Operation Manual
26
De Smartphone blokkeren
Door de Smartphone te blokkeren verhindert u toegang tot uw persoonlijke gegevens. Is deze
functie ingeschakeld, dan blokkeert de Smartphone automatisch na enige tijd. Er verschijnt dan
een scherm waarop u een wachtwoord moet invoeren om de Smartphone weer te kunnen
gebruiken.
Blokkering inschakelen:
1. Houd de Eindtoets
ingedrukt tot het Snelmenu verschijnt.
Selecteer Apparaatblokkering uit de lijst en druk op de
Navigatiestick of de programmeerbare toets Selecteren.
2. Selecteer onder Telefoon blokkeren na de tijdsduur waarna de
Smartphone geblokkeerd wordt door te drukken op de toets
Links/Rechts.
3. Scroll naar Wachtwoord met de toets Neer. Geef het
wachtwoord op waarmee u de Smartphone wilt deblokkeren.
Scroll vervolgens met de toets Neer naar Wachtwoord
bevestigen en geef hetzelfde wachtwoord opnieuw op.
4. Druk op de programmeerbare toets Gereed om de instellingen
op te slaan.
De Smartphone blokkeren:
Nadat u de blokkering hebt ingeschakeld, zal de Smartphone automatisch geblokkeerd worden na
een zekere tijd. U kunt hem ook direct blokkeren door in het Snelmenu Apparaatblokkering te
kiezen. De linker programmeerbare toets toont Ontgrendelen om aan te geven dat de Smartphone
geblokkeerd is.
_ OPMERKING`
Inkomende gesprekken en noodoproepen zijn niet geblokkeerd als het toetsenbord geblokkeerd is.
De Smartphone deblokkeren
Is de Smartphone geblokkeerd, dan drukt u op de programmeerbare
toets Ontgrendelen, geeft u het wachtwoord op, en drukt u weer op
Ontgrendelen.










