Operation Manual

NE-39
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg)
De mate van helderheidsverandering instellen (GAMMA MODE):
U kunt met het menu een vooraf ingestelde gammamodus kiezen.
(Zie bladzijde 29 voor menu-instellingen.)
1. Roep het IMAGE menu op.
2. Kies GAMMA MODE door op de S of T toets te drukken.
3. Kies de gewenste gamma instelling door op W of X toets te drukken.
Annuleren van het menu:
4. Druk op de MENU toets.
De oorspronkelijke mate van helderheidsverandering instellen (Zelf de gammamodus bepalen):
Om de gammamodus van uw voorkeur in te stellen (en vast te leggen) voert u de volgende procedure uit.
(Zie bladzijde 29 voor menu-instellingen.)
1. Kies GAMMA MODE in het IMAGE-menu.
2. Druk op toets W of X om USER1
of USER2 te kiezen.
3. Druk op de ENTER toets.
4. Druk op de S of T toets om REFERENCE te kiezen.
5. Druk op toets W of X om de basis-gammacurve te kiezen.
In het algemeen kiest u uit de vooraf ingestelde gammacurve de curve
die het meest uw voorkeur heeft.
6. Druk op de S of T toets om ADJUST MODE te selecteren.
7. Druk op de W of X om de gammacurve (ALL, RED, GREEN of BLUE) in
te stellen.
Selecteer of u RED, GREEN en BLUE gezamenlijk of afzonderlijk wilt
instellen.
8. Druk op de knop S of T om het signaalniveau (2%, 4%, 6%, 10%, 15%, 20%, 25%, 30%, 40%, 50%, 70% of
90%) dat u wilt aanpassen, te selecteren.
Wanneer u het signaalniveau selecteert, drukt u op de knop T terwijl 20% is geselecteerd en worden de
niveaus van 25% tot 90% weergegeven; wanneer u op de knop S drukt terwijl 25% is geselecteerd, worden
niveaus van 2% tot 20% weergegeven.
9. Druk op de W of X toets om de gekozen functie in te stellen.
De getoonde waarden komen, van links naar rechts, respectievelijk overeen met RED, GREEN en BLUE.
10. Herhaal stappen 6 - 9 voor het optimaal instellen.
Annuleren van het menu:
11. Druk op de MENU toets.
Activeren van de vastgelegde gammamodus:
1. Kies USER1 of USER2 door op de toets GAMMA van de afstandsbediening te drukken.
Bij sommige beelden is een verandering in de helderheid mogelijk moeilijk waar te nemen.
Kleurbeheer gebruiken (COLOR MANAGEMENT):
Deze projector kan elke toon rood, geel, cyaan, blauw en magenta individueel aanpassen. U kunt de kleurtonen met
behulp van het menu COLOR MANAGEMENT aanpassen.
(Zie bladzijde 29 voor menu-instellingen.)
1. Geef ADVANCED MENU weer in het menu IMAGE.
2. Druk op de S of T toets om COLOR MANAGEMENT te kiezen.
3. Druk op toets W of X om ON
te kiezen.
4. Druk op de ENTER toets.
Het menu COLOR MANAGEMENT verschijnt.
Wanneer u de knop COLOR MANAGEMENT op de afstandbediening
hebt ingedrukt, opent dit menu kleurbeheer direct.
COLOR is standaard ingesteld op RED.
5. Met behulp van de knoppen W of X, selecteert u kleur REDÆYELLOWÆ
GREENÆCYANÆBLUEÆMAGENTAÆRED.
6. Met behulp van de knop T selecteert u GAINÆSATURATIONÆHUE als onderdelen die u wilt aanpassen.
7. Selecteer eerst de COLOR en de onderdelen die u wilt veranderen en verander dan de getallen met behulp van de
knoppen W of X terwijl u op het scherm let.
Wanneer FULL/MONO is ingesteld op MONO COLOR, worden alleen de componenten van de geselecteerde
kleur weergegeven. Nadat het menu is gesloten, wordt het automatisch opnieuw ingesteld naar FULL COLOR.
Wanneer u POSITION hebt geselecteerd, kunt u de schermpositie van het menu COLOR MANAGEMENT
veranderen.
Wanneer u RESET selecteert en op de ENTER toets drukt, wordt COLOR MANAGEMENT terug gereset naar
de standaard instellingen.
Annuleren van het menu:
8. Druk op de MENU toets.
REFERENCE
GAMMA MODE - USER1
2.0
ALL
ADJUST MODE
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2%
4%
6%
10%
15%
20%
COLOR
GAIN
SATURATION
HUE
POSITION
RED
0
0
0
RIGHT UP
FULL/MONO
RESET
FULL COLOR
OK