Operation Manual
Nederlands-30
ADVANCED OPTION
Hoofdmenu
INPUT RESOLUTION * : alleen INPUT RGB3, 4, 5
Hiermee kunt u selecteren welk ingangssignaal wordt geselecteerd, 1024x768, 1280x768 and 1360x768.
AUTO: De resolutie wordt automatisch bepaald.
1024x768: De resolutie wordt ingesteld op 1024x768
1280x768: De resolutie wordt ingesteld op 1280x768
1360x768: De resolutie wordt ingesteld op 1360x768
Na het instellen is deze functie beschikbaar na POWER OFF en vervolgens ON.
BLACK LEVEL EXPANSION (expansie van zwartniveau)
*
:
alleen
INPUT RGB1 (HDMI INPUT MODE: HDMI-HD), RGB2 (DVI INPUT MODE: DVI-HD), DVD/HD, VIDEO<S>, VIDEO
Selecteer het expansieniveau voor zwart met “OFF”, “MIDDLE” en “HIGH”.
Als de grenswaarde voor zwart wordt overschreden, kunt u de instelling “Black level” (zwartniveau) in het OSD-menu enigszins bijstellen.
SCAN MODE * : alleen
INPUT RGB1 (HDMI INPUT MODE: HDMI-HD), RGB2 (DVI INPUT MODE: DVI-HD), DVD/HD, VIDEO<S>, VIDEO
Hiermee kunt u instellen hoeveel van het beeld moet worden benut.
OVERSCAN: Het beeldoppervlak wordt benut voor ongeveer 95%
UNDERSCAN: Het beeldoppervlak wordt benut voor ongeveer 100%
SCAN CONVERSION * : alleen alleen INPUT RGB1 (HDMI INPUT MODE: HDMI-HD), RGB2 (DVI INPUT MODE: DVI-HD), DVD/HD, VIDEO<S>, VIDEO
Hiermee selecteert u de functie IP (Interlace/Progressive) conversie.
PROGRESSIVE: Schakelt de IP-functie in. Het Interlacesignaal wordt geconverteerd naar progressief. Normaal gebruikt u deze instelling.
INTERLACE*: Schakelt de IP-functie uit.
*OPMERKING: Deze stand is het meest geschikt voor films, hoewel het gevaar voor al dan niet tijdelijk inbranden (“image retention”) groter is.
FILM MODE
Hiermee stelt u de filmmodus in.
AUTO: De filmmodus wordt ingeschakeld. Deze modus is geschikt voor films, waarbij het beeld van 24 frames/sec wordt
geconverteerd naar DVD-video. Wij bevelen u aan “PROGRESSIVE” (Progressief) te selecteren tijdens “SCAN CONVERSION”
(Scan conversie).
OFF: De filmmodus wordt uitgeschakeld. Deze modus is geschikt voor uitzendingen en beelden afkomstig van een videorecorder.
IR CONTROL
Voor het kiezen van de bedieningsmodus van de draadloze afstandsbediening wanneer er meerdere MDT521S monitoren
zijn aangesloten via RS-232C.
U kunt een item uit dit menu selecteren door op de toets “SET” te drukken op het moment dat het gewenste item is geselecteerd.
NORMAL: De monitor wordt op de normale wijze geregeld met behulp van de draadloze afstandsbediening.
PRIMARY (primair): De eerste MDT521S monitor van de reeks via RS-232C aangesloten monitoren wordt aangewezen als
PRIMARY.
SECONDARY (secondair): Alle MDT521S monitoren van de reeks via RS-232C aangesloten monitoren, met uitzondering van de
eerste monitor, worden aangewezen als SECONDARY.
LOCK: Hiermee schakelt u de regeling van de monitor met behulp van de IR-afstandsbediening uit.
Als u de toets “DISPLAY” minimaal 5 seconden ingedrukt houdt, keert deze instelling terug naar “NORMAL”.
TILING
Via TILING kunt u meerdere beeldschermen tegelijk weergeven.
Met deze functie kunt u een groot scherm maken met behulp van maximaal 25 beeldschermen.
U kunt het beeld hiermee opdelen in maximaal 5 schermen horizontaal en verticaal. Hiervoor moet de uitvoer van de pc via een
distributieschakeling naar elk afzonderlijk beeldscherm worden gevoed.
H MONITORS (H-BEELDSCHERMEN): Selecteer het aantal beeldschermen waarover het beeld horizontaal wordt gespreid.
V MONITORS (V-BEELDSCHERMEN): Selecteer het aantal beeldschermen waarover het beeld verticaal wordt gespreid.
POSITIE: De positie van waaruit het scherm moet worden uitvergroot.
FRAME COMP. (schermcompensatie): Dit werkt in combinatie met TILING (multi schermweergave) ter compensatie van de
breedte van de schermranden om het beeld nauwkeurig weer te geven.
ENABLE (INSCHAKELEN): Als u YES (ja) kiest, vergroot het beeldscherm de geselecteerde positie uit.
PIP (beeld-in-beeldmodus) en STILL (stilstaande modus) worden uitgeschakeld als u TILTING (multi schermweergave) activeert.