Operation Manual

164
Een contactpersoon bewerken
1. Druk in het Beginscherm op de programmeerbare toets Begin en
selecteer PhotoID.
2. Scroll in het hoofdscherm van PhotoID naar een contactpersoon
die u wilt bewerken en druk op de Navigatiestick om de
contactkaart te openen.
3. Scroll naar het gegeven dat u wilt bewerken.
4. Druk op de programmeerbare toets Bewerken (Edit) of druk op
de programmeerbare toets Menu en selecteer Bewerken (Edit).
5. Breng de veranderingen aan en druk op de programmeerbare
toets Voltooid (Done).
Wijze van weergave
PhotoID biedt vier manieren waarin de gegevens van de contactpersonen worden weergegeven.
Om een keus te maken, drukt u in het hoofdscherm van PhotoID op de programmeerbare toets
Menu en selecteert u View Mode. Maak daarna de keus.
Alle contacten[Details]
De standaard is dat Alle contacten[Details] worden getoond als u
PhotoID opent.
In de linkerkolom ziet u de toegekende foto’s, en rechts de namen en
telefoonnummers van de contactpersonen. Is de contactpersoon op de
SIM-kaart opgeslagen, dan staat het pictogram
vóór het
telefoonnummer. Staat hij in de lijst van Contactpersonen, dan staat
daar het pictogram
.
Alle contacten[Lijst]
In deze stand ziet u bovenaan de toegekende foto, met de groep en het
telefoonnummer van de geselecteerde contactpersoon. Daaronder
staat de contactlijst met namen en locaties. Staat de contactpersoon op
de SIM-kaart, dan ziet u dat aan het pictogram
; staat de
contactpersoon in de lijst van Contactpersonen, dan ziet u achter de
naam het pictogram
.