Operation Manual
NE-39
Belichtingscompensatie/Tegenlichtcorrectie
U kunt foto’s nemen waarbij u de achtergrond bewust intenser of donkerder maakt. Deze instellingen
worden gebruikt als er geen geschikte intensiteit (belichting) bereikt kan worden in omstandigheden
waarin het verschil in intensiteit tussen het voorwerp en de achtergrond (het contrast) groot is, of
wanneer het voorwerp dat u wilt fotograferen heel klein is tegen de achtergrond. De belichting kan
ingesteld worden in eenheden van 1/3 EV.
1. Schuif de modusschakelaar naar [
] en stel de modusknop in
op [P], [Tv], [Av], [ ], [ ] of [ ] en druk op de toets.
Iedere druk van de
toets geeft de instellingen als volgt weer:
[ ] Tegenbelichtcorrectie en [ ] Belichtingscompensatie.
2. Stel de belichtingswaarde in met de S / T toetsen.
Druk op de S toets om de waarde te verhogen.
Druk op de T toets om de waarde te verlagen.
De instellingen van de belichtingscompensatie zijn als volgt:
-2,0, -1,7, -1,3, -1,0, -0,7, -0,3, 0, +0,3, +0,7, +1,0, +1,3, +1,7, +2,0.
Druk op de
toets om de instelling te bevestigen.
Hoe hoger de waarde, hoe intenser de foto. Hoe lager de waarde, hoe donkerder de foto. De
ingestelde waarde wordt op het scherm weergegeven.
Effectieve voorwerpen en instelwaarden
+ (positieve) compensatie
* Drukwerk dat bestaat uit zwarte tekst op wit papier
* Tegenlicht
* Heldere scènes of sterk weerkaatst licht zoals skihellingen
* Als de lucht een groot deel van het scherm beslaat
- (negatieve) compensatie
* Mensen belicht door voetlicht, in het bijzonder tegen een donkere achtergrond










