User manual

170
v) Functie „Models”
Deze functie maakt het mogelijk om tot 20 verschillende mo-
dellen een naam te geven en met alle geprogrammeerde invo-
eren op te slaan. Zo hebt u vb. ook de mogelijkheid om een en
hetzelfde model meermaals, maar met een verschillende setup
(vb. „setup droog“, resp. „setup nat“) te programmeren en op te
slaan. Voor de modelnaam kunnen tot 13 tekens worden ingege-
ven. De lege plaatsen tellen hierbij ook als teken.
„Name”:
Geef hier de naam voor het pro el in. Tik de knop „Terug” aan
om de nieuwe waarde op te slaan en weer naar het vorige menu
te gaan.
„Select model”:
Selecteer uit de lijst het gewenste pro el. Tik de knop „Terug”
aan om het gewenste pro el te activeren en weer naar het vorige
menu te gaan.
„Copy model”:
Selecteer een pro el dat gekopieerd moet worden. Selecteer
aansluitend een pro el dat met de nieuwe gegevens overschre-
ven moet worden. Tik de knop „Terug” aan om de nieuwe waarde
op te slaan en weer naar het vorige menu te gaan.
Het geselecteerde pro el wordt door het gekopieerde pro el vervangen. Alle voorgaande instellingen
worden daardoor onherroepelijk gewist.
„Reset model”:
Selecteer een pro el dat gewist moet worden. Bevestig, dat dit pro el daadwerkelijk moet worden gewist. Tik de knop
„Terug” aan om de nieuwe waarde op te slaan en weer naar het vorige menu te gaan.
Uit het geselecteerde pro el worden nu de individuele instellingen gewist, het geheugen voor het pro el
blijft bestaan.
Afbeelding 33