Gebruikershandleiding www.mio-tech.
Revisie: R00 Handelsmerken Het Bluetooth-woordmerk en de logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven. Opmerking De informatie in deze handleiding is onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving.
Inhoudsopgave 1 Aan de slag........................................................................................1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 Contacten ........................................................................................11 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 Hardwarecomponenten begrijpen ........................................................ 1 Componenten aan voor- en zijkant ...................................................... 1 Componenten aan achterkant..................................
3.4 4 MP3 ..................................................................................................27 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 5 Instellingen starten en afsluiten.......................................................... 43 Achterlicht........................................................................................... 44 Volume ............................................................................................... 45 Scherm .........................................................
Aansluiten........................................................................................... 59 Paringsmodus .................................................................................... 60 Bluetooth Manager............................................................................. 60 Afsluiten.............................................................................................. 61 8 Bluetooth Manager .........................................................................63 8.
Voorzorgsmaatregelen Voorzorgsmaatregelen en mededelingen en mededelingen Voor uw eigen veiligheid raden wij u af de bedieningselementen van het apparaat te gebruiken tijdens het rijden. Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Het product is uitsluitend bedoeld als navigatiehulpmiddel. Het is niet bedoeld om nauwkeurige afmetingen te geven met betrekking tot de richting, de afstand, de locatie of de topografie. De berekende route is alleen informatief bedoeld.
Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, hebt u een autohouder nodig. Het is aanbevolen het apparaat op een geschikte plaats te installeren en niet op de plaatsen die in de onderstaande afbeelding worden weergegeven. Niet monteren wanneer het gezichtsveld van de chauffeur geblokkeerd is. Niet monteren voor de panelen van de airbag. vi Niet los op het dashboard plaatsen. Niet monteren binnen het bereik van een geopende airbag.
1 Aan de slag 1.1 Hardwarecomponenten begrijpen OPMERKING: Afhankelijk van het gekochte model, kan de kleur van het apparaat afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding. Componenten aan voor- en zijkant Ref Onderdeel Laadindicator Bluetooth-indicator Touch-screen Beschrijving Het oranje lampje brandt om aan te geven dat de batterij wordt opgeladen en het groene lampje brandt zodra de batterij volledig is opgeladen. Het blauwe lampje knippert om aan te geven dat Bluetooth is ingeschakeld.
Vermogenknop Hiermee zet u het apparaat aan/uit. Menuknop Geeft het startscherm Home weer. Volumebesturing Hiermee stelt u het volumeniveau van uw apparaat bij. Componenten aan achterkant Ref Onderdeel Beschrijving Externe antenneconnector Deze connector (onder rubberen stoflid) geeft de mogelijkheid om een optionele externe GPS-antenne met magnetische stand te gebruiken, die boven op de auto kan worden geplaatst om in gebieden met slechte ontvangst, het GPS-signaal beter te ontvangen.
Componenten aan bovenkant Ref Onderdeel n GPS-antenne o SD/MMC-slot Beschrijving Ontvangt signalen van de GPS-satellieten in de lucht. Zorg dat er geen obstakels tussen de antenne en de lucht bestaan. Accepteert een SD (Secure Digital) of MMC (MultiMediaCard) -kaart voor toegang tot gegevens zoals MP3-muziek. Componenten aan onderkant Ref Onderdeel Beschrijving n Reset-knop Hiermee start u uw apparaat opnieuw (zachte reset). o Hoofdtelefoon- Hier sluit u de stereo-hoofdtelefoons aan.
1.2 De eerste keer starten 1. Gebruik de punt van een pen en schuif de schakelaar AAN/UIT (ON/OFF) naar de positie AAN (ON). VOORZICHTIG: Laat de AAN/UIT-schakelaar (ON/OFF) altijd in de AAN-positite (ON) voor normale besturing. 2. Uw apparaat gaat aan. Sluit onmiddellijk de AC-adapter aan om uw apparaat op te laden, zoals in de volgende paragraaf wordt beschreven. 3. Het scherm "Andere taal" verschijnt. Tik op de pijlknop links/rechts om de . gewenste taal te selecteren. Tik daarna op de knop 4.
5. Het startscherm verschijnt. U kunt nu uw apparaat gebruiken.
1.3 Op het AC-vermogen aansluiten en de batterij opladen Als u de batterij voor de eerste keer oplaadt, moet u het minstens gedurende 8 uur opladen. 1. Schuif en klik de AC-converter op de AC-adapter. 2. Sluit de adapterkabel op de onderkant van uw apparaat aan. 3. Steek de AC-adapter in een stopcontact. 4. Het oranje lampje van de laadindicator brandt tijdens het opladen. Totdat de batterij niet volledig is opgeladen, mag u niet uw apparaat van het AC-vermogen verwijderen.
1.4 Uw apparaat in een auto gebruiken Met uw apparaat worden een apparaathouder en auto-oplader meegeleverd. De raamstand gebruiken Gebruik de apparaathouder om uw apparaat in een voertuig te monteren. ZOrg dat de GPS-antenne niet wordt geblokkeerd voor ontvangst. (Raadpleeg het document dat met de apparaathouder wordt meegeleverd, voor de installatie-instructies.
1.5 Richtlijnen voor besturing Aan- en uitzetten Gebruik de vermogenknop ( en uit te zetten. ) om uw apparaat aan Als u op de vermogenknop drukt om de eenheid uit te zetten, komt uw apparaat in een wachtstatus en het systeem houdt op met werken. Als u het systeem aanzet, gaat het verder met werken. Het apparaat besturen Om uw apparaat te besturen, raakt u met uw vingertop het scherm aan.
Startscherm De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt het startscherm weergegeven. Het startscherm is uw startpunt voor verschillende taken. Tike op een knop om een taak te starten, of om een ander menu te openen. U hebt op elk moment toegang tot het startscherm door op de zijkant van uw apparaat op de knop Menu ( ) te drukken. Ref Knopnaam Beschrijving Contacten Hier houdt u een lijst met namen, adressen en telefoonnummers bij.
Een SD/MMC-kaart gebruiken Uw apparaat is voorzien van een SD/MMC-sleuf waarin u een optionele Secure Digital- of MultiMediaCard- geheugenkaart kunt plaatsen. Om een SD/MMC-kaart te gebruiken, plaatst u de kaart in de sleuf met de connector naar de sleuf en het label naar de voorkant van het apparaat gericht. Als u een kaart wilt verwijderen, moet u eerst controleren of er geen toepassingen gebruik maken van de kaart.
2 Contacten 2.1 Contacten starten en afsluiten Met Contacten kunt u een lijst van namen, adressen en telefoonnummers bijhouden. OPMERKING: Als u op uw computer contactinformatie met Microsoft Outlook hebt gemaakt, kunt u deze informatie naar uw apparaat kopiëren. (Raadpleeg Hoofdstuk 9 voor informatie.) Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. De contactenlijst wordt weergegeven. Om het programma te verlaten, tikt u op .
2.2 De contactenlijst gebruiken Nadat u Contacten hebt gestart, wordt de contactenlijst weergegeven. Hier worden de namen en telefoonnummers (bij verstek mobiele telefoonnummers) van uw contacten weergegeven. U kunt de verschillende knoppen op het scherm gebruiken om een contact te zoeken, naar een contactadres te navigeren, naar een contact te bellen, enzovoorts. Tik een van de alfabetreeksen aan om snel een contactpersoon te vinden. Navigeer naar het adres van de geselecteerde contactpersoon.
2.4 Naar een contactadres navigeren U kunt een adres van een contact als uw GPS-navigatiedoel instellen. 1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. 2. In de contactenlijst selecteert u het gewenste contact en daarna tikt u op 3. Tik op om het huisadres te selecteren, of op werkadres te selecteren. . om het 4. Het navigatieprogramma start. (Raadpleeg het document dat met de navigatiesoftware wordt meegeleverd, voor meer informatie.
2.5 Een contact opbellen OPMERKING: Er wordt een mobiele telefoon met de ondersteuning voor de Bluetooth®-aansluiting vereist. 1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. 2. In de contactenlijst selecteert u het gewenste contact en tikt u op 3. Tik op om het huisnummer, het mobiele telefoonnummer te bellen. . het werknummmer, of 4. Het Dialer-programma start. (Raadpleeg Hoofdstuk 7 voor meer informatie.
2.6 Contacten beheren Een contact toevoegen 1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. 2. Tik op . 3. Tik tweemaal op een invoerveld. Het zachte toetsenpaneel wordt weergegeven. 4. Gebruik het zachte toetsenpaneel om de informatie in het veld te voeren en tik op OK.
Tik het zacht toetsenbord aan om tekst en getallen in te geven. Schakel om tussen hoofdletters en kleine letters. Zet accenttekens (umlauts) aan/af. Schakel over naar numerieke toetsen. 5. Voer de informatie in andere velden, zoals de adres- en telefoonnummervelden in. U moet naar beneden schuiven om alle beschikbare velden te zien. 6. Tik op om de contactinformatie op te slaan en naar de contactenlijst terug te keren.
Een contact bewerken Om contactinformatie te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. In de contactenlijst tikt u tweemaal op het contact om het beknopte scherm te openen. 2. Tik tweemaal op het veld dat u wilt bewerken en gebruik het zachte toetsenpaneel om te bewerken. 3. Tik op om de wijzigingen op te slaan. Een contact verwijderen In de contactenlijst selecteert u het contact dat u wilt verwijderen en daarna tikt u op .
3 Rekenmachinge 3.1 De rekenmachine starten en afsluiten De Rekenmachine levert drie modi: Rekenmachine, Valuta en Conversie. U kunt deze modi gebruiken om basisfuncties voor rekenen, valutaconversie en maatconversie uit te voeren. Tik op het startscherm op de knop Rekenmachine (Calculator) om het programma te starten. Het scherm van de rekenmachine wordt weergegeven. Om naar een andere modus over te schakelen, tikt u op een van de knoppen in de rechterbovenhoek van het scherm.
Schakel over naar rekentoestelmodule. Schakel over naar valutamodule. Schakel over naar conversiemodule. Verla t Om het programma te verlaten, tikt u op . 3.2 De modus Rekenmachine gebruiken De modus Rekenmachine (Calculator) laat u een van de standaardhandelingen uitvoeren, waar u normaal een handrekenmachine voor zou gebruiken. Als u momenteel niet in de modus Rekenmachine bent, tikt u op de knop . Tik op het numerieke toetsenpaneel om nummers en wiskundige symbolen in te voeren.
Rekenmachinegeheugen Geheugenaanwijze Geheugentoetsen Bedieningsknop Naam Geheugen annuleren Beschrijving Verwijdert de waarde uit het geheugen. Geheugen terugroepen Geeft de waarde in het geheugen weer. Geheugen plus Voegt de huidige waarde aan de waarde in het geheugen toe. Geheugen minus Haalt de huidige waarde van de waarde in het geheugen af. 3.3 De valutamodus gebruiken Gebruik de modus Valuta om de valuta om te zetten. U kunt ook de wisselkoers bewerken. 1.
3. Tik op de pijl omlaag naast het invoerveld om een valutalijst weer te geven en selecteer de valuta die u wilt omzetten. Als u een valuta hebt geselecteerd, wordt in de linkerbovenhoek van het invoerveld de afkorting van de valuta weergegeven. Inputveld Valuta aanwijzer. Valuta schuiflijst. Schuifbalk 4. Tik op de pijl omlaag naast het uitvoerveld om een valutalijst weer te geven en selecteer de valuta waarheen u wilt omzetten.
Outputveld Valuta aanwijzer. Valuta schuiflijst. Schuifbalk 5. Voer de valutawaarde in het invoerveld door op het numerieke toetsenpaneel op de nummerknoppen te tikken. U kunt ook in het invoerveld basissommen berekenen. De omgezette valuta verschijnt onmiddellijk in het uitvoerveld. Inputwaarde Outputwaarde Raak aan om naar het opmaakscherm te gaan. OPMERKING: Het programma gebruikt standaardwisselkoersen, tenzij u deze verandert. (Raadpleeg de subparagraaf hieronder voor informatie.
3. Tik op . 4. Voer de wisselkoers in en tik op naar het vorige scherm terug te keren. om de wijzigingen op te slaan en 3.4 De conversiemodus gebruiken De modus Conversie laat u maten van een eenheid naar de andere omzetten. 1. Start het programma Rekenmachine zoals in paragraaf 3.1 wordt beschreven 2. Tik op om naar de modus Conversie over te schakelen. 3. Tik op de maatknop om een lijst met maten weer te geven. Selecteer de gewenste maat uit de lijst.
4. Tik op de pijl omlaat naast het invoerveld om een eenheidslijst weer te geven en selecteer de eenheid die u wilt omzetten. Als u een eenheid hebt geselecteerd, wordt in de linkerbovenhoek van het invoerveld de afkorting van de eenheid weergegeven. Inputveld Unit aanwijzer. Unit schuiflijst. 5. Tik op de pijl omlaag naast het uitvoerveld om een lijst met eenheden weer te geven en selecteer de eenheid waarheen u wilt omzetten.
Outputveld Unit aanwijzer. Unit schuiflijst. 6. Voer in het invoerveld de waarde in door op het numerieke toetsenpaneel op de nummerknoppen te tikken. U kunt in het invoerveld ook basisberekeningen uitvoeren. De omgezette waarde verschijnt onmiddellijk in het uitvoerveld.
4 MP3 4.1 MP3-speler starten en afsluiten MP3 maakt van uw apparaat een MP3-speler met de volgende eigenschappen: Het afspelen van MP3-bestanden Basis-afspeelbesturingen zoals afspelen, pauzeren, stoppen, volgende en vorige Afspelen inclusief enkelvoudige selectie afspelen, herhaling, enkele herhaling, voorbeeld afspelen, normale volgorde en willekeurige volgorde.
4.2 De MP3-bestanden voor uw apparaat voorbereiden Zorg ervoor dat u de MP3-bestanden klaar hebt op het flashgeheugen van uw apparaat of op een geheugenkaart voordat u het programma gebruikt. Met het hulpprogramma Mio Transfer kunt u de bestanden gemakkelijk van de computer naar de gewenste locatie kopiëren. (Raadpleeg Hoofdstuk 9 voor details.) 4.3 MP3-bestanden afspelen 1. Als uw bestanden op een opslagkaart staan, steekt u deze kaart in uw apparaat. 2.
4.4 MP3-afspeelbesturingen Bedieningsknop Naam Beschrijving Afspelen/Pau- Het afspelen voortzetten of pauzeren. zeren / Stop Het afspelen stoppen. Vorige/Volgende Het vorige of volgende bestand afspelen. Volume Het volume verhogen of verlagen. De indicator op het paneel toont het huidige volumeniveau. Sluit het programma en brengt u terug naar het startscher. / / Afsluiten Speellijst Versterker Afspeel modus Open een speellijst. (Raadpleeg paragraaf 4.5 voor meer informatie.
4.5 De speellijsten gebruiken Het programma laadt bij verstek alle MP3-bestanden in de speellijst. U kunt voor toekomstig gebruik ook uw eigen speellijsten maken. Een speellijst maken 1. Nadat u MP3 start, tikt u op het configuratiescherm op om het scherm met de speellijst te openen. Het scherm geeft de huidige speellijst weer. Terug Voeg nummer toe. Verwijder huidig nummer van de lijst. Verwijder alle nummers van de lijst. Bewaar de speellijst. Open het overzicht van speellijsten. 2.
Selecteer alle nummers. Terug Voeg geselecteerd(e) nummer(s) toe aan de speellijst en ga terug naar het vorig scherm. Maak selectie van geselecteerd(e) nummer(s) ongedaan. Voeg geselecteerd(e) nummer(s) toe aan de speellijst. 3. Herhaal dezelfde procedure voor de andere liedjes die u wilt toevoegen. 4. Om de speellijst op te slaan, tikt u op . 5. Om naar het configuratiepaneel terug te keren, tikt u op .
Terug Open de geselecteerde speellijst. Verwijder de geselecteerde speellijst. Verwijder alle speellijsten behalve de geselecteerde. 4. Om naar het configuratiescherm terug te keren, tikt u op . 4.6 Versterker Het programma levert 17 vooraf ingestelde audioprofielen. Tik op paneel van de versterker (equalizer) te openen. om het Tik op of op om door de beschikbare opties te gaan:: Default, Rock, Pop, Jazz, Classic, Dance, Heavy, Disco, Soft, 3D, en Hall.
Tik op om uw selectie op te slaan en naar het configuratiescherm terug te keren. Tik op terug te keren. om uw selectie te annuleren en naar het configuratiescherm Om het profiel Standaard te selecteren, tikt u op .
5 Foto's 5.1 Foto's starten en afsluiten Met Foto's kunt u foto's in JPEG-, GIF- en BMP-indelingen bekijken en van de foto's op uw apparaat een diashow weergeven. Tik op het startscherm op de knop Foto’s om het programma te starten. Om het programma te verlaten, tikt u op . 5.2 De foto's voor uw apparaat voorbereiden Zorg ervoor dat u de bestanden klaar hebt op het flashgeheugen van uw apparaat of op een geheugenkaart voordat u het programma gebruikt.
5.3 Foto's in Miniatuurbeeld weergeven 1. Als uw bestanden op een opslagkaart staan, steekt u de kaart in uw apparaat. 2. Tik op het startscherm op de knop Foto’s om het programma te starten. 3. Het programma zal de passende bestanden in de aangeven map op uw apparaat , en in alle mappen op een opslagkaart zoeken. Daarna geeft het de foto's in miniatuurbeeld weer. U kunt op de pijlknop Omhoog of Omlaag drukken om naar de volgende of vorige pagina te gaan.
Om naar het miniatuurbeeld terug te keren, tikt u ergens op het scherm om de . besturingsknoppen weer te geven en daarna tikt u op 5.5 Besturingsknoppen op het scherm De besturingsknoppen op het scherm leveren verschillende functies en instellingen. Tik ergens op de foto om de knoppen zoals hieronder wordt getoond, weer te geven. Om de knoppen te sluiten, tikt u nogmaals op de foto. Besturings -knop Naam Overdracht Diashow Interval Beschrijving Draagt foto's tussen het apparaat en de opslagkaart over.
Informatie Schakelt de weergave van de naam en datum van het bestand in en uit. Verwijderen Verwijdert de huidige foto. Zoom Opent de zoombalk. Tik zo vaak als nodig op deze knop om tot 1.2x, 1.5x, 1.8x, of 2.0x in te zoomen. Als u op de foto hebt ingezoomd, kunt u de foto slepen om andere delen ervan weer te geven. Om de zoombalk te sluiten, tikt u op Terug 38 Brengt u terug naar het miniatuurbeeld. .
5.6 De diashow weergeven Om van al uw foto's een diashow weer te geven, gebruikt u een van de volgende manieren: In het miniatuurbeeld tikt u op om de diashow te starten. In volledig scherm tikt u ergens op de foto om de besturingsknoppen op het scherm weer te geven. Daarna tikt u om de diashow te starten. op In de hoek linksonder van het scherm verschijnt een kleine driehoek. Deze geeft aan dat de diashow is ingeschakeld. Om de diashow te stoppen, tikt u ergens op het scherm.
5.7 Foto's overdragen U kunt vanaf uw apparaat foto's naar uw opslagkaart kopiëren, of van uw opslagkaart naar uw apparaat kopiëren. 1. In volledig scherm tikt u ergens op de foto om de besturingsknoppen weer te geven. 2. Tik op . 3. Selecteer een van de twee manieren waarop u foto's kunt overdragen; of van het apparaat naar de opslagkaart, of van de opslagkaart naar het apparaat. Breng afbeeldingen over van het toestel naar de bewaarkaart. Breng afbeeldingen over van de bewaarkaart naar het toestel. 4.
5. Nadat u de foto('s) hebt geselecteerd, tikt u op beginnen over te dragen. 6. Zodra de overdracht is voltooid, tikt u op Voorbeeldscherm terug te keren.
6 Instellingen 6.1 Instellingen starten en afsluiten U kunt de systeeminstellingen zoals helderheid van achterlicht, volume en taal aanpassen. Zodra u de instellingen hebt verandert, blijven de nieuwe instellingen in werking, totdat u ze opnieuw verandert. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. Het menu Instellingen verschijnt zoals hieronder wordt weergegeven. Om Instellingen af te sluiten, tikt u op . In de volgende paragrafen worden de verschillende knoppen en hun functies beschreven.
6.2 Achterlicht 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Achterlicht (Backlight). 3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om de helderheid van het achterlicht bij te stellen. Om het achterlicht donkerder te maken, verplaatst u de knop naar links. Om het achterlicht helderder te maken, verplaatst u de knop naar rechts. 4. Tik op 44 om de wijzigingen op te slaan.
6.3 Volume 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Volume. 3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om het volume bij te stellen. Om het volume te verlagen, verplaatst u de knop naar links. Om het volume te verhogen, verplaatst u de knop naar rechts. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan.
6.4 Scherm U kunt het touch-screen kalibreren als deze niet nauwkeurig op uw tikken reageert. 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Scherm. 3. Tik op om het kalibreren te starten. 4. Tik op het doel en houdt het centrum van het doel vast.
5. Als het doel naar een andere positie gaat, tikt u op het nieuwe doel en houdt u deze vast. Herhaal dit elke keer om het kalibreren te voltooien. 6. Bij voltooiing tikt u op . 6.5 Vermogen Om het resterende vermogenniveau van uw batterij te controleren en/of om de functie vermogenbezuiniging in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Vermogen. 3. Het scherm toont het resterende vermogen van uw batterij.
4. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 6.6 Datum&tijd 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Datum&tijd. 3. Om de tijdzone te veranderen, tikt u in het item "Tijdzonde" op de linker-/rechterpijlknop.
4. Om de datum te veranderen, tikt u in het item "Datum" op de pijlknop omlaag. Tik op de kalender op de linker pijlknop om naar de vorige maand of jaar te gaan. Als alternatief kunt u rechtstreeks bovenin de kalender op de maand of het jaar tikken, om de maand of het jaar te veranderen. Als de kalender de huidige maand toont, tikt u op de kalender op de datum. 5.
6.7 Andere Taal OPMERKING: Om de taal van de Mio Map-navigatiesoftware te veranderen, gebruikt u de Mio map-instellingen. (Raadpleeg het document dat met de navigatiesoftware wordt meegeleverd.) 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Andere taal. 3. Tik op de linker/rechter pijlknop om de gewenste taal te selecteren. 3. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 4. Tik op de knop 50 om de nieuwe instelling in werking te stellen.
6.8 Bluetooth 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Bluetooth. 3. Raadpleeg de volgende twee hoofdstukken voor gedetailleerde informatie over het gebruik van Bluetooth®-aansluitingsmogelijkheden.
7 Dialer 7.1 Meer info over Dialer Met Dialer kunt u uw apparaat als een handvrij apparaat voor een mobiele telefoon met Bluetooth-ondersteuning gebruiken. In plaats van uw mobiele telefoon op te nemen, kunt u op uw apparaat tikken om telefoongesprekken uit te voeren of te ontvangen. 7.2 Met een mobiele telefoon paren 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen en daarna op de knop Bluetooth. De Bluetooth-radio gaat aan. 2.
3. Als u wordt gevraag een wachtwoord in te voeren, tikt u op het wachtwoord dat door de mobiele telefoon wordt aangegeven en daarna tikt u op OK. 4. Zodra het paren is voltooid, ziet u het hoofdscherm van Dialer. De statusbalk onderin, toont de naam van de aangesloten mobiele telefoon. De volgende keer dat u het Dialer-programma in werking stelt, zal uw apparaat automatisch de laatst aangesloten mobiele telefoons zoeken om daarop aan te sluiten.
OPMERKING: Uw apparaat moet in de modus Paring zijn, zodat de mobiele telefoon uw apparaat kan ontdekken. Als u uw apparaat handmatig in de modus Paring moet instellen, tikt u op het hoofdscherm op Paringsmodus. Sommige mobiele telefoons kunnen automatisch op de handvrije service aansluiten. Er kunnen tot 8 gepaarde mobiele telefoons worden opgeslagen. Een 9de gepaarde mobiele telefoon vervangt de oudste opgeslagen telefoon.
Contacten Door op het hoofdscherm van het Dialer-programma op de knop Contacten te tikken, krijgt u toegang tot de telefoonnummers die in het programma Contacten zijn opgeslagen en kunt u een nummer selecteren om naar te bellen. (Raadpleeg Hoofdstuk 2 voor gedetailleerde informatie over Contacten.) Verlaten Index Bel het geselecteerde nummer. Als u op het gewenste contact tikt, wordt er een lijst met telefoonnummers weergegeven. Tik op het telefoonnummer en tik op .
Belgeschiedenis Tik op het hoofdscherm van het Dialer-programma op de knop Belgeschiedenis om de inkomende, uitgaande of gemiste gesprekken weer te geven, tezamen met de informatie zoals de datum, het tijdstip en de tijdsduur van elk gesprek. , uitgaand , of Tik op de respectievelijke knop (inkomend gemist ) om van elk geselecteerd type de laatste 20 gesprekken weer te geven. Bij het geselecteerde item tikt u op om het item te verwijderen, of op programma Contacten op te slaan.
7.4 Handelingen tijdens een gesprek Tijdens een gesprek zijn er vier functies beschikbaar: Als u andere nummers moet invoeren, zoals extensienummers, tikt u op om het toetsenpaneel te openen en op de nummers te tikken. Het toetsenpaneel wordt gesloten als u nogmaals op deze knop drukt, of als er gedurende 5 seconden niks wordt ingevoerd. Tik op om uw geluid te dempen zodat de andere partij u niet kan horen. Om de dempmodus te beëindigen, tikt u nogmaals op dezelfde knop.
7.5 Een gesprek ontvangen Als u na het paren met een mobiele telefoon, een gesprek ontvangt, rinkelt het apparaat en wordt het scherm Inkomend gesprek weergegeven. . Om het gesprek te accepteren, tikt u op Om het gesprek te weigeren, tikt u op . Om het rinkelen te dempen voordat u een gesprek aanneemt of weigert, tikt u op . 7.
Paringsmodus Door op het hoofdscherm van het Dialer-programma op de knop Paringsmodus (Pair Mode) te tikken, kunt u uw apparaat handmatig in de paringsmodus instellen. Binnen 60 seconden kunt u de paringsprocedure op uw mobiele telefoon starten om uw apparaat handvrij te gebruiken. Bluetooth Manager Door op het hoofdscherm van het Dialer-programma op de knop Bluetooth Manager te tikken, kunt u het programma Bluetooth Manager starten. (Raadpleeg Hoofdstuk 8 voor informatie over Bluetooth Manager.
Afsluiten Om het scherm van het Dialer-programma te verbergen, tikt u op het hoofdscherm van het Dialer-programma op de knop blijft op de achtergrond werken Afsluiten. Het Dialer-programma OPMERKING: Om te leren hoe u de Bluetooth-radio kunt uitzetten, raadpleegt u paragraaf 8.3.
8 Bluetooth Manager 8.1 Info over Bluetooth Manager Uw apparaat werkt met de Bluetooth draadloze communicatietechnologie. Apparaten met Bluetooth-functies kunnen over een afstand van ongeveer 10 meter (30 feet) informatie uitwisselen, zonder dat er een fysieke aansluiting wordt vereist. Met Bluetooth Manger kunt u de Bluetooth-mogelijkheden van uw apparaat configureren en gebruiken. 8.2 Bluetooth Manager starten en afsluiten 1.
3. Het scherm van Bluetooth Manager wordt als hieronder weergegeven. Verlaten Bluetooth instellingen. Zet Bluetooth radio af. Actieve verbindingen. Om het programma te verlaten, tikt u op Dialer-scherm. . U keert terug naar het 8.3 Bluetooth-radio aan-/uitzetten Wanneer u Bluetooth Manager start, wordt de Bluetooth-radio aangezet. Het blauwe lampje van de Bluetooth-indicator op uw apparaat begint te knipperen. Als u Bluetooth Manager verlaat, wordt de Bluetooth-radio niet uitgezet.
8.4 Apparaten verkennen OPMERKING: Om de service van een extern apparaat met Bluetooth-functies te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat het externe apparaat in de ontdekkingsmodus is. 1. Start Bluetooth Manager zoals in paragraaf 8.2 wordt beschreven. 2. Tik op Een Bluetooth-apparaat verkennen om nabije apparatuur te zoeken. 3. De lijst met apparaten wordt op het scherm weergegeven. Tik op het doelapparaat en tik op bladeren. om door de services van het apparaat te 4.
5. Wanneer u wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren, tikt u op het wachtwoord dat door het doelapparaat wordt verzocht en daarna tikt u op OK. OPMERKINGE: Zodra u een Bluetooth-aansluiting met een extern apparaat hebt gemaakt, wordt deze als een snelkoppeling opgeslagen. U kunt daarna Mijn snelkoppelingen gebruiken om dezelfde service gemakkelijk opnieuw te gebruiken. (Raadpleeg paragraaf 8.6 voor informatie.
8.5 Bestanden overdragen U kunt via de Bluetooth-aansluiting bestanden overdragen. 1. Zoek apparaten zoals in de vorige paragraaf wordt beschreven. 2. Selecteer het doelapparaat en tik op Bluetooth-bestandenoverdracht (Bluetooth File Transfer). 3. Wanneer u wordt gevraagd het wachtwoord in te voeren, tikt u op het wachtwoord dat door het doelapparaat wordt verzocht en daarna tikt u op OK. 4. Het venster Bestanden Explorer verschijnt.
Extern apparaat Mijn apparaat 6. Tik op het bestand dat u wilt overdragen en tik op de knop Uploaden of Downloaden. Downloaden Uploaden OPMERKINGE: Zodra u een Bluetooth-aansluiting met een extern apparaat hebt gemaakt, wordt deze als een snelkoppeling opgeslagen. U kunt daarna Mijn snelkoppelingen gebruiken om dezelfde service gemakkelijk opnieuw te gebruiken. (Raadpleeg paragraaf 8.6 voor informatie.
8.6 Mijn snelkoppelingen gebruiken Zodra u een Bluetooth-aansluiting met een extern apparaat hebt gemaakt, wordt deze als een snelkoppeling opgeslagen. Met Mijn snelkoppelingen kunt u dezelfde service gemakkelijk opnieuw gebruiken door op het specifieke snelkoppelingsitem te tikken. 1. Start Bluetooth Manager zoals in paragraaf 8.2 wordt beschreven. 2. Tik op Mijn snelkoppelingen. 3. Tik op het gewenste item en tik op maken.
8.7 Actieve aansluitingen weergeven Nadat u Bluetooth Manager hebt gestart, tikt u op om actieve aansluitingen weer te geven. Nadat u op een item hebt getikt, kunt u op geselecteerde apparaat te verwijderen. tikken om het 8.8 Bluetooth-instellingen configureren Nadat u Bluetooth Manager hebt gestart, tikt u op Bluetooth-instellingen te configureren. om De beschikbare opties zijn: Naam Hiermee kunt u de naam van uw apparaat bewerken.
Andere apparaten toelaten om een verbinding te maken Andere apparaten kunnen uw apparaat ontdekken en erop aansluiten. Rol Laat uw apparaat als een handvrij-apparaat of als een voice-gateway werken. Deze map delen Tik op om de map aan te geven die u met het externe apparaat wilt delen. Tik op om alle gemaakt wijzigingen op te slaan.
9 Mio Transfer 9.1 Mio Transfer installeren Met Mio Transfer kunt u gegevens, zoals MP3 en foto's heel eenvoudig overdragen tussen uw apparaat en een computer. Mio Transfer op uw computer installeren: 1. Schakel uw computer in en plaats de toepassings-cd in het cd-romstation van uw computer. 2. Klik in het taalselectiescherm op de taal die u wilt gebruiken voor de installatie.
3. Klik op Installeer Mio Transfer. 4. Klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. OPMERKING: als u klikt op Installeer Mio Transfer wanneer Mio Transfer al op uw computer is geïnstalleerd, wordt de toepassing verwijderd uit uw systeem.
9.2 Mio Transfer starten en afsluiten Klik op het pictogram Mio Transfer op het bureaublad van Windows om het programma te openen. Het scherm Mio Transfer verschijnt. De menubalk van Mio Transfer bevat de volgende tabbladen: MP3 hiermee kunt u de MP3-bestanden overdragen tussen uw apparaat en uw computer. (Zie paragraaf 9.3 voor details.) Foto hiermee kunt u foto’s uitwisselen tussen uw apparaat en uw computer. (Zie paragraaf 9.3 voor details.
Over Biedt programma-informatie. Klik om Mio Transfer af te sluiten gewoon op Afsluiten in de rechterbenedenhoek van het scherm. 9.3 MP3’s of foto’s kopiëren naar uw apparaat Voordat u MP3-muziek kunt beluisteren of foto’s kunt bekijken, moeten de MP3-/fotobestanden beschikbaar zijn op uw apparaat. Gebruik Mio Transfer om bestanden van uw computer te kopiëren naar de juiste locatie op uw apparaat. 1. Plaats de kaart in uw apparaat om MP3of fotobestanden naar een opslagkaart te kopiëren. 2.
Doelapparaat 6. Selecteer uw doelapparaat door op een van de pictogrammen te klikken. - Het flashgeheugen van uw apparaat - een opslagkaart die in het apparaat is geplaatst. 7. Selecteer in de linkerkolom de map waarin uw MP3- of fotobestanden worden . De bewaard. Selecteer het te kopiëren bestand en tik op de knop statusbalk geeft nu de voortgang van de bestandsoverdracht weer en het geselecteerde bestand wordt naar het doelapparaat gekopieerd.
Uw MP3- en fotobestanden beheren U hebt de beschikking over verschillende knoppen om de bestanden te beheren: Hernoemen wijzigt de naam van het geselecteerde bestand. Verwijderen verwijdert het geselecteerde bestand. OPGELET: Wees voorzichtig wanneer u bestanden verwijdert. Als u bestanden verwijdert waarvan u de functie niet kent, kan dit fouten veroorzaken in de programma’s of functies. Annuleren annuleert de lopende bestandsoverdracht.
79
10 Probleemoplossen en Probleemoplossen en onderhoud onderhoud 10.1 Uw systeem opnieuw instellen Het kan voorkomen dat u uw apparaat opnieuw moet instellen. Bijvoorbeeld, u kunt uw systeem opnieuw instellen als het niet meer reageert, of als het als "bevroren" (frozen) of als "vergrendeld" (locked up) voorkomt. Plaats in de reset-knop van uw apparaat een klein draadje, zoals een recht gemaakte papierclip. Dit wordt "soft reset" genoemd. Na een soft reset moet het startscherm worden weergegeven.
Wacht 1 minuut. 10.2 Problemen oplossen OPMERKING: Als u een probleem hebt dat u niet kunt oplossen, vraag dan uw leverancier om hulp. Problemen met de voeding De voeding wordt niet ingeschakeld wanneer batterijvermogen wordt gebruikt. Het resterende batterijvermogen is mogelijk te laag om voeding te leveren aan uw apparaat. Sluit de voedingsadapter aan op uw apparaat en op de externe wisselstroom. Schakel vervolgens uw apparaat in.
Het scherm reageert traag Controleer of de batterij in uw apparaat niet leeg is. Als het probleem blijft bestaan, dient u een reset van uw systeem uit te voeren. Het scherm bevriest Voer een reset uit van uw systeem. Het scherm is moeilijk te lezen Controleer of de achtergrondverlichting van het scherm is ingeschakeld. Zoek een voldoende verlichte locatie. Onnauwkeurige reactie op tikken Kalibreer het aanraakscherm. (Zie “Scherm” in paragraaf 6.4 voor meer informatie.
10.3 Uw apparaat onderhouden Door het apparaat goed te onderhouden, verzekert u een probleemloze werking en vermindert u het risico op schade. Houd het apparaat uit de buurt van overmatig vocht en extreme temperaturen. Stel het apparaat niet gedurende langere perioden bloot aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht. Plaats geen voorwerpen op het apparaat of laat er geen voorwerpen op vallen. Laat het apparaat niet vallen en stel het niet bloot aan heftige schokken.
85
11 Reglementeringsinformatie OPMERKING: Marking labels located on the exterior of your device indicate the regulations that your model complies with. Please check the marking labels on your device and refer to the corresponding statements in this chapter. Some notices apply to specific models only. 11.
Reorient or relocate the receiving antenna. Increase the separation between the equipment and receiver. Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected. Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help. Any changes or modifications not expressly approved by the manufacturer could void the user’s authority to operate the equipment. Please note: The use of a non-shielded interface cable with this equipment is prohibited.
EN55022: Radiostoringskenmerken EN55024: Immuniteitskenmerken EN6100-3-2: Grenswaarden voor harmonische stroomemissies EN6100-3-3: Grenswaarden voor spanningsschommelingen en flikkering in voedingssystemen met lage spanning EN60950 / IEC 60950: Productveiligheid De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor wijzigingen die door de gebruiker zijn aangebracht en de gevolgen hiervan, die de conformiteit van het product met de CE-markering kan wijzigen. 11.
Probeer het apparaat niet te repareren. Er zijn geen onderdelen in het apparaat die door de gebruiker kunnen worden gerepareerd. Vervang het apparaat als het beschadigd is of aan overmatig vocht werd blootgesteld. Over de batterij Gebruik een gespecificeerde lader die door de fabrikant is goedgekeurd. OPGELET: Dit apparaat bevat een niet-vervangbare interne lithium-ion-batterij. De batterij kan barsten of ontploffen, waarbij gevaarlijke chemische producten vrijkomen.