Operation Manual

– 14 –
Handelingen voor elke afstandsbedieningsfunctie in-/uitschakelen
U kunt sommige functies uitschakelen (Temperatuur, Modus, Vantiatorsnelheid, Activeren/Stoppen) voor de
afstandsbedieningen van de binnenunit.
(4)3, 521
1.
Terwijl het systeem normaal functioneert of STOP wordt weergegeven (niet in een instellingsmodus*),
drukt u op de knop ALL / GROUP / ONE (Alle/Groep/Een) en selecteert u vervolgens
, of .
De opties worden in volgorde weergegeven.
* De displays , , , en zijn alle in- of uitgescha-
keld en geen enkele unit wordt gecontroleerd (pagina 29, 31, 35).
2. Druk op de knop SELECT (Selecteren) (
of ) om het groepsnummer of unitnummer in te stellen.
Wanneer ALL is geselecteerd bij handeling 1, slaat u handeling 2 over.
Selecteer 88 als u alle groepen wilt selecteren.
3. Druk op de knop SET (Instellen).
Het hangslotsymbool knippert.
4. Druk op de knop voor de functie waarvoor de afstandsbediening is uitgeschakeld (TEMP (Tempera-
tuur (
of ), MODE (Modus), FAN SPEED (Vantilatorsnelheid) of RUN/STOP (Activeren/Stoppen)).
Wanneer u op een knop drukt, licht het display voor die functie op.
Wanneer u nogmaals op die knop drukt, gaat het display weer uit.
De weergegeven functies zijn uitgeschakeld voor de afstandsbedieningen.
5. Druk op de knop SET (Instellen).
Wanneer u ten minste één afstandsbedieningshandeling hebt uitgeschakeld, licht het hangslotsymbool op.
Opmerking
Druk op de knop RESET (Resetten) om de instellingen te annuleren.
Wanneer de jumper J1 wordt afgesloten, is deze handeling uitgeschakeld.
Neem contact op met de dealer voor meer informatie over jumperinstellingen.
Wanneer meerdere binnenunits zijn aangesloten op één afstandsbediening en u deze instelling opgeeft voor een
van de binnenunitnummers, wordt dit aangegeven op de afstandsbediening voor die binnenunit.
Hangslotsymbool
Ventilatorsnelheid
Temperatuur
Activeren/Stoppen
Vantiatorsnelheid