Operation Manual
NE-53
Geen beeld op het scherm. (vervolg)
Probleem Oplossing
“NO SIGNAL” wordt
getoond.
• Schakel de stroom van het aangesloten apparaat in of controleer of er iets fout met
het aangesloten apparaat is.
• Controleer of het externe apparaat signalen uitstuurt. (Controleer dit vooral indien het
externe apparaat een notebook-computer is.)
• Controleer dat de op het externe apparaat aangesloten kabel niet defect is.
• Controleer dat de projector met gebruik van de juiste aansluitingen met het externe
apparaat is verbonden.
• Controleer dat de juiste ingangsbron voor het aangesloten apparaat is gekozen.
• Indien u een verlengkabel gebruikt, moet u deze ter controle vervangen door
de bijgeleverde kabel. Indien beelden juist worden getoond, moet u een
RGBsignaalversterker met de verlengkabel gebruiken.
Afbeeldingen kunnen
wazig zijn wanneer
de projector wordt
aangesloten met de
HDMI-kabel.
“NO SIGNAL” wordt
getoond wanneer
de projector via een
HDMI-kabel wordt
verbonden.
• Wees er zeker van dat de kabel stevig in het verbindingsstation zit.
• Om 1080p-signalen te accepteren en te tonen op het scherm moet er een high-speed
HDMI-kabel wordt gebruikt welke 1080p-signalen kan uitzenden.
• Wanneer met behulp van een HDMI-kabel een verdeler of een AV-versterker wordt
aangesloten, controleer of de verdeler of AV-versterker voldoet aan HDMI1,3 of hoger.
(Deep Color). Controleer bij het weergeven van 3D-beelden of de verdeler of AV-
versterker voldoet aan HDMI1,4 of hoger (3D Display).
Beelden worden niet juist getoond.
Probleem Oplossing
Geprojecteerde
beelden trillen.
Geprojecteerde
beelden zijn niet op de
juiste plaats.
• Controleer dat er geen onderbreking in de kabels, die met de externe apparatuur zijn
verbonden, is.
• Controleer dat de stekker van de kabel goed in de aansluiting van de externe
apparatuur is gestoken.
• Druk op de AUTO POSITION toets.
• Bepaalde computers sturen onder niet-veel voorkomende situaties, out-of-spec
signalen uit. Stel het SIGNAL menu in. (Zie bladzijde 40.)
Geprojecteerde
beelden zijn vervormd.
• Stel de projector en het scherm zodanig op dat ze loodrecht op elkaar staan. (Zie
bladzijde 10.)
Geprojecteerde
beelden zijn donker.
• Stel BRIGHTNESS en CONTRAST van het IMAGE menu in. (Zie bladzijde 37.)
• Vervang de lamp. (Zie bladzijde 48.)
Geprojecteerde
beelden zijn wazig.
• Stel scherp. (Zie bladzijden 18 en 23.)
• Reinig de lens.
• Druk op de W of X toets van de afstandsbediening om de flikkeringen te minimaliseren.
• Stel TRACKING en FINE SYNC. van het SIGNAL menu in. (Zie bladzijde 40.)
• Stel BRIGHTNESS en CONTRAST van het IMAGE menu in. (Zie bladzijde 37.)
• Stel de projector en het scherm zodanig op dat ze loodrecht op elkaar staan. (Zie
bladzijde 10.
)
Er zijn witte vlekken
op de geprojecteerde
beelden te zien. Er zijn
zwarte vlekken op de
geprojecteerde
beelden te zien.
• Dit is normaal voor een DLP™ projector en is geen defect. (Een klein aantal
beeldpunten kunnen niet branden of wegblijven; dit is geen defect. Meer dan 99,99%
of meer beeldpunten zijn werkzaam.)
Er is een
regenboogeffect
op geprojecteerde
beelden te zien.
• Dit komt door kleuronderbrekingsruis dat aanwezig kan zijn in een DLP™ systeem en
duidt niet op een defect.
Dunne strepen in
de geprojecteerde
beelden.
• Dit wordt veroorzaakt door interferentie met het schermoppervlak en duidt dus niet op
een defect. Vervang het scherm of verander de scherpstelling wat.
• Afhankelijk van het type DVD-speler of spelconsole dat is aangesloten, verschijnen er
mogelijk verticale of horizontale ruisstrepen in het geprojecteerde beeld. U kunt deze
ruis verminderen door LPF te activeren. (Zie bladzijde 40.)
Geprojecteerde
beelden “golven”.
• Steek de stekkers van de kabels van de externe apparatuur goed in de juiste aansluitingen.
• Houd de projector uit de buurt van apparatuur die storende radiogolven uitsturen.
De kleurschakering is
onjuist.
• Controleer dat de kabels die met de externe apparatuur zijn verbonden niet
beschadigd zijn.
Oplossen van problemen (vervolg)