2186_D5D_cvr_OM_NL_r3r.qxd 13.07.2005 17:18 Uhr Seite 2 Konica Minolta Customer Support: www.konicaminoltasupport.com Konica Minolta Photo World: www.konicaminoltaphotoworld.com Meld u vandaag nog aan bij Konica Minolta Photo World, geheel gratis, en wees welkom in de fascinerende wereld van Konica Minolta fotografie. Registreer nu, bespaar 29,99 EUR, en krijg DiMAGE Messenger gratis! © 2005 Konica Minolta Photo Imaging, Inc. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.
SNEL AAN DE SLAG VOORDAT U BEGINT Op deze bladzijde ziet u hoe u snel met uw camera aan de slag kunt. Gefeliciteerd met uw aanschaf van deze Konica Minolta digitale camera. Neem uw tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen; dan bent u er zeker van dat u alle mogelijkheden van uw camera maximaal zult benutten. Bevestig een objectief (blz. 18) en de draagriem (blz. 19). Pas indien nodig de oogsterkte van de zoeker aan (blz. 19). Laad de batterij op (blz. 20) en plaats hem in de camera (blz. 21).
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN NP-400 LITHIUM-ION BATTERIJEN Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. Deze camera werkt met een krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan leiden tot schade of letsel door brand, elektrische schokken of vrijkomende chemicaliën. Neem onderstaande waarschuwingen ter harte voordat u de batterij gebruikt.
• Kijk niet via de zoeker of het objectief naar de zon of een sterke lichtbron. Het kan uw gezichtsvermogen aantasten of tot blindheid leiden. • Gebruik dit product niet in een vochtige omgeving, en pak het niet met natte handen beet. Komt er vloeistof in het product terecht, verwijder dan meteen de batterij of verbreek de netstroomaansluiting, en gebruik het product niet meer.
INHOUD Snel aan de slag ....................................................................................................................................2 Voordat u begint.....................................................................................................................................3 Correct en veilig gebruik ........................................................................................................................4 Benaming van de onderdelen ............................
Opnamemenu ....................................................................................................................................70 Navigeren door het opnamemenu ..........................................................................................70 Beeldgrootte (Image size) en beeldkwaliteit (Image quality)...................................................72 Directe weergave (Instant playback) .......................................................................................
Overspeelstand ..................................................................................................................................114 Systeemeisen ........................................................................................................................114 Camera op de computer aansluiten .....................................................................................115 Verbinding met Windows 98/98 second edition ............................................................
BENAMING VAN DE ONDERDELEN CAMERAHUIS * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Wees extra voorzichtig bij het reinigen van de aangegeven onderdelen. Lees de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 139). 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 14 Zelfontspannerlampje (blz. 51) Instelwiel Ontspanknop Belichtingskeuzeknop (blz. 39) Flitser* (blz. 31) Witbalansknop (blz. 64) Witbalanstoets (blz. 64) Oogje draagkoord (blz. 19) Objectiefontgrendeling (blz.
INFORMATIE OPNAMESTAND ZOEKER Op het opnamescherm ziet u de informatie over de camerafuncties in verschillende velden. Welke informatie u ziet hangt samen met de gekozen functie. Breed scherpstelveld Wordt de camera gekanteld, dan past de weergave zich aan de stand van de camera aan. Spot-AF-veld (blz. 47) Locale scherpstelvelden (blz. 57) 1. Belichtingsstand / Belichting 2. Flitsveld 3. LW-schaal 4.
SNEL AAN DE SLAG DRAAGRIEM BEVESTIGEN Dit hoofdstuk behandelt het voorbereiden van de camera. Ook het verwisselen van batterijen, geheugenkaarten en objectieven wordt hier behandeld, alsmede het gebruik van externe voedingsbronnen. Doe de riem altijd om, om te voorkomen dat de camera op de grond valt. PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN EEN OBJECTIEF Deze camera maakt gebruik van verwisselbare objectieven. Op blz. 110 vindt u welke objectieven kunnen worden gebruikt.
BATTERIJ LADEN BATTERIJ PLAATSEN EN VERWISSELEN Voordat u de camera kunt gebruiken dient u de lithium-ion batterij op te laden. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met de bijgeleverde batterijlader. Het is aan te bevelen de batterij voorafgaand aan elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 140 voor informatie over opslag en verzorging van de batterij.
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE CAMERA AANZETTEN Zet de hoofdschakelaar op On om de camera aan te zetten. Het toegangslampje licht even op om aan te geven dat de camera is ingeschakeld. Als de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, moeten datum en tijd worden ingesteld: zie blz. 26. Gebruikt u de camera niet, zet hem dan uit om stroom te sparen. Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat verschijnt de aanduiding op de monitor.
GEHEUGENKAART PLAATSEN EN VERWISSELEN Zet wanneer u van geheugenkaart wisselt altijd de camera uit en controleer ook of het toegangslampje niet brandt. Anders kan de kaart schade oplopen en kan er beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te kunnen gebruiken moet er een geheugenkaart in zitten. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt “——” op de opnameteller. Type I en II Compact Flash kaarten en Microdrives kunnen ook in deze camera worden gebruikt. 1 2 3 1.
DATUM EN TIJD INSTELLEN BASISTECHNIEK OPNAME Als u de geheugenkaart en de batterij voor het eerst hebt geplaatst verschijnt de melding dat de klok en de kalender van de camera moeten worden ingesteld. Bij elke foto worden tijd en datum van opname geregistreerd. Ook kan het nodig zijn de menutaal in te stellen. Kijk voor het instellen van de taal bij het setup-menu (blz. 98 en 102). CAMERA OP AUTOMATISCHE OPNAMESTAND INSTELLEN Zet de belichtingsknop in de Auto-stand of de programmastand (P).
1 EENVOUDIGE OPNAMEHANDELINGEN SCHERPSTELSIGNALEN Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader. Het onderwerp moet zich binnen het scherpstelbereik van het objectief bevinden. Gebruikt u een zoomobjectief, kies dan een geschikte zoomstand. De scherpstelsignalen in de zoeker geven de status van het autofocus-systeem aan. Bij gebruik van macro-objectieven of lange tele-objectieven kan het scherpstellen extra tijd kosten, net als bij weinig licht.
SCHERPSTELVERGRENDELING 1 INGEBOUWDE FLITSER GEBRUIKEN De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich buiten het beeldmidden en buiten het scherpstelkader bevindt. U kunt de scherpstelvergrendeling ook gebruiken voor speciale scherpstelsituaties, waarin de autofocus zijn werk niet goed kan doen. De ingebouwde flitser is afgestemd op objectieven met een brandpuntsafstand vanaf 18mm.
ANTI-SHAKE-SYSTEEM (TRILLINGSONDERDRUKKING) INFORMATIETOETS Het Anti-Shake-systeem (trillingsonderdrukking) vermindert het effect van cameratrilling, een lichte onscherpte die wordt veroorzaakt door kleine handbewegingen. Cameratrilling is zichtbaarder naarmate de brandpuntsafstand van het objectief langer is. Druk op de informatietoets om de monitorweergave in te stellen op volledige weergave, basisweergave en uit. Meer informatie over de volledige weergave vindt u op blz.16.
HISTOGRAMWEERGAVE BASISTECHNIEK WEERGAVE Foto’s kunt u bekijken in de weergavestand. U vindt hier informatie over de basishandelingen voor weergave. De weergavestand heeft extra menufuncties, zie blz. 82. Wilt u het histogram van de weergegeven foto bekijken, druk dan op de op-toets. Druk op de neertoets om terug te gaan naar enkelvoudige weergave. FOTO’S BEKIJKEN Druk op de weergavetoets om de weergavestand te activeren.
EEN OPNAME PER KEER WISSEN WEERGAVESCHERM AANPASSEN U kunt het vertoonde beeld wissen. Een eenmaal gewist beeld kan niet worden teruggeroepen. Met de informatietoets regelt u welke informatie wordt vertoond. Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt wisselt de weergave naar de volgende methode: volledige weergave, alleen beeld, indexweergave. De indexweergave kan worden gewijzigd in sectie 1 van het weergavemenu.
VERGROTE WEERGAVE GEAVANCEERDE OPNAMETECHNIEK U kunt een foto vergroten om details te kunnen beoordelen. De maximale vergroting is afhankelijk van de beeldgrootte: 2,4 x voor kleine opnamen, 4,7 x voor grote opnamen. Met het voorste instelwiel bladert u door de beelden. In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde informatie over de opnamefuncties en werking van de camera. Lees de gedeelten die aansluiten op uw interesse en behoefte.
Digitale onderwerpsprogramma’s Automatische opname Digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de camera-instellingen voor belichting en witbalans plus de beeldverwerkingssystemen voor specifieke omstandigheden en onderwerpen. Kies met de belichtingsknop het gewenste onderwerpsprogramma. De Auto-stand wordt ingesteld met de belichtingskeuzeknop. Gebruik deze belichtingsstand wanneer u bij het fotograferen niets wilt instellen.
Diafragmavoorkeuze - A Diafragmavoorkeuze wordt ingesteld met de belichtingskeuzeknop (blz. 39). De fotograaf kiest het diafragma, de camera kiest de sluitertijd die tot een juiste belichting zal leiden. Waarschuwingen bereik belichtingsregeling Auto-stand, P-stand, Digitale Onderwerpsprogramma’s Ligt de vereiste belichting buiten het sluitertijdenbereik, dan knipperen de sluitertijd- en diafragma-aanduidingen.
Handinstelling belichting - M Met de handmatige belichtingsregeling kunt u zelf diafragma en sluitertijd instellen. Deze stand schakelt de automatische belichtingsregeling uit, waardoor de fotograaf controle heeft over het eindresultaat. U kunt ook tijdopnamen maken, zie hieronder. De handmatige belichtingsregeling wordt ingesteld met de belichtingskeuzeknop (blz. 39). Door de AEL-toets ingedrukt te houden (1) verschijnen continu metingen op de LW-schalen. Er kunnen twee indexen worden weergegeven.
BELICHTINGSVERGRENDELING - AEL-TOETS Het gemeten veld is 1,0 LW donkerder (–) dan de vergrendelde belichting. Met de AEL-toets kunt u de belichting vergrendelen zonder het AF-systeem te activeren. Deze functie stelt u in staat een lichtmeting op een grijskaart uit te voeren of op een meetobject buiten het onderwerp. Gebruikt u de flitser in de Auto-stand, de belichtingsstanden P, A of de digitale onderwerpsprogramma’s, dan kan er met lange sluitertijden worden geflitst (blz. 47).
BELICHTINGSCORRECTIE VISUELE SCHERPTEDIEPTECONTROLE Bij gebruik van de Auto-stand, de belichtingsstanden P, A en S en de digitale onderwerpsprogramma’s kunt u de belichting corrigeren. Om het beeld lichter of donkerder te maken houdt u de belichtingscorrectieknop ingedrukt en draait u aan het instelwiel; de sterkte van de correctie verschijnt op de LW-schalen van de monitor en de zoeker. De belichting wordt -1,0 LW gecorrigeerd.
TRANSPORTSTANDEN Over continu transport Met de transportstanden regelt u de manier waarop beelden worden opgenomen. Enkelbeeldtransport is de standaard transportstand; u vindt er informatie over op blz. 28. De transportstand wordt ingesteld via het selectiescherm voor de transportstand. Druk op de transporttoets (1) om het scherm te openen. Bij AF Zoom xi en Power Zoom objectieven kan bij continu transport de zoom niet worden gebruikt.
Opmerkingen over belichtingsbracketing Bracketing is een methode om een serie belichtingsvariaties van een statisch onderwerp te maken (belichtingstrapje). Gewone bracketing en flitsbracketing zijn mogelijk. Bracketingaanduiding Bracketingstap in LW (blz. 69). Enkelbeeldtransport-bracketing Bij belichtingsbracketing in de S-belichtingsstand wordt het diafragma gevarieerd.
CAMERAGEVOELIGHEID (ISO) EN ZONE-AANPASSING (ZONE MATCHING) De cameragevoeligheid is instelbaar. Voor high key of low key opnamen kunt u Zoneaanpassing (Zone Matching) instellen. De gevoeligheidsinstelling verschijnt op de monitor. Druk op de cameragevoeligheidstoets (1) om het instelscherm te openen. Aanduiding cameragevoeligheid Sensitivity / Zone Matching :select :enter Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid om de gevoeligheidsoptie te markeren.
FUNCTIETOETS AF-veld AF-veld, scherpstelstand, lichtmeetstand, flitscorrectie, kleurinstelling, en de Regeling Digitale Effecten worden ingesteld met de functietoets. Monitoraanduidingen geven de actieve instellingen weer. Druk op de toets (1) om het instelscherm te openen. Breed AF-veld - voor scherpstelling binnen het brede scherpstelkader in de zoeker. Zie de basishandelingen op blz. 28. Met indrukken van de vierwegtoetsen van de stuureenheid kunt u de scherpstelling activeren en vergrendelen.
AF-standen Lichtmeetmethoden Enkelvoudige AF (Autofocus), continu AF, automatische AF en handmatige scherpstelling kunt u kiezen met de functietoets (blz. 56). AF mode Automatic AF :func. :select Het AF-systeem wordt geactiveerd wanneer u de ontspanknop half indrukt of met de stuureenheid (blz. 57). De scherpstelling wordt bevestigd met de scherpstelsignalen in de zoeker, zie blz. 29.
Flitscorrectie Kleurinstelling (Color mode) De relatieve hoeveelheid flitslicht kan worden gecorrigeerd over +/- 2,0 LW met de functietoets (blz. 56). Flsh compensation ±0,0 LW :func. :adjust Color / DEC Natural Gebruik in het functieselectiescherm de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de belichtingscorrectie te selecteren en de links/rechts-toetsen om de mate van correctie te kiezen. Druk op de centrale toets om de instelling te voltooien. :func.
Regeling Digitale Effecten (DEC - Digital Effects Control) De actieve stand verschijnt op de monitor. Bij gebruik van de kleurinstellingen Portret, Landschap, Zonsondergang, Nachtoverzicht of Nachtportret wordt het gebruik van de automatische witbalans aangeraden. Color / DEC Saturation Over Adobe RGB Adobe RGB heeft een groter kleurbereik dan de meer algemene sRGB.
WITBALANS Vooringestelde witbalans De witbalans zorgt ervoor dat er onder uiteenlopende lichtomstandigheden een natuurlijke kleurweergave wordt verkregen. De actieve witbalansinstelling verschijnt in het witbalansveld op de monitor. De witbalansknop moet in de stand voor vooringestelde witbalans staan; druk op de witbalanstoets om het instelscherm te openen. Gebruik de links/rechts-toets van de stuureenheid of het instelwiel om de witbalansinstelling te selecteren.
Eigen witbalansinstelling Met de eigen witbalansinstelling kunt de camera afstemmen op specifieke lichtomstandigheden. De witbalansschakelaar moet in de custom-stand staan; druk op de witbalanstoets om het instelscherm te openen. Onder extreem heldere lichtbronnen kan zich een kalibratiestoring voordoen, met name bij flitsapparatuur. Doet zich een storing voor, dan verschijnt er een melding op de monitor en wordt de witbalansaanduiding geel.
FOTOGRAFISCHE BASISPRINCIPES LICHTBRONNEN EN KLEUR Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van nu de volgende basisprincipes zal u helpen uw foto’s nog meer naar uw hand te zetten.
OPNAMEMENU Instellen resolutie (blz. 72). In de opnamestand drukt u op de menu-toets om het menu te openen en te sluiten. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (2) verplaatst u de cursor door het menu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen. Image size L: 3008x2000 Quality Fine Bestandstype en compressie instellen (blz. 72). Inst.Playback 2 sec. Foto’s na de opname weergeven (blz. 74). Noise reductn On Ruisonderdrukking op lange tijdopnamen toepassen (blz.
BEELDGROOTTE (IMAGE SIZE) EN BEELDKWALITEIT (IMAGE QUALITY) Beeldgrootte en -kwaliteit worden ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 70). De instellingen verschijnen op de monitor. L M S RAW RAW+ X.FIN FINE STD. L: 3008 x 2000 (Large - Groot) M: 2256 x 1496 (Medium) S: 1504 x 1000 (Small - Klein) RAW beeld RAW & JPEG beeld Extra fine: JPEG beeld Fine: JPEG beeld Standard: JPEG beeld De beeldgrootte heeft invloed op het aantal pixels van een beeld.
DIRECTE WEERGAVE (INSTANT PLAYBACK) Na te zijn opgenomen wordt het beeld op de monitor twee, vijf of tien seconden vertoond voordat het wordt opgeslagen. Het laatste beeld van een continu-serie of een continu-bracketingserie wordt weergegeven. Directe weergave en de duur van het afspelen worden ingesteld met de optie Instant Playback in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 70). FLITSSTANDEN Image size L: 3008x2000 Quality Fine Inst.Playback 2 sec.
Draadloos flitsen (Wireless/Remote flash) Flitser op camera Flitser los van de camera Met de draadloze flitstechniek kan de camera los van de camera opgestelde Program 5600HS (D) en 3600HS (D) flitsers aansturen zonder dat daarvoor een kabelverbinding nodig is. U kunt met een enkele maar ook met meerdere flitsers werken en zo vele soorten van verlichting creëren. De flits die afkomstig is van de ingebouwde flitser van de camera stuurt de los geplaatste flitser(s) aan, maar verlicht het onderwerp niet.
AFSTANDSBEREIK DRAADLOOS FLITSEN FLITSREGELING (FLASH CONTROL) ADI, voorflits DDL (preflash TTL) en handmatige flitsregeling zijn beschikbaar. De flitsregeling kan worden ingesteld in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 70). Welke flitsregeling wordt gebruikt is afhankelijk van de combinatie met objectief en flitser. Flash mode Fill-flash Flash control ADI flash Bracket order Reset – ADI flitsmeting - Advanced Distance Integration.
BRACKETINGVOLGORDE (BRACKETING ORDER) OVER DIMAGE MASTER De volgorde van de belichtingsbracketing-opnamen kunt u kiezen in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 70). Meer informatie over lichtbronnen op blz. 52. Flash mode Fill-flash Flash control ADI flash De complete versie van DiMAGE Master geeft u alle hulpmiddelen voor het organiseren, beoordelen en bewerken van uw opnamen. Met het Organizer-venster kunt u uw opnamen snel in vier zelf op te geven classificaties indelen.
WEERGAVEMENU Foto’s van de geheugenkaart wissen (blz. 84) Druk in de weergavestand op de menu-toets om het menu te openen of te sluiten. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (2) verplaatst u de cursor door het menu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen. Delete – Format – View folder Folder name NAVIGEREN DOOR HET WEERGAVEMENU Lock Geheugenkaart formatteren (blz. 85) All folders Kiezen voor weergave van een of alle mappen (blz.
WISSEN (DELETE) FORMATTEREN (FORMAT) Wissen verwijdert een bestand permanent. Een eenmaal gewist beeld kan niet worden teruggeroepen. Let dus goed op wanneer u beelden wist. In het weergavemenu kunt u enkele beelden wissen, maar ook meedere beelden tegelijk of alle beelden uit een map. Voordat een beeld wordt gewist verschijnt een bevestigingsscherm; “Yes” voert het wissen uit, met “No” ziet u ervan af. Alleen de beelden in de optie “View folder” in sectie 1 van het weergavemenu (blz.
VERGRENDELEN (LOCK) INDEXWEERGAVE U kunt een, een aantal of alle beelden op de geheugenkaart (in een map die werd opgegeven met de optie “View folder”) vergrendelen. Een vergrendeld beeld kan niet worden gewist. Het is verstandig belangrijke opnamen te vergrendelen. De beelden worden vergrendeld in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 82).
DIASHOW In sectie 2 van het weergavemenu start u de diashow-functie. Hiermee worden beelden op de kaart of in de map die werd opgegeven bij de optie “View folder” (in sectie 1 van het menu) automatisch weergegeven, 5 seconden per beeld. DPOF SETUP Slide show Enter DPOF set De optie “DPOF setup” wordt gebruikt om een opdracht voor standaardprints aan te maken van digitale beelden. Een, een aantal of alle beelden op de geheugenkaart (opgegeven met de optie “View folder”) kunnen worden geprint (blz. 85).
DATUM IN BEELD (DATE IMPRINT) Wilt u de datum van opname in elk beeld printen (met een compatible DPOF printer), zet dan de menu-optie aan (ON). Wilt u deze functie opheffen, schakel hem dan eenvoudigweg uit (OFF). Hoe de datum wordt geprint varieert per printer. Niet alle printers ondersteunen deze functie.
PERSOONLIJKE INSTELLINGEN (CUSTOM-MENU) Met het custom-menu regelt u de gebruiksvoorkeuren. Kijk voor het openen van het custom-menu op blz. 91. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de gewenste menu-tab te doen oplichten; als een andere tab wordt geselecteerd verandert het menu. AF- of ontspanprioriteit (blz. 93). Priority setup AF FocusHoldButt. Focus hold AEL button AE hold Werking van de AEL-toets instellen (blz. 94).
FOCUS-HOLD TOETS (FOCUS HOLD BUTT.) FUNCTIE INSTELWIELEN (CTRL DIAL SET) Een aantal Konica Minolta objectieven is uitgerust met een toets voor scherpstelvergrendeling (focus hold). De werking van deze toets kan in sectie 1 van het custom-menu worden veranderd (blz. 92). Deze persoonlijke functie heeft twee opties: Priority setup AF FocusHoldButt. Focus hold AEL button AE hold Ctrl dial set Shutter speed Focus hold - indrukken van de focus hold toets vergrendelt de scherpstelling. Exp. comp.
AF-HULPLICHT (AF ILLUMINATOR) AF-VELD INSTELLING (AF AREA SETUP) De ingebouwde flitser wordt gebruikt als AF-hulplicht. Is het te donker om goed te kunnen scherpstellen, klap dan de flitser uit. De flitser geeft een paar korte flitsseries om de scherpstelling bij te lichten. Wordt een externe flitser bevestigd, dan wordt die als hulplicht gebruikt. Het AF-hulplicht kan worden aan- en uitgezet in sectie 1 van het custom-menu (blz. 92).
SETUP-MENU Monitor-helderheid (blz. 100). Met het setup-menu regelt u de bediening van de camera. Kijk voor het openen van het setup-menu op blz. 91). Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de gewenste menu-tab te doen oplichten; als een andere tab wordt geselecteerd verandert het menu. LCDbrightness – Transfer mode Data storage Video output NTSC Video-output instellen op NTSC of PAL (blz. 101). Audio signals On Audiosignalen aan- of uitzetten (blz. 102).
LCD-HELDERHEID U kunt de monitor-helderheid instellen in sectie 1 van het setupmenu. Markeer “Enter” en druk op de centrale toets om het instelscherm voor LCD-helderheid te openen. VIDEO OUTPUT LCDbrightness U kunt de beelden van de camera op een televisie weergeven. U kunt het video-signaal afstemmen op de PAL en de NTSC televisie-norm. Noord-Amerika gebruikt de NTSC standaard, Europa gebruikt de PAL standaard. Controleer welke standaardinstelling nodig is in de regio waar u verblijft.
AUDIOSIGNALEN Wanneer u de ontspanknop half indrukt klinkt een audiosignaal als de scherpstelling in orde is. Het audiosignaal kan worden uitgeschakeld in sectie 1 van het setup-menu (blz. 98). DATUM EN TIJD INSTELLEN (DATE/TIME SET) LCDbrightness – Transfer mode Data storage Video output NTSC Audio signals On Language Date/Time set Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een foto opneemt worden datum en tijd bij de beeldinformatie opgeslagen; bij weergave worden ze afgebeeld.
MAPNAAM (FOLDER NAME) NIEUWE MAP (NEW FOLDER) Alle beelden worden op de geheugenkaart opgeslagen in mappen. Mapnamen zijn er in twee uitvoeringen: standaard en met datum. Met deze functie maakt u nieuwe mappen aan. Met de optie “Folder nam” in sectie 2 van het setup-menu geeft u aan hoe de naam van de map moet worden samengesteld. Zijn er meerdere datummappen aangemaakt, kan alleen de laatste map worden gebruikt voor de opslag van foto’s. Standaard-mappen hebben namen van acht tekens.
GEHEUGEN MENUSECTIE (MENU SECTION MEM.) De camera kan onthouden welke menusectie het laatste geopend was. Is de geheugenfunctie ingeschakeld, dan verschijnt na indrukken van de menutoets de laatst geopende menusectie. Is de menufunctie uitgeschakeld, dan verschijnt na indrukken van de menu-toets sectie 1 van het weergavemenu. LCD backlight 5 sec. Power save 3 min. MenuSec.Memory Off Delete conf. “No” Clean CCD – Reset default – Voordat u de CCD reinigt moet de batterij geheel zijn geladen.
TERUGZETTEN OP STANDAARD (RESET DEFAULT) Weergavemenu Met deze optie worden alle standen en menu’s teruggezet op standaard. Na selectie verschijnt een bevestigingsscherm; “Yes” zet de functies terug in onderstaande standen, “No” heft de bewerking op. Opname- en weergavestand Alle mappen (All folders) blz. 85 Indextype (Index format) 9 beelden blz. 87 Datum in beeld (Date imprint) Uit (Off) blz. 90 Custom-menu (Persoonlijke instellingen) Schermbeeld bij opname Volledige weergave blz.
ACCESSOIRE-INFO OCULAIRKAPJE BEVESTIGEN Hier vindt u informatie over het gebruik van accessoires en compatibiliteit. Lees de informatie goed door, zodat uw camera optimaal gebruikt. Het meegeleverde oculairkapje voorkomt dat er bij gebruik van de zelfontspanner of het maken van lange tijdopnamen licht via de zoeker binnentreedt en de belichtingsmeter beïnvloedt of het beeld sluiert. OBJECTIEF-COMPATIBILITEIT Alle Konica Minolta AF-objectieven zijn met deze camera compatible.
EXTERNE FLITSER BEVESTIGEN PC FLITSADAPTER PCT-100 Met een extra flitser (apart leverbaar) geeft u deze camera veelzijdiger flitsmogelijkheden. Is de camera niet in gebruik, verwijder dan altijd de externe flitser. Schuif het beschermkapje op de flitsschoen om de contacten te beschermen. Met de PC Flitsadapter PC-100 kunt u een studio- of reportageflitser op de camera aansluiten, door middel van een standaard flitskabel.
OVERSPEELSTAND CAMERA OP DE COMPUTER AANSLUITEN Lees dit hoofdstuk goed door voordat u de camera met een computer verbindt. Deze gebruiksaanwijzing geeft geen informatie over de beginselen van het werken met computers en hun besturingssysteem. Kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzing van uw computer. Gebruik wanneer u de camera op de computer aansluit een volledig geladen batterij. Het gebruik van een netstroomadapter (apart verkrijgbaar) is overigens te prefereren boven batterijvoeding.
VERBINDING MET WINDOWS 98/98 SECOND EDITION Handmatige installatie De driver hoeft maar eenmaal te worden geïnstalleerd. Hij kan automatisch worden geïnstalleerd, met de DiMAGE installer, of handmatig met de wizard voor nieuwe hardware van het besturingssysteem. Tijdens de installatie vraagt het besturingssysteem om de Windows 98 CDROM; plaats die in de CD-ROM drive en volg de verdere instructies op het scherm. Voor andere Windows besturingssystemen is geen speciale driver-software nodig.
AUTOMATISCHE SPAARSCHAKELING (OVERSPEELSTAND) De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Klik om te vervolgen met de installatie van de driver in het systeem. Een van deze drie drivers zal worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf of USBSTRG.inf. De letter van de CD-ROM drive kan per computer verschillen. Klik op Volgende om de driver in het systeem te installeren.
WERKEN MET MAPPEN OP DE GEHEUGENKAART Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Beeldmappen vindt u in de DCIM map. U kunt beelden overzetten door bestanden met de muis naar de computer of een map te slepen. Drive-icoon Dcim Misc De map Misc. bevat DPOF printbestanden (blz. 88) Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen.
CAMERA VAN DE COMPUTER LOSKOPPELEN Is er meer dan één apparaat op de computer aangesloten, herhaal dan bovenstaande procedure, behalve de rechter muisklik op het symbool voor het ontkoppelen of uitwerpen van hardware. Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje brandt; de bestanden of de geheugenkaart kunnen mogelijk permanente schade oplopen. Windows 98/98 second edition Controleer dat het toegangslampje niet brandt. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
GEHEUGENKAART VERWISSELEN (OVERSPEELSTAND) Pas goed op wanneer u geheugenkaarten verwisselt terwijl de camera met de computer verbonden is. Bij verkeerde handelingen kan er beeldinformatie verloren gaan. Kijk altijd goed of het toegangslampje niet rood brandt voordat u de geheugenkaart verwijdert. OVERSPEELSTAND DRIVER-SOFTWARE VERWIJDEREN - WINDOWS 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind hem met een USB-kabel met de computer.
PICTBRIDGE Controleer of de overspeeloptie (transfer) in sectie 1 van het setupmenu is ingesteld op PTP. Sluit de camera aan op een PictBridge compatible printer, met de USB-kabel van de camera. De grote stekker moet in de printer worden gestoken. Schuif het deurtje van de kaartruimte naar de achterzijde van de camera om de vergrendeling los te maken en het te openen. Steek de kleine stekker van de kabel in de camera. Zet de camera aan; het PictBridge scherm verschijnt automatisch.
NAVIGEREN DOOR HET PICTBRIDGE MENU Druk op de menu-toets om het menu te openen en te sluiten. Gebruik de vierwegtoetsen van de stuureenheid en de instelwielen om de cursor in het menu te verplaatsen. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen. De opties kunnen per printer verschillen.
Papiergrootte (Paper size) Printkwaliteit (Print quality) De papiergrootte van de print is instelbaar in sectie 2 van het PictBridge menu. De optie Printer setup gebruikt de grootte die op de printer is ingesteld. Paper size Printer setup De printkwaliteit is instelbaar in sectie 2 van het PictBridge menu. De optie Printer setup gebruikt de kwaliteit die op de printer is ingesteld. De kwaliteit Fine kan met de camera worden ingesteld.
KODAK EASYSHARE SOFTWARE 1. Sluit alle software die op uw computer geopend is (inclusief de antivirus-software). Deze alles-in-een software voor digitale fotografie geeft u zonder rompslomp mogelijkheden voor het ordenen, printen en delen van uw foto’s. 2. Plaats de Digital Camera Software CD-ROM in de CD-ROM drive. Orden uw foto’s Kodak EasyShare software ordent uw foto’s automatisch, zodat u ze snel kunt terugvinden. Of maak zelf albums aan en sorteer uw foto’s zoals u het zelf wilt. 3.
DIMAGE MASTER LITE DiMAGE Master Lite is een plezierige start op het gebied van digitale beeldverwerking. Beeldbewerkingshulpmiddelen Kleur, contrast, kleurverzadiging en verscherping kunnen worden geoptimaliseerd om uw beelden te perfectioneren. Advanced RAW beeldverwerking voor specifieke DiMAGE camera’s staat garant voor topklasse-resultaten. Beeld & informatie U kunt uitgebreide informatie bekijken over hoe en wanneer het beeld werd opgenomen en wat de specificaties zijn.
PROBLEMEN OPLOSSEN Probleem Symptoom Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande problemen of defecten, of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren, kunt u het beste contact opnamen met de Technische Dienst van Konica Minolta. Probleem Symptoom Oorzaak De batterij is leeg. Er verschijnt niets op de monitor. De camera doet het niet. De lichtnetadapter is niet correct aangesloten. Controleer of de adapter op de camera en het lichtnet is aangesloten (blz.
Probleem Onjuiste belichting bij zeer lichte of zeer donkere onderwerpen. Symptoom Oorzaak Oplossing Knipperende sluitertijd en/of diafragma. Onderwerp of tafereel buiten belichtingsbereik van de camera. Pas de belichting aan tot het knipperen stopt of verander cameragevoeligheid (blz. 54). Pijlen knipperen aan beide zijde van de LW-schaal. Onderwerp of tafereel buiten belichtingsbereik van de camera. Gebruik bij weinig licht de flitser van de camera.
GEBRUIKSTEMPERATUREN EN -OMSTANDIGHEDEN VERZORGING LCD-MONITOR • Gebruikstemperaturen en -omstandigheden Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 40°C. • Laat de camera nooit achter in een omgeving waarin het erg warm kan worden, zoals in een auto die in de zon staat, of waar het erg vochtig is. • Brengt u de camera van een koude naar een warme omgeving, doe hem dan in een goed afgesloten plastic zak om condensvorming te voorkomen.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen: Alleen voor lidstaten van de EU Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit). FCC Compliance Statement Declaration on Conformity Dynax 5D Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc.
TECHNISCHE GEGEVENS Aantal pixels effectief: CCD: Cameragevoeligheid (ISO): Beeldverhouding: A/D-conversie: Autofocus-systeem: AF-gevoeligheidsbereik: Belichtingsmeting: Lichtmeetbereik: Sluiter: Richtgetal flitser: Flitssynchronisatie: Dekking ingebouwde flitser: Herlaadtijd ingebouwde flitser: Zoeker: Beelddekking: Oogafstand: Zoekervergroting: LCD-Monitor: Opslagmedia: Bestandsformaten: PRINT Image Matching III: Menu-talen: Video-uitgang: 144 Technische gegevens 6,1 miljoen APS-C formaat (23,5 X 15,7m
INDEX Accessoires Afstandsbedieningskabel, 111 Flits, 79, 112, 113 Lichtnetadapter Zoeker, 59 ADI-meting, 79 Adobe RGB, 62, 88, 120, 126 AEL-toets, 46, 94 AF/MF-schakelaar, 49 AF/ontspanprioriteit, 93 AF-hulplicht, 96 AF-standen, 56, 58 Afstandsbedieningskabel, 111 AF-velden, 17, 56, 57 Anti-Shake, 32, 110 Audiosignalen, 102 Autofocus, 48, 57, 58 Speciale scherpstelsituaties, 29 Spot AF, 47 Automatische spaarschakeling, 23, 105, 119 Auto-stand, 27, 41 Batterij Conditie, 23 Opladen, 20, 113 Verwisseling, 21