Gebruikershandleiding
R01 (EU) Handelsmerken Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven Opmerking De specificaties en handleidingen zijn onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving. Mio Technology aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade die is opgelopen door fouten, weglatingen of afwijkingen tussen het apparaat en de handleidingen.
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen en mededelingen ............................................iii 1 Aan de slag........................................................................................1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 2 Kennismaken met de hardwarefuncties............................................... 1 Onderdelen op de voorzijde ................................................................. 1 Onderdelen op de achterzijde ..............................................................
2.8 3 Instellingen......................................................................................23 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 4 5.2 5.3 Opnieuw opstarten en Afsluiten ......................................................... 37 Uw apparaat opnieuw opstarten ........................................................ 37 Uw apparaat uitschakelen.................................................................. 37 Problemen oplossen ..............................................................
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen Voorzorgsmaatregelen en mededelingen Voor uw eigen veiligheid raden wij u af de bedieningselementen van het apparaat te gebruiken tijdens het rijden. Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Het product is uitsluitend bedoeld als navigatiehulpmiddel. Het is niet bedoeld om nauwkeurige afmetingen te geven met betrekking tot de richting, de afstand, de locatie of de topografie. De berekende route is alleen informatief bedoeld.
Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, hebt u een autohouder nodig. Het is aanbevolen het apparaat op een geschikte plaats te installeren en niet op de plaatsen die in de onderstaande afbeelding worden weergegeven Niet monteren wanneer het gezichtsveld van de chauffeur geblokkeerd is. Niet monteren voor de panelen van de airbag. iv Niet los op het dashboard plaatsen. Niet monteren binnen het bereik van een geopende airbag.
1 Aan de slag 1.1 Kennismaken met de hardwarefuncties OPMERKING: Afhankelijk van het gekochte model, kan de kleur van het apparaat afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding. Onderdelen op de voorzijde Ref Onderdeel Aanraakscherm Laadindicator Beschrijving Geeft de uitvoer van het apparaat weer. Tik met uw vinger op het scherm om menuopdrachten te selecteren of informatie in te voeren.
Onderdelen op de achterzijde Ref Onderdeel Aansluiting GPSautoantenne Houder Beschrijving Onder de rubberkap is een aansluiting voorzien voor de GPS-autoantenne. Met de antenne op het dak van de auto bent u verzekerd van een betere signaalontvangst. Wordt aangesloten op de autohouder.
Ref Onderdeel SD/MMC-sleuf Hoofdtelefoonaansluiting Beschrijving Ondersteunt SD- (Secure Digital) of MMC(MultiMediaCard) kaarten voor toegang tot gegevens zoals kaarten Voor het aansluiten van een stereo hoofdtelefoon. Onderdelen aan de bovenzijde Ref Onderdeel Voedingsknop Beschrijving Schakelt het apparaat in en uit. (Er is een verschil wanneer u de knop kort of lang indrukt. Zie Paragrafen 1.6 en 5.1 voor meer informatie.
1.2 De eerste keer opstarten 1. Om het apparaat voor de eerste keer op te starten, houdt u de voedingsknop gedurende 5 seconden ingedrukt. OPMERKING: Voor een normale werking, drukt u kort op de voedingsknop om uw apparaat in en uit te schakelen. 2. Uw apparaat wordt ingeschakeld. Laad uw apparaat onmiddellijk op zoals beschreven in de volgende paragraaf. 3. Het scherm "Andere taal" verschijnt. Tik op de pijlknop om de gewenste taal . te selecteren. Tik daarna op de knop 4.
5. Het startscherm verschijnt. U kunt nu uw apparaat gebruiken.
1.3 De batterij opladen via de USB-kabel 1. Schakel de computer in. 2. Sluit het mini-uiteinde van de USB-kabel aan op de onderkant van uw apparaat en het andere uiteinde op de USB-poort van de computer. 3. Als uw apparaat is ingeschakeld, verschijnt het onderstaande scherm. Wanneer uw apparaat op een computer is aangesloten, zult u het niet kunnen gebruiken. 4. Het oranje lampje van de laadindicator brandt tijdens het opladen.
OPMERKING: Wanneer het apparaat op een computer wordt aangesloten, wordt het herkend als een extern apparaat voor massaopslag. Verwijder geen bestanden die zijn voorgeïnstalleerd op het apparaat. Als u bestanden verwijdert waarvan u de functie niet kent, kan dit fouten veroorzaken in de programma’s of functies. Als u uw apparaat op deze manier wilt opladen, moet u het apparaat uitschakelen zodat het opladen van de batterij sneller verloopt.
Met de TMC-houder (Afzonderlijk verkrijgbaar) kunt u de TMC-antenne aansluiten voor de ontvangst van radiozenders die worden gebruikt om chauffeurs op de hoogte te brengen van de verkeerssituatie. TMC-informatie wordt gecontroleerd door de navigatiesoftware. Zodra de informatie is ontvangen, kunt u deze weergeven op uw apparaat en verschijnen er verkeerspictogrammen in de kaartweergave. Sommige wegen waarop druk verkeer is gemeld, zullen worden gemarkeerd en u kunt ervoor kiezen deze wegen te vermijden.
1.5 Basisvaardigheden Het apparaat in- en uitschakelen Voor een normale werking, schakelt u het apparaat uit door kort op de voedingsknop te drukken. Het apparaat gaat in stand-by. Wanneer u de voedingsknop vervolgens opnieuw kort indrukt, wordt het systeem opnieuw geactiveerd. U zult terugkeren naar het punt waar u bent gestopt of u krijgt het startscherm te zien.
Tikken Raak het scherm eenmaal met uw vingertop aan om items te openen en knoppen of opties op het scherm te selecteren. Slepen Houdt uw vingertop op het scherm en sleep het omhoog/omlaag/naar links/naar rechts of over het scherm. Tikken en vasthouden Tik op het scherm en houdt uw vingerpunt daar totdat de handeling is voltooid, of tot er een resultaat of menu wordt weergegeven. Startscherm De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt het startscherm weergegeven.
Het schermtoetsenbord gebruiken Er zijn situaties waarbij u tekst of cijfers moet invoeren op uw apparaat. Zo moet u bijvoorbeeld namen, adressen en telefoonnummers in het programma Contacts (Contactpersonen) in te voeren. In dergelijke situaties verschijnt het hieronder weergegeven toetsenbord op het scherm. Afhankelijk van de huidige bewerking, verschijnt het alfabetische of het cijfer/symbolentoetsenblok. Alfabetisch toetsenblok Backspace Umlaut inschakelen.
Wanneer u op tikt om de umlaut in te schakelen, kunt u herhaaldelijk op een klinker tikken om een andere vorm van de letter in te voeren. U kunt ook op de letter in het pop-upvenster tikken, zoals hieronder weergegeven. Umlaut ingeschakeld. Tik opnieuw op de knop om uit te schakelen. Tik op nadat u de invoer hebt voltooid. 1.6 Een SD/MMC-kaart gebruiken Uw apparaat is voorzien van een SD/MMC-sleuf waarin u een optionele Secure Digital- of MultiMediaCard- geheugenkaart kunt plaatsen.
OPMERKING: Zorg ervoor dat er geen vreemde objecten in de sleuf terechtkomen. Bewaar een SD- of MMC-kaart in een goed beschermde doos om stof en vocht te vermijden als u de kaart niet gebruikt.
2 Audio 2.1 Audio starten en afsluiten Audio biedt: Het afspelen van MP3/WAV/WMA-bestanden Basis-afspeelbesturingen zoals afspelen, pauzeren, stoppen, volgende en vorige Afspelen inclusief enkelvoudige selectie afspelen, herhaling, enkele herhaling, voorbeeld afspelen, normale volgorde en willekeurige volgorde.
Om het programma te verlaten, tikt u op . 2.2 De audiobestanden Voorbereiden voor Uw Apparaat Zorg dat u over bestanden (.mp3/.wav/.wma) beschikt in de map My Flash Disk\My Audio van het apparaat of op een geheugenkaart voordat u begint met het gebruik van het programma. Met het hulpprogramma Mio Transfer kunt u de bestanden gemakkelijk van de computer naar de gewenste locatie kopiëren. (Raadpleeg paragraaf 4.3 voor details.) 2.3 Audiobestanden Afspelen 1.
Het informatiegebied toont de huidige status, inclusief de status afspelen/pauzeren/stoppen, de verstreken tijd, de voedingsstatus, de weergavemodus, het volumeniveau en de eigenschappen van het huidige nummer, zoals de artiest (indien beschikbaar bij het bestand), de bestandsnaam, de totale lengte en stereo/mono-informatie.
Afspeelmodus Schakelt naar de volgende modus: Herhaald afspelen van het huidige bestand. Herhaald in volgorde afspelen van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Afspelen in willekeurige volgorde van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Afspelen in willekeurige volgorde van de intro (10 seconden) van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Afspelen in volgorde van alle bestanden in de huidige afspeellijst. Liedjesteksten Opent de weergave van de liedjesteksten.
2.5 Liedjesteksten weergeven Met de Audiospeler kunt u de liedjesteksten in real time weergeven op het scherm tijdens het afspelen van nummers. Deze functie is vooral handig wanneer u wilt meezingen met de nummers. Het liedjestekstbestand voorbereiden voor uw apparaat Om de liedjesteksten weer te geven, moeten er liedjestekstbestanden (.lrc) voorzijn zijn in de map \My Flash Disk\My Audio\Lyric\ van uw apparaat of in de map \Lyric\ van uw geheugenkaart. OPMERKING: U kunt deze .
Terwijl het nummer wordt afgespeeld, schuift de tekst per regel over het scherm waarbij de huidige regel met een andere kleur wordt gemarkeerd. De achtergrondafbeelding wijzigt volgens een specifiek tijdinterval. Tik op een willekeurige plaats op het scherm om het scherm met de liedjestekst te sluiten en terug te keren naar het bedieningspaneel. 2.6 De afspeellijsten gebruiken U kunt uw eigen afspeellijsten maken om ze later te gebruiken. Een speellijst maken 1.
Terug Alle nummers toevoegen aan de afspeellijst.. Voeg geselecteerd(e) nummer(s) toe aan de afspeellijst. 4. Om de afspeellijst op te slaan, tikt u op . 5. Het toetsenbordscherm verschijnt. Hiermee kunt u de standaardnaam van de afspeellijst wijzigen. Wijzig de naam van de afspeellijst als u dat wenst. Tik wanneer u klaar bent. op 6. Om naar het configuratiepaneel terug te keren, tikt u op . Een afspeellijst openen Om een van de door u gemaakte afspeellijsten te openen, gaat u als volgt te werk: 1.
3. Tik op de afspeellijst die u wilt openen en tik op . Terug Naam geselecteerde afspeellijst wijzigen. Verwijder de geselecteerde afspeellijst. Open de geselecteerde afspeellijst. Alle afspeellijsten verwijderen. 4. Om naar het configuratiescherm terug te keren, tikt u op . 2.7 Versterker Het programma levert 11 vooraf ingestelde audioprofielen. Tik op paneel van de versterker (equalizer) te openen.
Tik op keren. om uw selectie op te slaan en naar het configuratiescherm terug te Om het profiel Normal te selecteren, tikt u op . 2.8 Instellingen Tikt u op . Het scherm Settings (Instellingen) wordt weergegeven. Help OPMERKING Om de functie van elke knop te kennen, kunt u op tikken. Tik vervolgens op de knop in de lijst om een beschrijvingsregel aan de rechterzijde van het scherm weer te geven. Tik in het selectievakje (√) om de energiespaarstand in te schakelen.
3 Instellingen 3.1 Instellingen starten en afsluiten U kunt de systeeminstellingen zoals helderheid van achterlicht, volume en taal aanpassen. Zodra u de instellingen hebt verandert, blijven de nieuwe instellingen in werking, totdat u ze opnieuw verandert. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. Het menu Instellingen verschijnt zoals hieronder wordt weergegeven. Audio Instellingen ↓ Om Instellingen af te sluiten, tikt u op .
In de volgende paragrafen worden de verschillende knoppen en hun functies beschreven. 3.2 Achterlicht 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Achterlicht (Backlight). 3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om de helderheid van het achterlicht bij te stellen. Om het achterlicht donkerder te maken, verplaatst u de knop naar links. Om het achterlicht helderder te maken, verplaatst u de knop naar rechts. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 3.3 Volume 1.
2. Tik op de knop Volume. 3. Verplaats de knop langs de schuifbalk om het volume bij te stellen. Om het volume te verlagen, verplaatst u de knop naar links. Om het volume te verhogen, verplaatst u de knop naar rechts. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 3.4 Scherm U kunt het touch-screen kalibreren als deze niet nauwkeurig op uw tikken reageert. 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Scherm.
3. Tik op om het kalibreren te starten. 4. Tik op het doel en houdt het centrum van het doel vast. 5. Als het doel naar een andere positie gaat, tikt u op het nieuwe doel en houdt u deze vast. Herhaal dit elke keer om het kalibreren te voltooien. 6. Bij voltooiing tikt u op . 3.5 Vermogen Om het resterende vermogenniveau van uw batterij te controleren en/of om de functie vermogenbezuiniging in te stellen, gaat u als volgt te werk: 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2.
3. Het scherm toont het resterende vermogen van uw batterij. U kunt een timer instellen zodat deze automatisch uitgaat als uw apparaat voor een ingestelde tijdsperiode buiten werking is. De optie bevat Nooit, 30 minuten, 20 minuten en 10 minuten. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 3.6 Datum&tijd 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Datum&tijd.
3. Om de tijdzone te veranderen, tikt u in het item "Tijdzonde" op de linker-/rechterpijlknop. 4. Om de datum te veranderen, tikt u in het item "Datum" op de pijlknop omlaag. Tik op de kalender op de linker pijlknop om naar de vorige maand of jaar te gaan. Als alternatief kunt u rechtstreeks bovenin de kalender op de maand of het jaar tikken, om de maand of het jaar te veranderen. 5. Als de kalender de huidige maand toont, tikt u op de kalender op de datum.
5. Om de tijd in te stellen, tikt u eerst in het item "Tijd" op het uur, de minuut of seconde en daarna tikt u op de pijlknop omhoog of omlaag, om de waarde respectievelijk te verhogen/verlagen. 6. Tik op om de wijzigingen op te slaan. 3.7 Andere Taal 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op de knop Andere taal. 3. Tik op de linker/rechter pijlknop om de gewenste taal te selecteren. 4. Tik op om de wijzigingen op te slaan.
3.8 Terugzetten De instellingen terugzetten naar de standaard fabriekswaarden: 1. Tik op het startscherm op de knop Instellingen. 2. Tik op Terugzetten. 3. Tik op 30 .
4 MioTransfer 4.1 Mio Transfer installeren Met Mio Transfer kunt u gegevens, zoals MP3 heel eenvoudig overdragen tussen uw apparaat en een computer. Mio Transfer op uw computer installeren: 1. Schakel uw computer in en plaats de toepassings-cd/dvd in het cd/dvd-romstation van uw computer. 2. Klik in het taalselectiescherm op de taal die u wilt gebruiken voor de installatie. 3. Klik op Installeer Mio Transfer.
4. Klik op Volgende. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. OPMERKING: als u klikt op Installeer Mio Transfer wanneer Mio Transfer al op uw computer is geïnstalleerd, wordt de toepassing verwijderd uit uw systeem. 4.2 Mio Transfer starten en afsluiten Klik op het pictogram Mio Transfer op het bureaublad van Windows om het programma te openen. Het scherm Mio Transfer verschijnt.
4.3 Multimediabestanden kopiëren naar uw apparaat Voordat u multimediabestanden, zoals MP3-bestanden kunt afspelen, moeten er bestanden op uw apparaat aanwezig zijn.Gebruik Mio Transfer om bestanden van uw computer te kopiëren naar de juiste locatie op uw apparaat. 1. Als u bestanden naar een opslagkaart wilt kopiëren, plaatst u de kaart in uw apparaat. 2. Schakel uw computer en uw apparaat in. 3.
Doelapparaat 6. Selecteer uw doelapparaat door op een van de pictogrammen te klikken. - Het flashgeheugen van uw apparaat - een opslagkaart die in het apparaat is geplaatst. 7. Selecteer in de linkerkolom de map waarin uw MP3- of fotobestanden worden bewaard. Selecteer het te kopiëren bestand en tik op de knop . De statusbalk geeft nu de voortgang van de bestandsoverdracht weer en het geselecteerde bestand wordt naar het doelapparaat gekopieerd.
Bestanden beheren U hebt de beschikking over verschillende knoppen om de bestanden te beheren: Hernoemen wijzigt de naam van het geselecteerde bestand. Verwijderen verwijdert het geselecteerde bestand. Annuleren annuleert de lopende bestandsoverdracht. Nieuwe folder Maakt een nieuwe map op het geselecteerde station of in de geselecteerde map.
5 Problemen oplossen en Problemen oplossen en onderhoud onderhoud 5.1 Opnieuw opstarten en Afsluiten In sommige gevallen zal het nodig zijn een reset uit te voeren van uw apparaat. U zult bijvoorbeeld een reset van uw systeem moeten uitvoeren als het apparaat niet meer reageert en het lijkt alsof het “bevroren” of “geblokkeerd” is.
Het uitschakelen zet het apparaat in een diepe slaapstand. Het apparaat zal alle actieve programma's uitschakelen voordat het zichzelf uitschakelt. Om het apparaat opnieuw te gebruiken, houdt u de voedingsknop gedurende 5 seconden ingedrukt. Het startscherm wordt weergegeven. 5.2 Problemen oplossen OPMERKING: Als u een probleem hebt dat u niet kunt oplossen, vraag dan uw leverancier om hulp. Problemen met de voeding De voeding wordt niet ingeschakeld wanneer batterijvermogen wordt gebruikt.
Problemen met de aansluiting Problemen met de kabelaansluitingen Zorg ervoor dat uw apparaat en uw computer allebei zijn ingeschakeld voordat u de verbinding maakt. Controleer of de kabel stevig op de USB-poort van de computer is aangesloten. Sluit de USB-kabel rechtstreeks aan op de computer en niet via een USB-hub. Voer een reset uit van uw apparaat voordat u de kabel aansluit. Koppel uw apparaat altijd los voordat u de computer opnieuw opstart.
5.3 Uw apparaat onderhouden Door het apparaat goed te onderhouden, verzekert u een probleemloze werking en vermindert u het risico op schade. Houd het apparaat uit de buurt van overmatig vocht en extreme temperaturen. Stel het apparaat niet gedurende langere perioden bloot aan direct zonlicht of sterk ultraviolet licht. Plaats geen voorwerpen op het apparaat of laat er geen voorwerpen op vallen. Laat het apparaat niet vallen en stel het niet bloot aan heftige schokken.
6 Reglementeringsinformatie OPMERKING: Markeeretiketten op uw apparaat geven de regelgeving aan waaraan uw model voldoet. Controleer de etiketten op uw apparaat en raadpleeg de bijbehorende verklaringen in dit hoofdstuk. Sommige opmerkingen gelden alleen voor specifieke modellen 6.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor wijzigingen die door de gebruiker zijn aangebracht en de gevolgen hiervan, die de conformiteit van het product met de CE-markering kan wijzigen. 6.2 Veiligheidsmaatregelen Langdurig beluisteren van muziek aan een hoog volume kan het gehoor beschadigen. Het gebruik van een ander type hoofdtelefoon dan het aanbevolen/bijgeleverde type kan gehoorschade veroorzaken door overmatige geluidsdruk.
Over de batterij Gebruik een gespecificeerde lader die door de fabrikant is goedgekeurd. OPGELET: Dit apparaat bevat een niet-vervangbare interne lithium-ion-batterij. De batterij kan barsten of ontploffen, waarbij gevaarlijke chemische producten vrijkomen. Om het risico op brand of brandwonden te voorkomen, mag u de batterij niet demonteren, samenpersen, doorprikken of in vuur of water gooien.