Z5_cvr_OM_NL_R18r.qxd 29.03.2005 15:11 Uhr Seite 2 Konica Minolta Customer Support: www.konicaminoltasupport.com Konica Minolta Photo World: www.konicaminoltaphotoworld.com Meld u vandaag nog aan bij Konica Minolta Photo World, geheel gratis, en wees welkom in de fascinerende wereld van Konica Minolta fotografie. Registreer nu, bespaar 29,99 EUR, en krijg DiMAGE Messenger gratis! © 2005 Konica Minolta Photo Imaging, Inc. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.
Voordat u begint Correct en veilig gebruik Gefeliciteerd met uw aanschaf van deze Konica Minolta digitale camera. Neem uw tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen; dan bent u er zeker van dat u alle mogelijkheden van uw camera maximaal zult benutten. Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar. Neem onderstaande opmerkingen en waarschuwingen ter harte voordat u dit product gebruikt.
LET OP • Houd batterijen en andere voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kinderen. Neem direct contact op met een arts wanneer er iets is ingeslikt. • Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Gebruik dit product in de nabijheid van kinderen met voorzichtigheid. • Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Het kan tot schade aan het gezichtsvermogen leiden. • Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen.
Over deze gebruiksaanwijzing De basishandelingen van deze camera worden behandeld op blz. 12 t/m 33. Dit hoofdstuk behandelt de camera-onderdelen, de voorbereidingen voor gebruik en de basishandelingen voor opnemen, weergeven en wissen van de opnamen. Veel van de mogelijkheden van deze camera worden met menu’s geregeld. In de hoofdstukken over menu-navigatie leest hoe u de menu-instellingen verandert. Na de navigatiemogelijkheden volgt de uitleg van elke instelling. Benaming van de onderdelen ..............
Kleurinstelling ..........................................................................................................................65 Contrast...................................................................................................................................65 Verscherping............................................................................................................................66 Toetsfuncties toewijzen ..................................................................
BENAMING VAN DE ONDERDELEN * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Wees extra voorzichtig bij het reinigen van de aangegeven onderdelen. Lees ook de instructies voor verzorging en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 122). Ontspanknop Flitser (blz. 26) Accessoireschoentje (blz. 43) Belichtingskeuzeknop (blz. 1, 29, 36 - 40) Dioptrie-aanpassing wiel (blz. 17) Macrotoets (blz. 35) Flitstoets (blz. 26) Luidspreker Zoeker* (blz. 17) Microfoon Zoomknop (blz.
AAN DE SLAG Batterijen plaatsen Riem en lensdop bevestigen Deze digitale camera gebruikt vier AA-formaat alkaline of Ni-MH-batterijen. Gebruik geen andere typen AA-batterijen. Wanneer u de batterijen verwisselt dient de camera uitgeschakeld te zijn. Houd altijd de riem om uw hals om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt. Als extra is leverbaar de lederen halsriem NS-DG1000; informeer hierover bij uw handelaar. Beschikbaarheid varieert per regio.
Aanduiding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatische aanduiding voor de batterijconditie. Wanneer de camera aan staat is de aanduiding voor de batterijconditie op de monitor te zien. Is de monitor blanco, dan kunnen de batterijen geheel leeg zijn of ze zijn verkeerd geplaatst. Aanduiding: batterijen vol - Na inschakeling van de camera is deze aanduiding drie seconden lang op de lcd-monitor te zien. Aankondiging: batterijen bijna leeg - Energievoorraad is beperkt.
Geheugenkaart verwisselen Camera en displays inschakelen Om te kunnen functioneren moet de camera van een SD-geheugenkaart of een MultiMedia-kaart worden voorzien. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt er automatisch een “No card” waarschuwing op de lcd-monitor. Meer informatie over geheugenkaarten op blz 124. Druk op de hoofdschakelaar om de camera aan te zetten. Met opnieuw indrukken zet u de camera uit.
Datum en tijd instellen Menutaal instellen Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en de batterijen in de camera hebt geplaatst moet u de klok en de kalender instellen. Bij het opslaan van gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van opname geregistreerd. 1 Set date/time? Ja No 2005 . 01 . 01 00 : 00 MM / DD / YYYY :move :sel. :enter Gebruik de op/neer-toetsen om het onderdeel in te stellen. Druk op de centrale toets om de instelling van klok en kalender te voltooien.
Automatische opnamestand BASISTECHNIEK OPNAME In dit deel van de gebruiksaanwijzing komen de basishandelingen aan de orde. Maak uzelf goed vertrouwd met de handelingen die hier worden behandeld voordat u verder gaat met andere gedeelten van deze gebruiksaanwijzing. Zet de belichtingskeuzeknop in de automatische opnamestand (1); alle camerafuncties werken nu automatisch. De autofocus-, belichtings- en beeldverwerkingssystemen werken nu samen om u zonder rompslomp mooie opnamen te bezorgen.
Eenvoudige opnamehandelingen Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s In dit voorbeeld wordt uitgegaan van de automatische opnamestand. De instructies voor andere standen zijn gelijk, behalve voor de filmstand. Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s is alleen beschikbaar in de automatische opnamestand. De Automatische Selectie Digitale Onderwerpsprogramma’s kiest voor de belichtingsregeling tussen het automatische belichtingsprogramma en een van de vier onderwerpsprogramma’s.
Scherpstelvergrendeling Scherpstelsignalen Scherpstelvergrendeling zet de automatische scherpstelling vast. Dat kan van pas komen bij onderwerpen buiten het beeldmidden of bij moeilijke scherpstelsituaties (blz. 25). Het scherpstelsignaal in de rechter benedenhoek van de lcd-monitor geeft de scherpstelstatus aan. De sluiter kan worden ontspannen, ook als de camera niet op het onderwerp kan scherpstellen. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader.
Flitsstanden Wilt u de ingebouwde flitser gebruiken, klap hem dan omhoog (1). Wilt u dat er niet wordt geflitst, klap de flitser dan in. De aanduiding voor de flitsstand wordt rood als de flitser zich oplaadt;; wacht met foto’s maken totdat hij weer wit is. Wilt u de flitsstand wijzigen, klap dan de flitser uit en druk eenvoudigweg zo vaak op de flitstoets (2) dat de gewenste stand verschijnt. De camera regelt de flitsdosering automatisch.
i+ toets Digitale onderwerpsprogramma’s Met indrukken van de informatietoets (i ) verandert u wat er op de monitor te zien is. U kunt kiezen tussen standaard weergave, real time histogram en alleen live-beeld. + Standaard weergave Real-time histogram Aanduiding belichtingsstand Alleen live-beeld Het real-time histogram toont bij benadering de helderheidsverdeling van het live-beeld. Dit histogram kan niet het effect van flitslicht laten zien.
BASISTECHNIEK WEERGAVE U kunt foto’s bekijken in de gewone weergavestand of met de stand snelweergave (Quick View). Dit hoofdstuk behandelt de basishandelingen voor beide standen. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 72. Het histogram geeft de helderheidsverdeling van de opname weer, van zwart (links) naar wit (rechts). Elk van de 256 verticale lijnen geeft aan hoe sterk een bepaalde helderheidswaarde aanwezig is. Met het histogram kunt u de belichting evalueren; het geeft geen kleurinformatie.
i+ toets Vergrote weergave Met de informatietoets (i+) bepaalt u de wijze van weergeven. Elke keer dat er op de knop wordt gedrukt wisselt de weergave, in de volgorde: volledige weergave, alleen beeld, indexweergave. In enkelbeeldweergave in snelweergave of in de weergavestand kan een foto voor nadere bestudering worden vergroot, vanaf 1,2x. De maximale vergroting is afhankelijk van de beeldgrootte: van 2x voor 640 x 480 tot 4x voor 2560 x 1920 beelden.
GEAVANCEERDE OPNAMETECHNIEK Macro Er zijn twee macrostanden beschikbaar: Super Macro en Standaard Macro. Met Super Macro kan de camera scherpstellen tot 1 cm vanaf de voorzijde van het objectief. Wordt Super Macro geselecteerd, dan zoomt het objectief automatisch naar een bepaalde brandpuntsafstand, die niet kan worden veranderd. Bij Standaard Macro kan de zoom gewoon worden gebruikt. De kortste instelsafstand varieert met de brandpuntsafstand, zie hieronder.
Programma (P) belichtingsstand In de programmastand regelt de camera zowel de sluitertijd als het diafragma om een goede belichting te krijgen. Met deze stand kunt u fotograferen zonder dat u zich om de belichtingsinstelling hoeft te bekommeren. De gekozen sluitertijd- en diafragmawaarden verschijnen op de monitor, wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Worden sluitertijd en diafragma rood, dan liggen de lichtomstandigheden buiten het regelbereik van de camera.
Handmatige belichtingsregeling (M) Met de handmatige belichtingsregeling kunt u zelf diafragma en sluitertijd instellen. Deze stand schakelt de automatische belichtingsregeling uit, waardoor de fotograaf maximale controle heeft over het eindresultaat. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de sluitertijd te veranderen.
Filmopnamen Belichtingscorrectie Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. De totale opnameduur varieert met beeldgrootte en beeldfrequentie, zie blz. 68. Optische en digitale zoom, belichtingscorrectie en de macrostanden kunnen worden gebruikt. Andere instellingen kunt u uitvoeren in het filmmenu voor opname (blz. 44). De belichting kan worden gecorrigeerd om het uiteindelijke beeld donkerder of lichter te maken, in een bereik van plus/min 2 LW in stappen van 1/3 LW.
Scherpstelveldselectie Externe flitser bevestigen Bij foto-opnamen kunt u individuele scherpstelvelden selecteren. In de automatische opnamestand en bij digitale onderwerpsprogramma’s wordt de scherpstelveldselectie teruggezet als de camera wordt uitgeschakeld. In de de P-, A-, S- en M-stand blijft het gekozen scherpstelveld actief totdat een andere keuze wordt gemaakt. Met een extra flitser (apart leverbaar) geeft u deze camera veelzijdiger flitsmogelijkheden.
Navigeren door de opnamemenu’s Welk opnamemenu verschijnt is afhankelijk van de stand van de belichtingskeuzeknop. Welk van de vier menu’s verschijnt is afhankelijk van de keuze: automatische opnamestand, filmopname, Digitale Onderwerpsprogramma’s of P-, A-, S- en M-stand. Druk op de menu-toets (1) om het menu in en uit te schakelen. Stuur de cursor met de toetsen van de stuureenheid (2) en verander de instellingen in het menu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen.
Transportstanden (Drive mode) Met de transportstanden regelt u de manier waarop beelden worden opgenomen. De transportstand kan in alle standen worden ingesteld, behalve via het filmmenu. In de automatische opnamestand en bij digitale onderwerpsprogramma’s wordt de transportstand teruggezet als de camera wordt uitgeschakeld. In de belichtingsstanden P, A, S en M blijft de transportstand van kracht totdat hij wordt veranderd. Kijk in de nu volgende hoofdstukken voor informatie over de transportstanden.
Gebruik van de continu-transportstanden Met de continu-transportstanden kunt u een opnameserie maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Deze transportstand wordt ingesteld in sectie 1 van de opnamemenu’s. Continu transport Drive mode Image size Quality White balance Anti-shake Nadat met de transport-toets de optie Continuous in het menu is gekozen verschijnt er een selectiescherm waarin u kunt kiezen tussen standaard en UHS continu transport.
Gebruik van de progressieve opnamestand In de progressieve opnamestand maakt de camera continu opnamen zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Wordt de ontspanknop losgelaten, dan worden de opnamen die in het buffergeheugen van de camera zitten opgeslagen. Deze transportstand wordt ingesteld in sectie 1 van de opnamemenu’s. Bepaal de beeldcompositie zoals beschreven bij de basistechniek opname (blz. 22). Druk de ontspanknop half in (1) om de scherpstelling en belichting voor de serie te vergrendelen.
Bracketing In deze stand maakt de camera een belichtingstrapje van drie opnamen. Bracketing is een methode om een serie belichtingsvariaties van een statisch onderwerp te maken (belichtingstrapje). De bracketing-stand wordt ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu. Nadat met de transport-toets de bracketing-optie in het menu is gekozen verschijnt er een selectiescherm waarin u de variatiegrootte kunt instellen.
Beeldgrootte en beeldkwaliteit De beeldgrootte is bepalend voor het aantal pixels dat het beeld bevat. Hoe groter het beeld, des te groter is het bestand. Kies de beeldgrootte op basis van de toepassing van het beeld. Voor een hoge printkwaliteit en grote formaten hebt u grote bestanden nodig, voor web-toepassingen volstaan kleine. LCD-monitor 2560 2048 1600 640 Aantal pixels (hor. x vert.
Auto DSP Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s (Auto DSP) kan tijdelijk worden uitgeschakeld in het menu van de automatische opnamestand. In dat geval wordt de programma-automatiek actief. Na uitzetten van de camera wordt Automatische Selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s weer actief. Voor Anti-Shake zijn in sectie 1 van de opname-menu’s drie opties aanwezig. Drive mode Image size Quality Auto DSP Anti-shake Single 2560x1920 Standard On Disp. + Exp.
Scherpstelstanden Handmatige scherpstelling. Deze camera is voorzien van automatische en handmatige scherpstelling. De scherpstelstand kan worden geselecteerd in de menu’s van de Digitale Onderwerpsprogramma’s, de filmstand en de P-, A-, S- en M-standen. Bij digitale onderwerpsprogramma’s wordt de scherpstelstand teruggezet als de camera wordt uitgeschakeld. Stelt u handmatig scherp, dan verschijnt er een schaal die de globale afstand tot het onderwerp aangeeft.
Witbalans (White balance) Eigen witbalansinstelling (Cust.set) De witbalans zorgt ervoor dat er onder uiteenlopende lichtomstandigheden een neutrale kleurweergave wordt verkregen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze voor daglicht- of kunstlichtfilm of kleurcorrectiefilters bij traditionele fotografie. Er verschijnt een aanduiding op de monitor wanneer er een andere instelling dan automatische witbalans is gekozen.
Full-time AF Wanneer full-time AF actief is stelt de autofocus permanent scherp, zodat het beeld op de monitor scherp blijft. Het vermindert ook de scherpsteltijd wanneer u foto’s wilt maken. Wordt de camera ingesteld op handinstelling, dan wordt full-time AF uitgeschakeld. Uitschakelen van Full-time AF zal batterijen sparen. Full-time AF kan worden geactiveerd in sectie 2 van het P-, A-, S- en M-menu (blz. 44).
Cameragevoeligheid - ISO (Sensitivty) Voor de cameragevoeligheid kunt u kiezen uit vijf instellingen: Auto, 50, 100, 200 en 320; de waarden zijn gebaseerd op ISOequivalenten. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid; hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de film. De cameragevoeligheid wordt ingesteld in sectie 3 van het P-, A-, S- en M-menu (blz. 44). Kleurinstelling (Color Mode) Sensitivity Color mode Sharpness Contrast Key func.
Verscherping (Sharpness) Toetsfunctie toewijzen (Key.func.) Met de verscherping regelt u of de contouren van details worden verhard of verzacht. Er zijn drie instellingen: hard (+), normal en zacht (–). Dit kan worden ingesteld in sectie 3 van de P-, A-, S- en M-menu’s (blz. 44). Voor de functie die wordt toegekend aan de flitstoets kunt u kiezen uit flitsstand, transportstand, witbalans, scherpstelstand, kleurinstelling en gevoeligheid.
Kwaliteit (Filmstand) Films kunnen worden opgenomen in drie combinaties van grootte en kwaliteit: 640x480 Fine, 640x480 Standard en 320x240 Standard. Beeldgrootte en kwaliteit zijn hetzelfde als voor foto’s: hoe groter het beeld en hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter wordt het beeldbestand. De beeldkwaliteit wordt ingesteld in sectie 1 van het filmmenu (blz. 44). Quality Frame rate White balance Movie mode Anti-shake 640x480 STD. 15 fps Auto STD. movie Disp. + Exp.
FOTOGRAFISCHE BASISPRINCIPES Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van de nu volgende basisprincipes zal u helpen uw foto’s nog meer naar uw hand te zetten. Hier wordt een aantal fotografische basisprincipes behandeld.
GEAVANCEERDE WEERGAVETECHNIEK Een filmbeeld vastleggen Het is mogelijk een beeldje uit een filmclip te kopiëren en als foto op te slaan. Het gekopieerde beeld heeft dezelfde beeldgrootte als de oorspronkelijke film. De basisfuncties van deze stand worden beschreven in het hoofdstuk over de basismogelijkheden voor weergave op blz. 30 tot 33. Het nu voor u liggende hoofdstuk behandelt de weergave van filmclips en de geavanceerde mogelijkheden van het weergavemenu.
Navigeren door het weergavemenu Druk op de menu-toets (1) om het menu in en uit te schakelen. Stuur de cursor met de toetsen van de stuureenheid (2) en verander de instellingen in het menu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen. Activeer het opnamemenu met de menu-toets. Delete Format Lock Edit movie Copy – – – – – Slide show Playback Duration Repeat – – 5 sec.
Beeldselectiescherm Wissen (Delete) Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Het biedt keuze uit een aantal beelden. Met de links/rechts-toetsen van de stuureenheid verplaatst u het gele selectiekader om het beeld te selecteren. :move :sel. :enter Met de op-toets selecteert u het beeld; wanneer het beeld is gekozen verschijnt ernaast een aanduiding.
Formatteren (Format) Bij het formatteren van een geheugenkaart wordt alle informatie op de kaart gewist. Met de formatteerfunctie wist u alle informatie op de geheugenkaart. Breng voordat u een kaart formatteert de informatie die erop staat over naar de computer of een ander opslagmedium. Vergrendelen van beeldbestanden geeft geen bescherming tegen verlies bij formatteren. Formatteer de kaart altijd met de camera, nooit via een computer.
Filmmontage (Edit movie) Met de optie Edit movie in sectie 1 van het weergavemenu kunt u ongewenste delen uit een filmclip verwijderen. De film waarin u de montage wilt uitvoeren moet in de weergavestand op de monitor te zien zijn voordat u het weergavemenu opent. Markeer Enter in de optie Movie edit en druk op de centrale toets van de stuureenheid om het montagescherm te openen. Preview edit. Delete Format Lock Edit movie Copy – – – – – Het functiemenu geeft de actieve stap in de montageprocedure aan.
Kopie, E-mail-kopie De kopieerfunctie (copy) in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 74) maakt exacte kopieën van foto- of filmbestanden en kan de opgeslagen beeldinformatie op een andere geheugenkaart wegschrijven. Met de optie E-mail copy in menu-sectie 3 maakt u een standaard 640 x 480 (VGA) JPEG-kopie van een originele foto-opname, die gemakkelijk per e-mail kan worden verzonden. E-mailkopieën kunnen alleen naar de originele kaart worden gekopieerd.
Diashow (Slide show) In sectie 2 van het weergavemenu regelt u de diashow-functie. Hiermee worden alle foto’s en filmclips op de geheugenkaart automatisch in volgorde weergegeven. U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden: Diashow (Slide show) Enter Hiermee start u de dia-vertoning. Markeer “Enter” en druk op de centrale toets van de stuureenheid om de diashow te starten. All frames Hiermee kiest u alle beelden in een map voor presentatie in een diashow.
Over DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto’s te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de kaartsleuf van een DPOF-compatible printer. Wordt een DPOF-bestand aangemaakt, dan wordt er op de geheugenkaart automatisch een ‘misc.’ map aangemaakt om het in op te slaan (blz. 108).
Foto’s op televisie bekijken SETUP-MENU Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video-uitgang, voor verbinding via de meegeleverde AV-kabel. De camera is compatible met zowel de PALals de NTSC-standaard. U kunt controleren voor welk van deze twee systemen de camera is ingesteld in sectie 4 van het setup-menu (blz. 90). In de setup-stand kunt u de camerafuncties en instellingen regelen.
Navigeren door het setup-menu Zie blz. 89 voor het openen van het menu. Stuur de cursor met de toetsen van de stuureenheid (1) en verander de instellingen in het menu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de juiste menutab te markeren; de menu’s veranderen als de tabs worden gemarkeerd. Gebruik de op/neer-toetsen om door de menu-opties te scrollen. Laat de optie oplichten waarin u iets wilt veranderen.
LCD-helderheid (LCD brightness) Directe weergave (Inst. Playback) De monitorhelderheid is regelbaar over 11 standen. De helderheid kan separaat worden ingesteld voor zoekergebruik en monitorgebruik achterop de camera. Zet de monitor in de gewenste stand voordat u de optie LCD Brightness in sectie 1 van het setup-menu opent (blz. 90). Kijk ook op blz. 28. U kunt een beeld direct na de opname op de monitor laten weergeven.
Taal (Language) De gebruikte taal kan worden geselecteerd in sectie 1 van het setup-menu. Zie blz. 19 voor meer informatie. Geheugen bestandsnummers (File # memory) Is het geheugen voor bestandsnummering geselecteerd en wordt er een nieuwe map aangemaakt of een nieuwe geheugenkaart in gebruik genomen, dan krijgt het volgende bestand dat in de map wordt opgeslagen een nummer dat 1 hoger is dan het laatst opgeslagen bestand.
Datum in beeld (Date imprint) Terugzetten op standaard (Reset default) Het is mogelijk de datum van de opname in het beeld op te nemen. Deze functie moet worden geactiveerd in sectie 2 van het setupmenu (blz. 90), voordat de opname wordt gemaakt. Daarna blijft de datumopname actief totdat de functie weer wordt uitgezet. Een gele balk achter de opnameteller geeft aan dat de imprint-functie actief is. Deze functie geldt voor alle standen.
Weergavemenu Weergave (Diashow) Duur (Diashow) Herhaal (Diashow) Datum printen Index print Setup menu LCD-helderheid Duur automatische spaarschakeling Directe weergave Objectiefaccessoires Geheugen bestandsnummers Mapnaam Datum in beeld Audiosignalen Scherpstelsignalen Shutter FX Volume Overspeelstand Digitale zoom Zelfontspanner Audiosignalen (Audio signals) Alle beelden 5 seconden No Off No Normal 1 minuut Off None Off Standard Off 1 1 1 2 Data-opslag (Data storage) Off 10 seconden blz. blz. blz. blz.
Video output U kunt de beelden van de camera op een televisie weergeven (blz. 88). U kunt het video-signaal afstemmen op de NTSC of de PAL televisie-norm, via sectie 4 van het setup-menu. Noord-Amerika gebruikt de NTSC standaard, Europa gebruikt de PAL standaard. Controleer welke standaardinstelling nodig is in de regio waar u verblijft. Video output Transfer mode Self-timer Anti-shake NTSC Data storage 10 sec. Disp. + Exp.
OVERSPEELSTAND Camera op de computer aansluiten Lees dit hoofdstuk goed door voordat u de camera met een computer verbindt. Instructies voor gebruik en installatie van de DiMAGE Viewer software vindt u in de meegeleverde softwaregebruiksaanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over de basishandelingen voor het gebruik van computers en hun besturingssystemen; kijk in de documentatie die daarvoor bij uw computer is geleverd.
Wanneer de USB-aansluiting is voltooid verschijnt er een drive-symbool of “volume” in Deze Computer op het bureaublad; de naam varieert per geheugenkaart. Werkt u met Windows XP, dan verschijnt er een scherm waarin wordt gevraagd wat er met de beeldinformatie moet gebeuren; volg de instructies in het venster. Verbinding met Windows 98 en 98 SE De driver hoeft maar eenmaal te worden geïnstalleerd.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer op blz 103. Wanneer de camera op de computer is aangesloten merkt het besturingssysteem dat er nieuwe hardware is aangesloten en de wizard voor nieuwe hardware wordt geopend. Plaats de DiMAGE Viewer CD-ROM in de CD-ROM drive. Klik op Volgende. Kies de aanbevolen optie voor het zoeken naar een geschikt stuurprogramma. Klik op Volgende.
Werken met mappen op de geheugenkaart Drive-icoon Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Mappen met beeldbestanden vindt u in de map DCIM. De map Misc. bevat DPOF printbestanden (blz. 86). Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen. Formatteer een geheugenkaart nooit vanuit de computer, doe dat altijd met de camera.
Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart kan er door beschadigen De te stoppen apparaten worden in een lijst weergegeven. Markeer het apparaat door erop te klikken en klik op “Stop”. Windows 98/98 Second edition Het toegangslampje mag niet branden. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Er verschijnt een bevestigingsscherm, met daarin de af te sluiten apparaten.
Geheugenkaart verwisselen Verwijder nooit de kaart als het toegangslampje rood brandt - de informatie of de geheugenkaart kan permanente schade oplopen. Windows 98 and 98 Second Edition 1. Zet de camera uit. 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Zet de camera aan om de USB-verbinding weer tot stand te brengen. Windows Me, 2000 Professional en XP 1. Stop de USB-verbinding met de procedure voor ontkoppelen of uitwerpen van hardware (blz. 110). 2. Zet de camera uit. 3. Verwissel de geheugenkaart. 4.
PictBridge Controleer of de overspeeloptie (transfer mode) in sectie 4 van het setup-menu is ingesteld op PictBridge. Sluit de camera aan op een PictBridge compatible printer met de USB-kabel van de camera. De grote stekker van de kabel wordt op de printer aangesloten. Open het deksel van de AV-out/USB-aansluiting en steek de kleine stekker van de kabel in de camera. Zet de camera aan; het PictBridge scherm verschijnt automatisch. Individuele foto’s kunt u voor printen selecteren in het PictBridge scherm.
De opties kunnen per printer verschillen. Navigeren door het PictBridge menu Druk op de menu-toets (1) om het menu in en uit te schakelen. Stuur de cursor met de toetsen van de stuureenheid (2) en verander de instellingen in het menu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om een instelling te openen. Batch print Index print – – Activeer het opnamemenu met de menu-toets.
Papiergrootte (Paper size) Het is mogelijk de papiergrootte van de print op te geven. Markeer de huidige paginagrootte in het menu en druk op de centrale toets van de stuureenheid om het scherm voor de papiergrootte te openen. Selecteer de papiergrootte met de stuureenheid en druk op de centrale toets om de handeling te voltooien. Een papiergrootte die niet voor de printer beschikbaar is, kan niet worden geselecteerd.
APPENDIX Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande problemen of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opnemen met de Technische Dienst van Konica Minolta. Probleem De camera doet het niet. Foto’s zijn niet scherp. 120 Appendix Symptoom Oorzaak Oplossing Toegangslampje brandt rood bij indrukken hoofdschakelaar. De batterij is leeg. Vervang batterijen (blz. 13).
Verzorging en opslag Lees de informatie goed door, zodat u uw camera optimaal kunt gebruiken. Bij een goede verzorging zult u van deze camera vele jaren plezier beleven. Camera-onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. • Deze camera is niet waterdicht of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart, of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
Geheugenkaarten Voor belangrijke gebeurtenissen en reizen SD geheugenkaarten en MultiMediaCards worden vervaardigd met elektronische precisiecomponenten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie: • Onjuist gebruik van de kaart. • Buigen, laten vallen, blootstelling aan stoten. • Hitte, vocht, direct zonlicht. • Statische elektrische ontlading of elektromagnetische velden in de omgeving van de kaart.
QuickTime systeemeisen IBM PC/AT compatible Pentium processor-based PC of compatible computer Windows 98, Me, 2000 of XP. 128 MB of meer RAM QuickTime wordt gebruikt voor het afspelen van films. Volg voor de installatie van QuickTime de instructies van het installatieprogramma. Niet in alle verkoopregio’s wordt QuickTime meegeleverd. De nieuwste versie van QuickTime kan gratis worden gedownload van de Apple Computer web site: http://www.apple.com.
Technische gegevens CCD: Aantal pixels effectief: Totaal aantal pixels: Cameragevoeligheid (ISO): Beeldverhouding: Objectiefconstructie: Grootste diafragma: Brandpuntsafstand: Scherpstelbereik: Autofocus-systeem: Scherpstelstanden: Sluiter: Sluitertijden: Herlaadtijd ingebouwde flitser: Monitor-lcd: Beeldveld monitor: Beeldveld zoeker: A/D-conversie: Opslagmedia: Bestandsformaten: Regeling print-output: Menutalen: 128 Appendix 1/2.
Index Aansluiten, 102 Anti-Shake-systeem, 56 A-stand, 36 Audio signalen, 99 Autofocus, 58 Automatisch flitsen, 26 Automatische spaarschakeling, 14, 92, 109 Automatische witbalans, 60 Batterijen Aanduiding, 14 Plaatsen, 13 Verzorging en opslag, 123 Beeldfrequentie, 68 Beeldgrootte, 54, 68 Beeldkwaliteit, 54, 68 Beeldselectiescherm, 76 Belichtingscorrectie, 41 Bestandsgrootte, 55 Bestandsnaam, 108 Bestandsnummers, geheugen, 94 Bracketing, 52 Cameragevoeligheid 64 Centrumgerichte meting, 63 Continu AF, 58 Cont