Operation Manual

60
In uw Pocket PC moet u een partnerschap maken tussen uw Pocket PC en de
bureaucomputer via een van de directe verbindingsmethoden (USB-kabel of
infrarode verbinding). U moet ook een verbinding configureren in uw Pocket
PC zoals beschreven in hoofdstuk 6.1.
In uw bureaucomputer moet het volgende uitgevoerd zijn:
De bureaucomputer of netwerkserver is geconfigureerd zodat het is
toegestaan dat uw Pocket PC een verbinding maakt. Afhankelijk van de
versie van Windows in uw bureaucomputer, moet u Remote Access
Services of Dial-Up Networking installeren in uw bureaucomputer.
ActiveSync is geconfigureerd zodat een netwerkverbinding wordt
toegestaan. Zie ActiveSync Hulp in uw bureaucomputer voor meer
informatie.
Bij gebruik van een modem in uw bureaucomputer moet u de modem
inschakelen voordat u vertrekt.
Laat uw bureaucomputer aan staan en controleer of u zich heeft aangemeld
onder dezelfde naam als bij het aanmaken van het partnerschap.
Uw PIM-programma en e-mailprogramma (Microsoft Outlook of Microsoft
Exchange) moet naar behoren werken.