Operation Manual
NE-34
SIGNAL menu
R G B
R G B
SIGNAL
HORIZ. POSITION 0
VERT. POSITION 0
TRACKING 0
COMPUTER
INPUT
AUTO
FINE SYNC. 0
USER
opt.
OK
ON
HOLD
100%
OVER SCAN
SIGNAL
USER
CLAMP
POSITION
1
1
AUTO
OFF
0
LPF
VERT. SYNC.
CLAMP WIDTH
opt.
SHUTTER(U)
SHUTTER(L)
SHUTTER(LS)
SHUTTER(RS)
0
0
0
FUNCTIE INSTELLING WERKING
HORIZ. POSITION
0 - 999 Voor het instellen van de horizontale positie van het geprojecteerde beeld.
VERT. POSITION
0 - 999 Voor het instellen van de vertikale positie van het geprojecteerde beeld.
FINE SYNC. 0 - 31 Voor het minimaliseren van flikkeringen of waas tijdens het bekijken van
geprojecteerde beelden.
TRACKING 0 - 9999 Voor het minimaliseren van vertikale, brede strepen tijdens het bekijken van
geprojecteerde beelden.
COMPUTER INPUT
AUTO De juiste instelling wordt automatisch geselecteerd.
RGB Kies deze optie indien u de projector heeft verbonden met “hoog-definitie”
video-apparatuur die R, G en B uitgangsaansluitingen heeft.
YC
B
C
R
/ YP
B
P
R
Kies deze optie als u de projector verbindt met een DVD-speler of ander
apparaat met een samengestelde YC
B
C
R
- of YP
B
P
R
-videouitgang.
OVER SCAN 100 - 90% Hiermee past u het weergavegebied van het geprojecteerde beeld aan
wanneer u LD en DVD’s afspeelt.
HOLD
OFF / ON
Voor het instellen van het beeld wanneer het bovenste gedeelte van het
scherm wat trilt.
USER
OK
CLAMP POSITION
1 - 255 Voor het corrigeren van het solide wit of solide zwart van het geprojecteerde
beeld.
CLAMP WIDTH 1 - 63 Voor het corrigeren van het solide zwart van het geprojecteerde beeld.
VERT. SYNC. AUTO / OFF Het beeld aanpassen als de bewegingen niet soepel verlopen. Selecteer
AUTO voor normaal gebruik.
LPF ON / OFF Gebruik deze optie om te selecteren of u de LPF al dan niet wilt inschakelen.
SHUTTER(U) 0 - 32 Hiermee kunt u de zwarte balk boven aan het beeld weergeven.
SHUTTER(L) 0 - 32 Hiermee kunt u de zwarte balk onder aan het beeld weergeven.
SHUTTER(LS) 0 - 95 Hiermee kunt u de zwarte balk aan de linkerkant van het beeld weergeven.
SHUTTER(RS) 0 - 95 Hiermee kunt u de zwarte balk aan de rechterkant van het beeld weergeven.
• Er kunnen horizontale strepen in een vergroot geprojecteerde beeld verschijnen. Dit is normaal en duidt niet op
een defect.
• Er is mogelijk wat ruis indien u de horizontale of vertikale positie extreem verandert.
• Het instelbereik van de vertikale positie varieert afhankelijk van het soort ingangssignaal. Het beeld blijft mogelijk
op dezelfde positie, ook al verandert u de waarde. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Als u de OVER SCAN-instelling vergroot terwijl u videobeelden bekijkt, kan storing op het scherm verschijnen.
Verklein in dat geval de OVER SCAN-instelling.
• Wanneer een 3D-signaal wordt weergegeven, wordt OVER SCAN vast ingesteld op 100%.
Menubediening (vervolg)