Operation Manual
Table Of Contents
- 1 Aan de slag
- 1.1 Kennismaken met de hardwarefuncties
- 1.2 De eerste keer opstarten
- 1.3 Op het AC-vermogen aansluiten en de batterij opladen
- 1.4 De batterij opladen via de USB-kabel
- 1.5 Het apparaat in een voertuig gebruiken
- 1.6 Basisvaardigheden
- 1.7 Een SD/MMC-kaart gebruiken
- 2 Audio
- 3 Afbeeldingen's
- 4 Contacten
- 5 Bluetooth
- 6 Rekenmachine
- 7 Bestandsbeheer
- 8 Instellingen
- 9 MioTransfer
- 10 Problemen oplossen en onderhoud
- 11 Reglementeringsinformatie

1.5 Het apparaat in een voertuig gebruiken
OPGELET:
z Selecteer een geschikte locatie voor de montage van het apparaat in een voertuig. Plaats
het apparaat nooit op een plaats waar het zicht van de chauffeur wordt gehinderd. Zorg
ervoor dat de GPS-antenne een vrij zicht op de hemel heeft.
z Als de voorruit van de auto getint glas heeft, raden wij u aan een autoantenne (afzonderlijk
verkrijgbaar) te gebruiken die van op het dak van de auto, door de ruit, wordt geleid. Zorg
ervoor dat de antenne niet gekneld raakt wanneer u het raampje sluit.
De apparaat- of TMC-slede gebruiken
Afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft, wordt een apparaat- of
TMC-slede bijgeleverd. Gebruik de slede en de voet om uw apparaat in een
voertuig te bevestigen. (Zie afzonderlijk document voor de installatie-instructies.)
Met de TMC-houder (alleen voor bepaalde modellen) kunt u de TMC-antenne
aansluiten voor de ontvangst van radiozenders die worden gebruikt om chauffeurs
op de hoogte te brengen van de verkeerssituatie. TMC-informatie wordt
gecontroleerd door de navigatiesoftware. Zodra de informatie is ontvangen, kunt
u deze weergeven op uw apparaat en verschijnen er verkeerspictogrammen in de
kaartweergave. Sommige wegen waarop druk verkeer is gemeld, zullen worden
gemarkeerd en u kunt ervoor kiezen deze wegen te vermijden. In dat geval wordt
automatisch een alternatieve route berekend. (Raadpleeg de handleiding van de
navigatiesoftware voor gedetailleerde informatie.)
8