Operation Manual
NE-32
Instellen van de kleurtemperatuur (COLOR TEMP.):
U kunt een reeds vastgelegde kleurtemperatuur (wit-toon) met gebruik van het menu instellen.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Roep het IMAGE menu op.
Kies COLOR TEMP. door op de S of T toets te drukken.
Kies de gewenste kleurtemperatuur door op de W of X toets te drukken.
De kleurtemperatuur van elke optie is als volgt:
COOL: ca. 9300K, MEDIUM: ca. 6500K (D65), WARM: ca. 5800K.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Instellen van de kleurtemperatuur (zelf de kleurtemperatuur samenstellen):
Voor het zelf bepalen (en vastleggen) van de kleurtemperatuur, moet u de volgende procedure uitvoeren.
(Zie bladzijde 26 voor menu-instellingen.)
Kies COLOR TEMP. van het IMAGE menu.
Druk op de W of X toets om USER te kiezen.
Druk op de ENTER toets.
Druk op de S of T toets om REFERENCE te kiezen.
Gebruik de W en X toetsen om een kleurtemperatuur te kiezen.
In het algemeen kiest u uit de vooraf ingestelde kleurtemperaturen de
kleurtemperatuur die u het meest bevalt.
Druk op de S of T toets om de gewenste functie te kiezen.
Druk op de W of X toets om de gekozen functie in te stellen.
Herhaal stappen 6 en 7 voor het optimaal instellen.
Annuleren van het menu:
Druk op de MENU toets.
Activeren van de vastgelegde kleurtemperatuur:
Kies USER door op de COLOR TEMP. toets van de afstandsbediening te drukken.
Indien de optionele fi lter is aangebracht, stelt u OPTION FILTER in ADVANCED MENU in het IMAGE-menu in op
ON.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
5.
•
6.
7.
8.
9.
1.
•
Instellen van geprojecteerde beelden (vervolg)
Meer over de kleurtemperatuur
Er zijn verschillende soorten wit. Deze verschillen komen tot uitdrukking in de kleurtemperatuur: Wit met
een lage temperatuur krijgt een rode tint, en wit met een hoge temperatuur krijgt een blauwe tint. U kunt de
kleurtemperatuur bijvoorbeeld op de volgende manieren wijzigen:
Verhogen van de kleurtemperatuur: Verhoog CONTRAST B (blauw) en verlaag CONTRAST R (rood).
Verlagen van de kleurtemperatuur: Verlaag CONTRAST B (blauw) en verhoog CONTRAST R (rood).
Indien u CONTRAST R, G en B alle een negatieve waarde geeft, dan is de oorspronkelijke helderheid van het
beeld niet te behalen, zelfs niet als u voor CONTRAST in het IMAGE-menu het maximum instelt.
•
CONTRAST R
COLOR TEMP. - USER
0
CONTRAST G 0
BRIGHTNESS G 0
BRIGHTNESS B 0
CONTRAST B 0
BRIGHTNESS R 0
REFERENCE MEDIUM
Om geprojecteerde beelden optische lichter of donkerder te maken (AUTO IRIS):
Het diafragma is een functie voor het optisch instellen van het contrast door de opening van de lamp te openen of te
sluiten. Deze projector is uitgerust met de volgende 2 standen voor instelling van het diafragma.
AUTO
Het diafragma wordt automatisch aangepast, afhankelijk van het geprojecteerde beeld. De modus AUTO heeft de
volgende 5 typen.
Modus 1 : Zorgt voor rijkere details in zwarte delen wanneer witte objecten worden weergegeven in een
overwegend donkere scène.
Modus 2-5 : Wit wordt stralender weergegeven dan in modus 1.
• Modus 2 : Selecteer deze modus voor normaal gebruik.
• Modus 3 : Beelden worden helderder weergegeven dan in modus 2.
• Modus 4 : Deze modus wordt aanbevolen wanneer u een standaardlamp gebruikt waarvan de gebruiksduur al
meer dan 2000 uur bedraagt en LAMP MODE op LOW staat. (Zie bladzijde 30.)
• Modus 5 : Deze modus wordt aanbevolen wanneer u een standaardlamp gebruikt waarvan de gebruiksduur al
meer dan 3000 uur bedraagt en LAMP MODE op LOW staat. (Zie bladzijde 30.)
OFF
Het diafragma blijft volledig open.