Operation Manual
– 18 –
Activeringsdetails instellen
Hiermee stelt u de modus, de temperatuur, de ventilatorsnelheid en de lamelrichting in.
1 432 5 6
1. Druk op de knop ALL / GROUP / ONE (Alle/Groep/Een) en selecteer vervolgens , of .
De opties worden in volgorde weergegeven.
2. Druk op de knop SELECT (Selecteren) (
of ) om het groepsnummer of unitnummer in te stellen.
Wanneer ALL is geselecteerd bij handeling 1, slaat u handeling 2 over.
Selecteer “88” als u alle groepen wilt selecteren.
3. Druk op de knop MODE (Modus) en selecteer de modus.
De opties worden in volgorde weergegeven.
Bij sommige binnenunitmodellen kan een selectieknop worden ingesteld op weergave van “AUTO” (automa-
tisch). Neem contact op met de dealer voor meer informatie over de selectieknop.
4. Druk op de knop TEMP (Temperatuur) (
of ) om de temperatuur in te stellen.
Geef een instelling op tussen 18,0 °C en 30,0 °C.
Opmerking
Temperatuurinstellingen
Cool (Koelen) .......... 26 tot 28°C
Dry (Drogen) ........... 21 tot 24 °C
Heat (Verwarmen) ... 22 tot 24 °C
Fan (Blazen) ............ Hiervoor is geen temperatuurinstelling vereist.
5. Druk op de knop FAN SPEED (Ventilatorsnelheid) en stel de ventilatorsnelheid in.
De opties worden in volgorde weergegeven.
6. Druk op de knop LOUVER (Lamellen) en stel de lamelrichting in.
1 2 3 4 4
De opties worden in volgorde weergegeven.
7. Schakel handelingen voor elke afstandsbedieningsfunctie in of uit.
Pagina 14
Snel
3e snelheid
Sterk
2e snelheid
Zwak
1e snelheid
Sterk
2e snelheid