Operation Manual

112
4. Druk op de programmeerbare toets Menu en selecteer Opties.
5. Selecteer Serverinstellingen.
6. Selecteer Verbinding.
7. Vul onder Gebruikersnaam uw naam bij Microsoft Exchange in.
8. Vul onder Wachtwoord uw wachtwoord bij Microsoft Exchange in.
9. Vul onder Domein de domeinnaam van de Exchange server in (indien nodig).
10. Wilt u het wachtwoord opslaan, zodat u het niet iedere keer opnieuw hoeft in te voeren,
selecteer dan Wachtwoord opslaan.
11. Vul onder Servernaam de naam van de Exchange server in.
12. Druk drie keer op de programmeerbare toets Gereed om terug te gaan naar het
hoofdscherm van ActiveSync.
De instellingen van ActiveSync op een later tijdstip wijzigen
De instellingen van ActiveSync wijzigen voor het synchroniseren met een computer:
Als u de instellingen van ActiveSync voor het synchroniseren met een computer wilt
wijzigen, gebruik dan ActiveSync op de computer. Zie “De hoeveelheid gesynchroniseerde
informatie wijzigen" in de ActiveSync-help op de computer.
De instellingen ActiveSync wijzigen voor het synchroniseren met uw Exchange-server:
1. Druk in het Beginscherm op de programmeerbare toets Begin en selecteer ActiveSync.
2. Druk op de programmeerbare toets Menu en selecteer Opties.
3. Selecteer Serverinstellingen.
4. Selecteer de synchronisatie-instellingen die u wilt bewerken: Agenda, Contactpersonen
of Postvak IN.
5. Voer een van de volgende bewerkingen uit:
Om de gegevens van Agenda, Contactpersonen of Postvak IN te wijzigen, activeert
u de optie Sync [Gegevenstype] met een server op de juiste pagina met
synchronisatie-instellingen.
Om de synchronisatie van de gegevens van Agenda, Contactpersonen of Postvak
IN te stoppen, schakelt u het selectievakje Sync [Gegevenstype] met een server uit
op de juiste pagina met synchronisatie-instellingen.
Wijzig de hoeveelheid informatie die moet worden gesynchroniseerd.
6. Selecteer Gereed.