Gebruikershandleiding
R01 (EU) Handelsmerken Het Bluetooth-woordmerk en de logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven. Opmerking De specificaties en handleidingen zijn onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving. Mio Technology aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade die is opgelopen door fouten, weglatingen of afwijkingen tussen het apparaat en de handleidingen.
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen en mededelingen .............................................v 1 Aan de slag........................................................................................1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2 Kennismaken met de hardwarefuncties............................................... 1 Onderdelen op de voorzijde ................................................................. 1 Onderdelen op de achterzijde ..............................................................
2.7 2.8 3 Afbeeldingen's ................................................................................25 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4 5.3 5.4 Over Bluetooth-profielen .................................................................... 39 Verbinden met een mobiele Bluetooth-telefoon................................. 40 Een mobiele telefoon de eerste keer verbinden ................................ 40 Een verbinding met een andere mobiele telefoon maken .................
6.3 6.4 7 Bestandsbeheer..............................................................................61 7.1 7.2 7.3 8 Bestandsbeheer starten en afsluiten ................................................. 61 Bestanden overdragen....................................................................... 62 Van de opslagkaart naar uw apparaat ............................................... 62 Van uw apparaat naar de opslagkaart ............................................... 64 Mappen en bestanden beheren ...
11 Reglementeringsinformatie ...........................................................87 11.1 Regelgevingverklaringen.................................................................... 87 Europese mededeling ........................................................................ 87 Bluetooth ............................................................................................ 88 11.2 Veiligheidsmaatregelen...................................................................... 88 Over het opladen..
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen Voorzorgsmaatregelen en mededelingen z Voor uw eigen veiligheid raden wij u af de bedieningselementen van het apparaat te gebruiken tijdens het rijden. z Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Het product is uitsluitend bedoeld als navigatiehulpmiddel. Het is niet bedoeld om nauwkeurige afmetingen te geven met betrekking tot de richting, de afstand, de locatie of de topografie. z De berekende route is alleen informatief bedoeld.
z Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, hebt u een autohouder nodig. Het is aanbevolen het apparaat op een geschikte plaats te installeren en niet op de plaatsen die in de onderstaande afbeelding worden weergegeven Niet monteren wanneer het gezichtsveld van de chauffeur geblokkeerd is. Niet monteren voor de panelen van de airbag. vi Niet los op het dashboard plaatsen. Niet monteren binnen het bereik van een geopende airbag.
1 Aan de slag 1.1 Kennismaken met de hardwarefuncties OPMERKING: Afhankelijk van het gekochte model, kan de kleur van het apparaat afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding. Onderdelen op de voorzijde Ref n o p q Onderdeel Aanraakscherm Bluetoothindicator Laadindicator Microfoon Beschrijving Geeft de uitvoer van het apparaat weer. Tik met uw vinger op het scherm om menuopdrachten te selecteren of informatie in te voeren. Het blauwe lampje knippert om aan te geven dat Bluetooth is ingeschakeld.
Onderdelen op de achterzijde Ref n o Onderdeel Aansluiting GPSautoantenne Houder Beschrijving Onder de rubberkap is een aansluiting voorzien voor de GPS-autoantenne. Met de antenne op het dak van de auto bent u verzekerd van een betere signaalontvangst. Wordt aangesloten op de autohouder.
Ref Onderdeel n SD/MMC-sleuf o Hoofdtelefoonaansluiting Beschrijving Ondersteunt SD- (Secure Digital) of MMC(MultiMediaCard) kaarten voor toegang tot gegevens zoals kaarten Voor het aansluiten van een stereo hoofdtelefoon. Onderdelen aan de bovenzijde Ref Onderdeel n Voedingsknop Beschrijving Schakelt het apparaat in en uit. (Er is een verschil wanneer u de knop kort of lang indrukt. Zie Paragrafen 1.6 en 10.1 voor meer informatie.
1.2 De eerste keer opstarten 1. Om het apparaat voor de eerste keer op te starten, houdt u de voedingsknop gedurende 5 seconden ingedrukt. OPMERKING: Voor een normale werking, drukt u kort op de voedingsknop om uw apparaat in en uit te schakelen. 2. Uw apparaat wordt ingeschakeld. Laad uw apparaat onmiddellijk op zoals beschreven in de volgende paragraaf. 3. Het scherm "Andere taal" verschijnt. Tik op de pijlknop om de gewenste taal . te selecteren. Tik daarna op de knop 4.
5. Het startscherm verschijnt. U kunt nu uw apparaat gebruiken.
1.3 Op het AC-vermogen aansluiten en de batterij opladen Als u de batterij voor de eerste keer oplaadt, moet u het minstens gedurende 8 uur opladen. 1. Schuif en klik de AC-converter op de AC-adapter. 2. Sluit de adapterkabel op de onderkant van uw apparaat aan. 3. Steek de AC-adapter in een stopcontact. 4. Het oranje lampje van de laadindicator brandt tijdens het opladen. Koppel het apparaat niet los tot de batterij volledig is opgeladen wanneer de laadindicator groen oplicht.
1.4 De batterij opladen via de USB-kabel 1. Schakel de computer in. 2. Sluit het mini-uiteinde van de USB-kabel aan op de onderkant van uw apparaat en het andere uiteinde op de USB-poort van de computer. 3. Als uw apparaat is ingeschakeld, verschijnt het onderstaande scherm. Wanneer uw apparaat op een computer is aangesloten, zult u het niet kunnen gebruiken. OPMERKING: z Wanneer het apparaat op een computer wordt aangesloten, wordt het herkend als een extern apparaat voor massaopslag.
1.5 Het apparaat in een voertuig gebruiken OPGELET: z Selecteer een geschikte locatie voor de montage van het apparaat in een voertuig. Plaats het apparaat nooit op een plaats waar het zicht van de chauffeur wordt gehinderd. Zorg ervoor dat de GPS-antenne een vrij zicht op de hemel heeft. z Als de voorruit van de auto getint glas heeft, raden wij u aan een autoantenne (afzonderlijk verkrijgbaar) te gebruiken die van op het dak van de auto, door de ruit, wordt geleid.
De autovoedingskabel aansluiten De autovoedingskabel levert stroom aan uw apparaat, wordt de voeding geleverd door de autolader. OPGELET: om uw apparaat te beschermen tegen onvoorziene stroompieken, mag u de autovoedingskabel pas aansluiten nadat de motor van de auto is gestart. 1. Sluit het ene uiteinde van de autolader aan op de voedingsaansluiting van de houder. 2. Sluit het andere uiteinde aan op de sigarettenaansteker in de auto om stroom te leveren aan uw apparaat.
1.6 Basisvaardigheden Het apparaat in- en uitschakelen Voor een normale werking, schakelt u het apparaat uit door kort op de voedingsknop te drukken. Het apparaat gaat in stand-by. Wanneer u de voedingsknop vervolgens opnieuw kort indrukt, wordt het systeem opnieuw geactiveerd. U zult terugkeren naar het punt waar u bent gestopt of u krijgt het startscherm te zien.
z Tikken Raak het scherm eenmaal met uw vingertop aan om items te openen en knoppen of opties op het scherm te selecteren. z Slepen Houdt uw vingertop op het scherm en sleep het omhoog/omlaag/naar links/naar rechts of over het scherm. z Tikken en vasthouden Tik op het scherm en houdt uw vingerpunt daar totdat de handeling is voltooid, of tot er een resultaat of menu wordt weergegeven. Startscherm De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt het startscherm weergegeven.
s Stereo t Extra u Instellingen Zoekt Bluetooth-headsets voor een verbinding. Rekenmachine levert basisfuncties voor rekenen, valutaconversie en maatconversie. Bestandsbeheer draagt multimediabestanden over tussen een opslagkaart en het flashgeheugen van het apparaat. Hiermee past u de systeeminstellingen aan. Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Het schermtoetsenbord gebruiken Er zijn situaties waarbij u tekst of cijfers moet invoeren op uw apparaat.
Cijfer/symbolentoetsenblok Schakelen naar alfabetisch toetsenblok Wanneer u op tikt om de umlaut in te schakelen, kunt u herhaaldelijk op een klinker tikken om een andere vorm van de letter in te voeren. U kunt ook op de letter in het pop-upvenster tikken, zoals hieronder weergegeven. Umlaut ingeschakeld. Tik opnieuw op de knop om uit te schakelen. Tik op nadat u de invoer hebt voltooid.
1.7 Een SD/MMC-kaart gebruiken Uw apparaat is voorzien van een SD/MMC-sleuf waarin u een optionele Secure Digital- of MultiMediaCard- geheugenkaart kunt plaatsen. Opslagkaarten tot 2 GB worden ondersteund. Om een SD/MMC-kaart te gebruiken, plaatst u de kaart in de sleuf met de connector naar de sleuf en het label naar de voorkant van het apparaat gericht. Als u een kaart wilt verwijderen, moet u eerst controleren of er geen toepassingen gebruik maken van de kaart.
2 Audio 2.1 Audio starten en afsluiten Audio biedt: z Het afspelen van MP3/WAV/WMA-bestanden z Basis-afspeelbesturingen zoals afspelen, pauzeren, stoppen, volgende en vorige z Afspelen inclusief enkelvoudige selectie afspelen, herhaling, enkele herhaling, voorbeeld afspelen, normale volgorde en willekeurige volgorde.
Om het programma te verlaten, tikt u op . 2.2 De audiobestanden Voorbereiden voor Uw Apparaat Zorg dat u over bestanden (.mp3/.wav/.wma) beschikt in de map My Flash Disk\My Audio van het apparaat of op een geheugenkaart voordat u begint met het gebruik van het programma. Met het hulpprogramma Mio Transfer kunt u de bestanden gemakkelijk van de computer naar de gewenste locatie kopiëren. (Raadpleeg paragraaf 9.3 voor details.) 2.3 Audiobestanden Afspelen 1.
Het informatiegebied toont de huidige status, inclusief de status afspelen/pauzeren/stoppen, de verstreken tijd, de voedingsstatus, de weergavemodus, het volumeniveau en de eigenschappen van het huidige nummer, zoals de artiest (indien beschikbaar bij het bestand), de bestandsnaam, de totale lengte en stereo/mono-informatie.
Afspeelmodus Schakelt naar de volgende modus: Herhaald afspelen van het huidige bestand. Herhaald in volgorde afspelen van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Afspelen in willekeurige volgorde van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Afspelen in willekeurige volgorde van de intro (10 seconden) van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Afspelen in volgorde van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Liedjesteksten Opent de weergave van de liedjesteksten.
2.5 Liedjesteksten weergeven Met de Audiospeler kunt u de liedjesteksten in real time weergeven op het scherm tijdens het afspelen van nummers. Deze functie is vooral handig wanneer u wilt meezingen met de nummers. Het liedjestekstbestand voorbereiden voor uw apparaat Om de liedjesteksten weer te geven, moeten er liedjestekstbestanden (.lrc) voorzijn zijn in de map \My Flash Disk\My Audio\Lyric\ van uw apparaat of in de map \Lyric\ van uw geheugenkaart. OPMERKING: U kunt deze .
Terwijl het nummer wordt afgespeeld, schuift de tekst per regel over het scherm waarbij de huidige regel met een andere kleur wordt gemarkeerd. De achtergrondafbeelding wijzigt volgens een specifiek tijdinterval. Tik op een willekeurige plaats op het scherm om het scherm met de liedjestekst te sluiten en terug te keren naar het bedieningspaneel. 2.6 De afspeellijsten gebruiken U kunt uw eigen afspeellijsten maken om ze later te gebruiken. Een speellijst maken 1.
Terug Alle nummers toevoegen aan de afspeellijst.. Voeg geselecteerd(e) nummer(s) toe aan de afspeellijst. 4. Om de afspeellijst op te slaan, tikt u op . 5. Het toetsenbordscherm verschijnt. Hiermee kunt u de standaardnaam van de afspeellijst wijzigen. Wijzig de naam van de afspeellijst als u dat wenst. Tik wanneer u klaar bent. op 6. Om naar het configuratiepaneel terug te keren, tikt u op . Een afspeellijst openen Om een van de door u gemaakte afspeellijsten te openen, gaat u als volgt te werk: 1.
3. Tik op de afspeellijst die u wilt openen en tik op . Terug Naam geselecteerde afspeellijst wijzigen. Verwijder de geselecteerde afspeellijst. Open de geselecteerde afspeellijst. Alle afspeellijsten verwijderen. 4. Om naar het configuratiescherm terug te keren, tikt u op . 2.7 Versterker Het programma levert 11 vooraf ingestelde audioprofielen. Tik op paneel van de versterker (equalizer) te openen.
Tik op keren. om uw selectie op te slaan en naar het configuratiescherm terug te Om het profiel Normal te selecteren, tikt u op . 2.8 Instellingen Tikt u op . Het scherm Settings (Instellingen) wordt weergegeven. Help OPMERKING Om de functie van elke knop te kennen, kunt u op tikken. Tik vervolgens op de knop in de lijst om een beschrijvingsregel aan de rechterzijde van het scherm weer te geven. Tik in het selectievakje (√) om de energiespaarstand in te schakelen.
3 Afbeeldingen's 3.1 Afbeeldingen's starten en afsluiten Met Afbeeldingen's kunt u Afbeeldingen's in JPG-, JPEG- en BMP-indelingen bekijken en van de Afbeeldingen's op uw apparaat een diashow weergeven. Tik op het startscherm op de knop Afbeeldingen’s om het programma te starten. Om het programma te verlaten, tikt u op . 3.2 De Afbeeldingen's voor uw apparaat voorbereiden Zorg dat u over bestanden (.jpg/.jpeg/.
OPMERKING: Fotoviewer biedt geen ondersteuning voor de weergave van BMP-bestanden in indelingen met een kleurdiepte van 32 bits of meer. 3.3 Afbeeldingen's in Miniatuurbeeld weergeven 1. Als uw bestanden op een opslagkaart staan, steekt u de kaart in uw apparaat. 2. Tik op het startscherm op de knop Afbeeldingen’s om het programma te starten. 3. Het programma zal de passende bestanden in de aangeven map op uw apparaat , en in alle mappen op een opslagkaart zoeken.
3.4 Een Afbeeldingen in volledig scherm weergeven Als u in het miniatuurbeeld tweemaal op een Afbeeldingen tikt, wordt de Afbeeldingen in volledig scherm weergegeven. U kunt ook op een afbeelding tikken en vervolgens op tikken. Vorige Volgende Om naar het miniatuurbeeld terug te keren, tikt u ergens op het scherm om de besturingsknoppen weer te geven en daarna tikt u op . 3.5 Besturingsknoppen op het scherm De besturingsknoppen op het scherm leveren verschillende functies en instellingen.
Besturings -knop Naam Diashow Start de diashow. (Raadpleeg paragraaf 3.6 voor gedetailleerde informatie.) Interval Stelt de tijdsduur in gedurende welke elke dia moet worden weergegeven, voordat er naar de volgende dia wordt overgegaan. Tik op de knop om naar de volgende beschikbare optie over te schakelen. 1 seconde 3 seconden 5 seconden Schakelt de weergave van de naam en datum van het bestand in en uit. Informatie Verwijderen Verwijdert de huidige Afbeeldingen. Zoom Opent de zoombalk.
3.6 De diashow weergeven Om van al uw Afbeeldingen's een diashow weer te geven, gebruikt u een van de volgende manieren: z In het miniatuurbeeld tikt u op om de diashow te starten. z In volledig scherm tikt u ergens op de Afbeeldingen om de besturingsknoppen op het scherm weer te geven. Daarna tikt u op starten. om de diashow te Om de diashow te stoppen, tikt u ergens op het scherm.
4 Contacten 4.1 Contacten starten en afsluiten Met Contacten kunt u een lijst van namen, adressen en telefoonnummers bijhouden. OPMERKING: Als u op uw computer contactinformatie met Microsoft Outlook hebt gemaakt, kunt u deze informatie naar uw apparaat kopiëren. (Raadpleeg Hoofdstuk 9.4 voor informatie.) Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. De contactenlijst wordt weergegeven.
Om het programma te verlaten, tikt u op . 4.2 De contactenlijst gebruiken Nadat u Contacten hebt gestart, wordt de contactenlijst weergegeven. Hier worden de namen en telefoonnummers (bij verstek mobiele telefoonnummers) van uw contacten weergegeven. U kunt de verschillende knoppen op het scherm gebruiken om een contact te zoeken, naar een contactadres te navigeren, naar een contact te bellen, enzovoorts. Tik een van de alfabetreeksen aan om snel een contactpersoon te vinden.
4.3 Het beknopte scherm In de contactenlijst tikt u tweemaal op een contact om het beknopte scherm van het contact weer te geven. Tik aan om door de invoervelden te rollen. Terug 4.4 Naar een contactadres navigeren U kunt een adres van een contact als uw GPS-navigatiedoel instellen. 1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. 2. In de contactenlijst selecteert u het gewenste contact en daarna tikt u op . om het huisadres te selecteren, of op 3. Tik op te selecteren.
4. Het navigatieprogramma start. (Raadpleeg het document dat met de navigatiesoftware wordt meegeleverd, voor meer informatie.) 4.5 Een contact opbellen 1. Verbind uw apparaat met een mobiele Bluetooth-telefoon zoals beschreven in paragraaf 8.4. 2. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. 3. In de contactenlijst selecteert u het gewenste contact en tikt u op . OPMERKING: De oproepknop is alleen beschikbaar voor gebruik wanneer een mobiele Bluetooth-telefoon is verbonden.
4.6 Contacten beheren Een contact toevoegen 1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. 2. Tik op . 3. Tik tweemaal op een invoerveld. Of tik op een veld en tik vervolgens op . Het zachte toetsenpaneel wordt weergegeven.
4. Gebruik het zachte toetsenpaneel om de informatie in het veld te voeren en tik . op 5. Voer de informatie in andere velden, zoals de adres- en telefoonnummervelden in. U moet naar beneden schuiven om alle beschikbare velden te zien. OPMERKING Wanneer u het adres invoert, begeleidt het schermtoetsenbord u doorheen de verschillende onderdelen van het adres, zoals het land, de plaats, de straat en het huisnummer. Nadat u een onderdeel hebt ingevoerd, tikt u op om door te gaan naar het volgende gedeelte.
6. Tik op om de contactinformatie op te slaan en naar de contactenlijst terug te keren. Een contact bewerken Om contactinformatie te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. In de contactenlijst tikt u tweemaal op het contact om het beknopte scherm te openen. - of Tik in de lijst met contactpersonen op de contactpersoon en tik vervolgens op . 2. Tik tweemaal op het veld dat u wilt bewerken en gebruik het zachte toetsenpaneel om te bewerken. Als u een veld wilt wissen, tikt u op het veld en . vervolgens op 3.
Een contact verwijderen In de contactenlijst selecteert u het contact dat u wilt verwijderen en daarna tikt u op 38 .
5 Bluetooth 5.1 Over Bluetooth-profielen Uw apparaat bevat de draadloze Bluetooth-communicatietechnologie. Apparaten met Bluetooth-capaciteiten kunnen informatie uitwisselen over een afstand van ongeveer 10 meter (30 ft.) zonder dat een fysieke verbinding is vereist. Uw apparaat ondersteunt de onderstaande Bluetooth-profielen: z Hands-free Profile (HFP) (Handenvrij profiel) Hiermee kan uw apparaat worden gebruikt als een handenvrij apparaat voor een mobiele Bluetooth-telefoon.
5.2 Verbinden met een mobiele Bluetooth-telefoon Een mobiele telefoon de eerste keer verbinden OPMERKING: In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de Bluetooth-verbinding vanaf uw apparaat kunt starten. Als u de Bluetooth-verbinding vanaf een mobiele Bluetooth-telefoon wilt starten, moet u ervoor zorgen dat uw apparaat in de identificeerbare modus is. (Zie paragraaf 8.8 voor informatie.) 1. Controleer of de mobiele telefoon in de identificeerbare modus is ingesteld. 2.
4. Het zoekresultaat wordt weergegeven op het scherm. Tik op de mobiele telefoon die u wilt verbinden. 5. Tik op het schermtoetsenbord om de wachtwoordsleutel in te voeren (max. 16 tekens). 6. Voer dezelfde wachtwoordsleutel in op uw mobiele Bluetooth-telefoon, zodat de verbinding kan worden gemaakt. Afhankelijk van het model van uw mobiele telefoon, is het mogelijk dat u de handenvrij-service moet selecteren om de verbinding te voltooien. 7.
9. In het hoofdmenu van de mobiele telefoon, kunt u telefoonnummers kiezen door op de knoppen op het scherm te tikken. (Zie paragraaf 5.3 voor informatie.) 10. U kunt op Terug tikken om het scherm te minimaliseren en andere functies van het apparaat te gebruiken.
Een verbinding met een andere mobiele telefoon maken En mobiele telefoon die nog niet in de snelkoppelingslijst staat, verbinden: 1. Als u zich in het hoofdmenu van de mobiele telefoon bevindt, tikt u op Verbinden met tel. 2. Tik in het snelkoppelingsmenu op Ander zoeken. De snelkoppeling van de mobiele telefoon gebruiken Zodra een Bluetooth-verbinding is gemaakt, wordt de snelkoppeling opgeslagen.
De geselecteerde snelkoppe ling verwijderen OPMERKING: z Alle snelkoppelingen worden gewist wanneer u het apparaat afsluit. z Het programma kan maximaal 15 snelkoppelingen opslaan. Een 16de snelkoppeling zal de oudste vervangen. De verbinding met de mobiele telefoon verbreken Tik op het verbonden apparaat in het snelkoppelingsmenu en tik op Verbinding verbreken wanneer het bericht verschijnt met de vraag uw bewerking te selecteren. 5.
Kiezen Wanneer u in het hoofdmenu van de mobiele telefoon op de knop Kiezen tikt, kunt u het telefoonnummer invoeren via het toetsenblok op het scherm. Tik op nadat u het nummer hebt ingevoerd om het nummer te kiezen. OPMERKING: Voor internationale oproepen moet een landcode worden toegevoegd aan het telefoonnummer. De landcode wordt op uw apparaat gescheiden van de rest van de nummerreeks door een plusteken (+).
OPMERKING: Wanneer een andere mobiele telefoon dan de vorige wordt verbonden, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd of u het vorige externe telefoonboek wilt vervangen door het huidige. z Als u het externe telefoonboek wilt vernieuwen, tikt u op Telefoonnr. ophalen om het telefoonboek opnieuw te downloaden van de mobiele telefoon.
OPMERKING: Wanneer een andere mobiele telefoon dan de vorige wordt verbonden, verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd of u de vorige oproepgeschiedenis telefoonboek wilt vervangen door de huidige. Het geselecteerde telefoonnummer opslaan naar het programma Contacten De lijst toont standaard de binnenkomende, uitgaande en gemiste oproepen. U kunt de oproepen filteren door op Opties te tikken.
Om het gesprek te accepteren, tikt u op . Om het gesprek te . weigeren, tikt u op OPMERKING: U kunt uw Mio instellen om automatisch een inkomende oproep te beantwoorden. (Zie paragraaf 8.8.) Bewerkingen tijdens een oproep Tijdens een telefoonoproep: z Als u andere nummers, zoals een toestelnummer, moet invoeren, tik dan op Toetsenbord om het toetsenblok te openen en tik op de gewenste cijfers. z Tik op de knop Dempen om het geluid te dempen zodat de gesprekspartner u niet kan horen.
z Tik op Minimal. om het scherm te minimaliseren en terug te keren naar het vorige scherm. 5.4 Een Bluetooth-headset verbinden Een headset voor de eerste keer verbinden 1. Controleer of de te verbinden headset een stereo Bluetooth-headset is. 2. Tik op het startscherm op Stereo. 3. Als dit de eerste keer is dat u een headset probeert te verbinden, zal het programma Bluetooth-headsets in de buurt zoeken.
5. Tik op het schermtoetsenbord om de wachtwoordsleutel in te voeren. (Raadpleeg de handleiding van de headset voor de wachtwoordsleutel.) 6. Nadat de verbinding is voltooid, verschijnt een bericht op het scherm. Tik op Ja. 7. Het snelkoppelingsmenu verschijnt met de naam van het verbonden apparaat bovenaan op het scherm. Een vinkje geeft aan dat het apparaat verbonden is.
8. U kunt op Terug tikken om terug te keren naar het startscherm. Een andere headset verbinden Om een headset te verbinden die nog niet in de snelkoppelingslijst staat, tikt u op Ander zoeken in het snelkoppelingsmenu. De snelkoppeling Headset gebruiken Zodra een Bluetooth-verbinding is gemaakt, wordt de snelkoppeling opgeslagen. Wanneer u vervolgens op de knop Verbinden met headset op het startscherm tikt, zal het programma proberen een verbinding te maken met de laatst gekoppelde headset.
6 Rekenmachine 6.1 De rekenmachine starten en afsluiten De Rekenmachine levert drie modi: Rekenmachine, Valuta en Conversie. U kunt deze modi gebruiken om basisfuncties voor rekenen, valutaconversie en maatconversie uit te voeren. Tik op Extra op het scherm Home en tik vervolgens op Rekenmachine om het programma te starten.
Het scherm van de rekenmachine wordt weergegeven. Om naar een andere modus over te schakelen, tikt u op een van de knoppen in de rechterbovenhoek van het scherm. Schakel over naar rekentoestelmodule. Schakel over naar valutamodule. Schakel over naar conversiemodule. Verlat Om het programma te verlaten, tikt u op . 6.2 De modus Rekenmachine gebruiken De modus Rekenmachine (Calculator) laat u een van de standaardhandelingen uitvoeren, waar u normaal een handrekenmachine voor zou gebruiken.
Rekenmachinegeheugen Geheugenaanwijze Geheugentoetsen Bedieningsknop Naam Geheugen annuleren Beschrijving Verwijdert de waarde uit het geheugen. Geheugen terugroepen Geeft de waarde in het geheugen weer. Geheugen plus Voegt de huidige waarde aan de waarde in het geheugen toe. Geheugen minus Haalt de huidige waarde van de waarde in het geheugen af. 6.3 De valutamodus gebruiken Gebruik de modus Valuta om de valuta om te zetten. U kunt ook de wisselkoers bewerken. 1.
3. Tik op de pijl omlaag naast het invoerveld om een valutalijst weer te geven en selecteer de valuta die u wilt omzetten. Als u een valuta hebt geselecteerd, wordt in de linkerbovenhoek van het invoerveld de afkorting van de valuta weergegeven. Inputveld Valuta aanwijzer. Valuta schuiflijst. Raak aan om naar het opmaakscherm te gaan. Schuifbalk 4. Tik op de pijl omlaag naast het uitvoerveld om een valutalijst weer te geven en selecteer de valuta waarheen u wilt omzetten.
Outputveld Valuta aanwijzer. Valuta schuiflijst. Schuifbalk 5. Voer de valutawaarde in het invoerveld door op het numerieke toetsenpaneel op de nummerknoppen te tikken. U kunt ook in het invoerveld basissommen berekenen. De omgezette valuta verschijnt onmiddellijk in het uitvoerveld. Inputwaarde Outputwaarde OPMERKING: Het programma gebruikt standaardwisselkoersen, tenzij u deze verandert. (Raadpleeg de subparagraaf hieronder voor informatie.
4. Voer de wisselkoers in en tik op en naar het vorige scherm terug te keren. om de wijzigingen op te slaan 6.4 De conversiemodus gebruiken De modus Conversie laat u maten van een eenheid naar de andere omzetten. 1. Start het programma Rekenmachine zoals in paragraaf 5.1 wordt beschreven 2. Tik op om naar de modus Conversie over te schakelen. 3. Tik op de maatknop om een lijst met maten weer te geven. Selecteer de gewenste maat uit de lijst.
4. Tik op de pijl omlaat naast het invoerveld om een eenheidslijst weer te geven en selecteer de eenheid die u wilt omzetten. Als u een eenheid hebt geselecteerd, wordt in de linkerbovenhoek van het invoerveld de afkorting van de eenheid weergegeven. Inputveld Unit aanwijzer. Unit schuiflijst. 5. Tik op de pijl omlaag naast het uitvoerveld om een lijst met eenheden weer te geven en selecteer de eenheid waarheen u wilt omzetten.
Outputveld Unit aanwijzer. Unit schuiflijst. 6. Voer in het invoerveld de waarde in door op het numerieke toetsenpaneel op de nummerknoppen te tikken. U kunt in het invoerveld ook basisberekeningen uitvoeren. De omgezette waarde verschijnt onmiddellijk in het uitvoerveld.
7 Bestandsbeheer 7.1 Bestandsbeheer starten en afsluiten Met Bestandsbeheer kunt u multimediabestanden overdragen tussen uw apparaat en een opslagkaart. Tik op Extra op het scherm Home en tik vervolgens op Bestandsbeheer om het programma te starten.
Het scherm Bestandsbeheer toont specifieke mappen van uw apparaat in de linkerkolom en de map(pen)/bestand(en) van de opslagkaart, als deze is geplaatst, in de rechterkolom. OPMERKING: De linkerkolom toont alleen “specifieke” mappen in My Flash Disk (Mijn flashdisk) van uw apparaat. “Specifieke” mappen verwijzen naar vooraf gedefinieerde gegevensmappen voor multimediaprogramma's (zoals de map My Audio (Mijn audio) voor het audioprogramma).
3. Om de doelmap te selecteren, tikt u tweemaal op de map in de linkerkolom om deze te openen. U kunt ook op de map tikken en vervolgens op tikken om de map te openen. 4. Als het bronbestand zich in een map van de opslagkaart bevindt, tikt u tweemaal op de map in rechterkolom om de map te openen. Tik op als u alle mappen wilt selecteren. 5. Selecteer uw bronbestand door in de rechterkolom te tikken. Tik op als u alle bestanden wilt selecteren.
OPMERKING: Tik op 6. Tik op om een niveau omhoog te gaan. om het geselecteerde bestand naar de doelmap te selecteren. Van uw apparaat naar de opslagkaart Gebruik dezelfde methode zoals beschreven in de vorige subsectie om bestanden van uw apparaat naar de opslagkaart te kopiëren, maar ga nu van de linkerkolom naar de rechterkolom ( ). 7.
8 Instellingen 8.1 Instellingen starten en afsluiten U kunt de systeeminstellingen zoals helderheid van achterlicht, volume en taal aanpassen. Zodra u de instellingen hebt verandert, blijven de nieuwe instellingen in werking, totdat u ze opnieuw verandert. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. Het menu Instellingen verschijnt zoals hieronder wordt weergegeven.
Om Instellingen af te sluiten, tikt u op . In de volgende paragrafen worden de verschillende knoppen en hun functies beschreven. 8.2 Achterlicht 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Achterlicht (Backlight). 3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om de helderheid van het achterlicht bij te stellen. Om het achterlicht donkerder te maken, verplaatst u de knop naar links. Om het achterlicht helderder te maken, verplaatst u de knop naar rechts. 4.
8.3 Volume 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Volume. 3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om het volume bij te stellen. Om het volume te verlagen, verplaatst u de knop naar links. Om het volume te verhogen, verplaatst u de knop naar rechts. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 8.4 Scherm U kunt het touch-screen kalibreren als deze niet nauwkeurig op uw tikken reageert. 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Scherm.
3. Tik op om het kalibreren te starten. 4. Tik op het doel en houdt het centrum van het doel vast. 5. Als het doel naar een andere positie gaat, tikt u op het nieuwe doel en houdt u deze vast. Herhaal dit elke keer om het kalibreren te voltooien. 6. Bij voltooiing tikt u op . 8.5 Vermogen Om het resterende vermogenniveau van uw batterij te controleren en/of om de functie vermogenbezuiniging in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2.
3. Het scherm toont het resterende vermogen van uw batterij. U kunt een timer instellen zodat deze automatisch uitgaat als uw apparaat voor een ingestelde tijdsperiode buiten werking is. De optie bevat Nooit, 30 minuten, 20 minuten en 10 minuten. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 8.6 Datum&tijd 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Datum&tijd.
3. Om de tijdzone te veranderen, tikt u in het item "Tijdzonde" op de linker-/rechterpijlknop. 4. Om de datum te veranderen, tikt u in het item "Datum" op de pijlknop omlaag. Tik op de kalender op de linker pijlknop om naar de vorige maand of jaar te gaan. Als alternatief kunt u rechtstreeks bovenin de kalender op de maand of het jaar tikken, om de maand of het jaar te veranderen. 5. Als de kalender de huidige maand toont, tikt u op de kalender op de datum.
5. Om de tijd in te stellen, tikt u eerst in het item "Tijd" op het uur, de minuut of seconde en daarna tikt u op de pijlknop omhoog of omlaag, om de waarde respectievelijk te verhogen/verlagen. 6. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 8.7 Andere Taal 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Andere taal. 3. Tik op de linker/rechter pijlknop om de gewenste taal te selecteren. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan.
8.8 Bluetooth 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Bluetooth. 3. Het scherm “Bluetooth-instellingen” bevat 3 knoppen zoals hieronder beschreven. 4. Nadat u de instellingen in een scherm hebt voltooid, tikt u op Klaar. 5. Tik op Terug om terug te keren naar het scherm Instellingen.
BT-voorkeuren C520 De instellingsitems in het scherm “BT-voorkeuren” zijn: z Naam Tik op dit veld als u de naam van het Bluetooth-apparaat wilt wijzigen. Een schermtoetsenbord verschijnt waarin u de nieuwe naam kunt invoeren. z Bluetooth inschakelen De Bluetooth-radio is aan wanneer dit item is ingeschakeld. Schakel dit item uit als u de Bluetooth-radio wilt uitschakelen. z Opspoorbare Bluetooth Schakel dit item in om uw apparaat detecteerbaar te maken voor andere Bluetooth-apparaten.
U kunt opgeven hoe snel uw apparaat een binnenkomende oproep automatisch beantwoordt. Als u een oproep handmatig wilt beantwoorden, selecteert u Nooit. Voorkeuren verwijderen Telkens wanneer u een specifiek gegeven, zoals hieronder weergegeven, wilt verwijderen, schakelt u het overeenkomende item in het scherm "Voorkeuren verwijderen" in.
3. Tik op .
9 MioTransfer 9.1 Mio Transfer installeren Met Mio Transfer kunt u gegevens, zoals MP3 en foto's heel eenvoudig overdragen tussen uw apparaat en een computer. Mio Transfer op uw computer installeren: 1. Schakel uw computer in en plaats de toepassings-cd/dvd in het cd/dvd-romstation van uw computer. 2. Klik in het taalselectiescherm op de taal die u wilt gebruiken voor de installatie. 3. Klik op Mio Transfer installeren.
4. Klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. OPMERKING: als u klikt op Installeer Mio Transfer wanneer Mio Transfer al op uw computer is geïnstalleerd, wordt de toepassing verwijderd uit uw systeem. 9.2 Mio Transfer starten en afsluiten Klik op het pictogram Mio Transfer op het bureaublad van Windows om het programma te openen. Het scherm Mio Transfer verschijnt.
z Contacten Hiermee kunt u de Gegevens van de Contactpersonen van Microsoft Outlook kopiëren van uw computer naar uw apparaat. (Zie paragraaf 9.4 voor details.) z Mio Online biedt een koppeling de website van Mio. Klik om Mio Transfer af te sluiten gewoon op Afsluiten in de rechterbenedenhoek van het scherm.
4. Klik op het bureaublad van Windows op het pictogram Mio Transfer om Mio Transfer te starten. Het scherm Mio Transfer verschijnt. 5. Selecteer het bestandstype dat u wilt kopiëren. z Om audiobestanden te kopiëren, klikt u in de menubalk bovenaan op Audio. z Klik in de menubalk bovenaan op Afbeeldingen om de foto’s of afbeeldingen te kopiëren. De linkerkolom toont de stations van uw computer en de rechterkolom toont de bestanden in de overeenkomende map op het doelapparaat ( of ). Doelapparaat 6.
statusbalk geeft nu de voortgang van de bestandsoverdracht weer en het geselecteerde bestand wordt naar het doelapparaat gekopieerd. OPMERKING: u kunt de bestanden ook van uw apparaat naar uw computer kopiëren. Selecteer eerst het te kopiëren bestand in de rechterkolom en selecteer een map in de t om linkerkolom waarin deze bestanden moeten worden geplaatst. Klik vervolgens op de bestandoverdracht te starten.
3. Klik op het bureaublad van Windows op het pictogram Mio Transfer om Mio Transfer te starten. Het scherm Mio Transfer verschijnt. 4. Klik in de menubalk bovenaan op Contacten. 5. Selecteer uw optie en klik op Apply.
10 Problemen oplossen en Problemen oplossen en onderhoud onderhoud 10.1 Opnieuw opstarten en Afsluiten In sommige gevallen zal het nodig zijn een reset uit te voeren van uw apparaat. U zult bijvoorbeeld een reset van uw systeem moeten uitvoeren als het apparaat niet meer reageert en het lijkt alsof het “bevroren” of “geblokkeerd” is.
Het uitschakelen zet het apparaat in een diepe slaapstand. Het apparaat zal alle actieve programma's uitschakelen voordat het zichzelf uitschakelt. Om het apparaat opnieuw te gebruiken, houdt u de voedingsknop gedurende 5 seconden ingedrukt. Het startscherm wordt weergegeven. 10.2 Problemen oplossen OPMERKING: Als u een probleem hebt dat u niet kunt oplossen, vraag dan uw leverancier om hulp. Problemen met de voeding De voeding wordt niet ingeschakeld wanneer batterijvermogen wordt gebruikt.
Problemen met de aansluiting Problemen met de kabelaansluitingen z Zorg ervoor dat uw apparaat en uw computer allebei zijn ingeschakeld voordat u de verbinding maakt. z Controleer of de kabel stevig op de USB-poort van de computer is aangesloten. Sluit de USB-kabel rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub. z Voer een reset uit van uw apparaat voordat u de kabel aansluit. Koppel uw apparaat altijd los voordat u de computer opnieuw opstart.
10.3 Uw apparaat onderhouden z Door het apparaat goed te onderhouden, verzekert u een probleemloze werking en vermindert u het risico op schade. z Houd het apparaat uit de buurt van overmatig vocht en extreme temperaturen. z Stel het apparaat niet gedurende langere perioden bloot aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht. z Plaats geen voorwerpen op het apparaat of laat er geen voorwerpen op vallen. z Laat het apparaat niet vallen en stel het niet bloot aan heftige schokken.
11 Reglementeringsinformatie OPMERKING: Markeeretiketten op uw apparaat geven de regelgeving aan waaraan uw model voldoet. Controleer de etiketten op uw apparaat en raadpleeg de bijbehorende verklaringen in dit hoofdstuk. Sommige opmerkingen gelden alleen voor specifieke modellen 11.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor wijzigingen die door de gebruiker zijn aangebracht en de gevolgen hiervan, die de conformiteit van het product met de CE-markering kan wijzigen. Bluetooth Bluetooth QD ID B012565 11.2 Veiligheidsmaatregelen z Langdurig beluisteren van muziek aan een hoog volume kan het gehoor beschadigen. z Het gebruik van een ander type hoofdtelefoon dan het aanbevolen/bijgeleverde type kan gehoorschade veroorzaken door overmatige geluidsdruk.
z Gebruik de adapter niet als de kabel beschadigd is. z Probeer het apparaat niet te repareren. Er zijn geen onderdelen in het apparaat die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd. Vervang het apparaat als het beschadigd is of aan overmatig vocht werd blootgesteld. Over de batterij z Gebruik een gespecificeerde lader die door de fabrikant is goedgekeurd. OPGELET: Dit apparaat bevat een niet-vervangbare interne lithium-ion-batterij.