmerking: De instelmodi worden na 5 seconden
zonder drukken op een toets ook automatisch ver-
laten. Doorgevoerde instellingen worden ook in dit
geval opgeslagen.
Voer de kanaalzoekfunctie voor de 1ste ont
-
vangstmodule door, schakel de twee bijbeho-
rende zenders in en stel ze overeenkomstig in.
Laat de twee zenders dan ingeschakeld, zodat
bij de kanaalzoekfunctie voor de 2de ontvangst-
module de reeds bezette kanalen worden over-
geslagen. Voer dan de kanaalzoekfunctie voor
de 2de ontvangstmodule door, schakel de twee
bijbehorende zenders in en stel ze overeenkom-
stig in.
7.1.2 De squelch instellen
De ruisonderdrukking (squelch) zorgt voor een
demping van de respectieve ontvanger, als het
niveau van het radiosignaal onder de ingestelde
drempelwaarde zakt. Zo voorkomt u dat hoog-
frequente stoorsignalen de ruis versterken, als
de zender uitgeschakeld is of het radiosignaal
ervan te zwak is: Als de niveaus van de stoor-
signalen onder de drempelwaarde liggen, wordt
de ontvanger volledig gedempt.
Een hogere drempelwaarde biedt grotere
ruisongevoeligheid, maar reduceert ook het
transmissiebereik. Zo kan bij goede ontvangst
een hogere drempelwaarde ingesteld worden,
bij grotere afstand tussen zender en ontvanger
daarentegen moet een lagere waarde geselec-
teerd worden.
1)
Schakel eerst beide ontvangers A en B uit.
Schakel dan bij ingedrukte toets SET een
ontvanger in. Op het display verschijnt de
huidige groepsinstelling ( of , het num-
mer knippert).
2)
Om de groepeninstelmodus te verlaten en
de squelch-instelmodus op te roepen, drukt
u op de toets SET: Op het display verschijnt
(voor “Squelch”) en de huidige waarde
(knippert).
3)
Stel met de toets △ of ▽ de waarde in
(niveau7 = hoogste drempelwaarde). Om
de squelch-instelmodus te verlaten, drukt u
op de toets SET.
Opmerking: De instelmodi worden na 5seconden
zonder drukken op een toets ook automatisch ver-
laten. Doorgevoerde instellingen worden ook in dit
geval opgeslagen.
7.2 De Bluetooth-ontvanger bedienen
Via de Bluetooth-ontvanger kan een radio-
verbinding met een Bluetooth-geluidsbron
(bijv. smartphone, tablet-pc, mp3-speler) tot
stand worden gebracht, om audiobestanden
via het versterkersysteem af te spelen.
Opmerking: De Bluetooth-bron moet volgens het
A2DP-protocol werken (Advanced Audio Distribution
Profile). Anders is er geen radioverbinding mogelijk.
1)
Om de Bluetooth-ontvanger in te schake-
len, houdt u de toets (16) ca. 2 secon-
den lang ingedrukt. De toets knippert en
geeft daarmee aan dat er geen verbinding
met de Bluetooth-bron bestaat, en de Blue-
tooth-ontvanger gereed is voor “pairing”
(de Bluetooth-bron en Bluetooth-ontvanger
koppelen).
2)
Schakel op de Bluetooth-bron de Blue-
tooth-functie in en voer de “pairing” door
(zie evt. handleiding van de Bluetooth-bron).
De Bluetooth-ontvanger wordt op het dis-
play van de Bluetooth-bron aangegeven met
“TXA SERIES”. Na succesvolle koppeling licht
de toets constant op.
3) Start het afspelen van de audio op de Blue-
tooth-bron. De Bluetooth-bron kan zoals
gewenst worden bediend (trackselectie,
geluidsvolume instellen, afspelen onderbre-
ken etc.).
4)
Gebruik op de actieve luidspreker de AUX-re-
gelaar (8) om het geluidsvolume in te stellen.
Opmerking: De volumeregelaar geldt ook voor het
apparaat op de AUX-ingang (15); gebruik daarom
deze ingang niet bij Bluetooth-gebruik. Anders wor-
den beide geluidsbronnen gelijktijdig weergegeven.
5)
Bij verbreken van de Bluetooth-verbinding
(bijv. als de Bluetooth-bron buiten het bereik
van de radioverbinding wordt geplaatst) be-
gint de toets opnieuw te knipperen. Het “pai-
ren” moet dan opnieuw worden uitgevoerd.
6)
Om de Bluetooth-ontvanger uit te schakelen,
drukt u op de toets . De toetsverlichting
gaat uit.
7.3 De cd- / mp3-speler bedienen
Met de speler kunt u zowel gewone audio-cd’s als
cd’s, USB-opslagmedia en SD- / SDHC-geheugen-
kaarten met mp3-bestanden afspelen.
Opmerkingen
1.
Bij cd-rw‘s kan het afspelen naargelang van het
cd-type, de gebruikte cd-brander en het brandpro-
gramma problematisch verlopen.
2.
De speler ondersteunt ook het afspelen van bestan-
den in WMA-formaat.
3.
Door de verscheidenheid aan opslaggeheugenfabri-
kanten en besturingsprogramma‘s kan niet gega-
randeerd worden, dat alle opslagmedia compatibel
zijn met deze speler.
4.
Sigarettenrook en stof dringen makkelijk in alle
openingen van de cd-speler en zetten zich ook
af op de optische onderdelen van het laseraftast-
systeem. Mocht deze afzetting tot leesfouten en
klankstoringen leiden, dan moet de cd-speler door
een gekwalificeerd vakman worden gereinigd. De
kosten voor deze reiniging draagt de koper, ook
tijdens de garantietermijn!