Operation Manual

– 33 –
1. Wanneer het onderhoudsdisplay en “BACKUP”
oplichten
Hiermee wordt aangegeven dat de buitenunit in nood-
modus werkt en inspectie is vereist. Neem contact op
met de dealer.
2. Wanneer het onderhoudsdisplay en “1” oplichten Hiermee wordt aangegeven dat het al tijd is voor
periodiek onderhoud van de buitenunit. Neem contact
op met de dealer.
3. Wanneer het onderhoudsdisplay
en “2” oplichten Hiermee wordt aangegeven dat het tijd is voor perio-
diek onderhoud van de buitenunit. Neem contact op
met de dealer.
4. Wanneer het onderhoudsdisplay
oplicht Hiermee wordt aangegeven dat het tijd is voor peri-
odiek onderhoud van de binnenunit. Controleer het
binnenunitmodel en neem contact op met de dealer.
5. Wanneer het fi lter-reinigendisplay
oplicht Hiermee wordt aangegeven dat het luchtfi lter moet
worden gereinigd. Reinig het luchtfi lter.
Opmerking
Totdat de abnormale binnenunit wordt vrijgegeven, wordt het nummer niet weergegeven voor de binnenunit waar-
voor het onderhoudsdisplay of fi lter-reinigendisplay oplicht.
Wanneer fi lterreiniging is voltooid
1 2
1. Druk op de knop ALL / GROUP / ONE (Alle/Groep/Een) en selecteer vervolgens , of .
ALL (Alle) : alle beheerde units worden gereset.
GROUP (Groep) : alle binnenunits in het geselecteerde groepsnummer worden gereset. Selecteer “88” als u
alle groepen wilt selecteren.
ONE (Een) : alleen de geselecteerde binnenunit wordt gereset.
Druk op de knop SELECT (Selecteren) (
of ) om de binnenunit te selecteren.
2. Druk op de knop FILTER RESET (Filter resetten).
De cumulatieve activeringstijd wordt gereset en het fi lter-reinigendisplay gaat uit.
Als u een andere groep of een afzonderlijke binnenunit wilt instellen, herhaalt u stap 1 en 2.
Opmerking
U kunt op de centrale bediening ook instellen dat het fi lter-reinigendisplay niet wordt weergegeven. Neem con-
tact op met de dealer.