Operation Manual
13
nl
Voordat u de parkeermodus inschakelt, moet u de geheugenopslagtoewijzing
controleren. To Ga naar > Systeem > Opslagruimte om een geschikte allocatie
in te stellen voor parkeer opnamen. Door het wijzigen van de toewijzing wordt de
geheugenkaart gewist. Sla daarom altijd eerst alle video’s of foto’s op uw computer op.
Wanneer de Parkeermodusdetectie is ingeschakeld, gaat het systeem in de volgende
gevallen naar de Parkeermodus:
- als u de stroom van het apparaat loskoppelt (bijv. de motor van het voertuig is
gestopt of de voedingskabel is losgekoppeld) of wanneer de auto niet meer beweegt
gedurende ongeveer 5 minuten*; of
- als u op tikt om de Parkeermodus handmatig te starten terwijl continue opname
bezig is.
* De functie wordt geactiveerd door de G-sensor van het apparaat. U kunt de
configuratie wijzigen via het > Parkeerstand > Automatische invoer.
Druk op om de Parkeerstand te stoppen en de continue opname te hervatten.
Zodra de bewegingen zijn gedetecteerd en opgenomen tijdens de Parkeerstand, wordt
u gevraagd de video te bekijken wanneer u de Parkeerstand stopt. Volg de instructies op
het scherm om video’s te bekijken het continu opnemen te hervatten.
De parkeeropnamen kunt u terugvinden in de categorie “Parkeren” voor bestandsweergave.
Cameramodus
Met de recorder kunt u ook fotograferen.
- Als de opname bezig is, drukt u op om een foto te maken*.
- Druk op > Camera > .
* Deze functie is niet beschikbaar wanneer de achtercamera is aangesloten.
U kunt de foto’s vinden in de categorie “Foto” voor weergave.










