Operation Manual

30
3.1 Opbellen
Er zijn verschillende manieren om op te bellen. De eenvoudigste manier is een telefoonnummer te
kiezen. U kunt ook een keus maken uit de nummers die in de Smartphone bekend zijn, zoals de
nummers die u hebt opgeslagen en de nummers waarmee u onlangs nog hebt getelefoneerd.
Een gesprek tot stand brengen
On the Home screen, you can call someone by entering a phone number or a contact name using
the keypad. As you begin pressing keys, your Smartphone displays the names of any contacts
whose name or phone number match your entry. These could be contacts stored in your Call
History or Speed Dial list, or on your SIM card. You can then select the name or number to call
without having to enter the entire name or number.
1. Druk in het Beginscherm op de cijfertoetsen om het telefoonnummer te kiezen. Maakt u een
fout, dan kunt u die herstellen met de
Terugtoets.
2. Druk op de Spreektoets
.
_ OPMERKING`
Terwijl u een telefoonnummer invoert, zoekt de Smartphone in de contactpersonen, eerder gevoerde
gesprekken en de snelle kieslijst of het nummer daar voorkomt. Ziet u de naam van degene die u wilt
spreken, selecteer die dan en druk op de Spreektoets om de verbinding tot stand te brengen.
Hebt u een lange lijst van contactpersonen, en zit de gewenste persoon er niet tussen, geef dan de
beginletters van zijn naam op. De telefoon zoekt dan door de lijst en toont de naam. Druk op de
Spreektoets om de verbinding tot stand te brengen.
Om het laatste nummer nog eens te bellen, drukt in het Beginscherm twee keer op de Spreektoets.
AutoFilter combineert het
nummer met een
contactpersoon.
AutoFilter combineert het
nummer met een eerde
r
gevoerd gesprek.