NL GEBRUIKSAANWIJZING 9222-2786-15 P/ME-A302
VOORDAT U BEGINT Gefeliciteerd met uw aanschaf van dit Minolta product. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten. Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK NP-200 Lithium-ion batterijen De DiMAGE Xt werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en chemische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken. GEVAAR • Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
• Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken. • Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of thinner.
LET OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof. • De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik. Pas op voor aanraking van heet geworden onderdelen.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen: Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit). This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. This device complies with Part 15 of the FCC Rules.
INHOUD In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 31 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 32 tot 35. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera op de computer aansluit. Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s.
Speciale scherpstelsituaties ....................................................................................................27 Flitsstanden .............................................................................................................................28 Flitsbereik - Automatische werking..........................................................................................29 Flitssignalen...................................................................................................
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................60 Voice memo's en gesproken commentaar afspelen................................................................60 Films en en audio-opnamen afspelen .....................................................................................61 Navigeren door het menu van de weergavestand...................................................................62 Beeldselectiescherm ..........
Camera van de computer loskoppelen....................................................................................92 Windows 98 en 98SE ......................................................................................................92 Windows Me, 2000 Professional en XP...........................................................................92 Macintosh.........................................................................................................................
BENAMING VAN DE ONDERDELEN * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 107). Ontspanknop Hoofdschakelaar Zelfontspannerlampje (blz. 42) Zoekervenster* Flitser (blz. 28) Objectief* AV-uitgang/ USB-aansluiting Microfoon Laadcontacten* Voedingsaansluiting (blz. 17) Deurtje batterij/kaartruimte (blz.
Opnamestand Weergavestand Opnamestand film/audio Setup-stand (blz. 22) (blz. 32) (blz. 56) (blz. 74) Keuzeknop Stuureenheid Aanduidingslampje (blz. 105) Zoeker* LCD-monitor* Oogje polskoord (blz. 17) Luidspreker Flitstoets (blz. 28) Weergavetoets (blz. 30, 34) Quick View / Wissen toets (blz.
VOORBEREIDING PLAATSEN VAN DE LITHIUM-ION BATTERIJ Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-200 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisselen, zet dan de camera uit. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de voorzijde van de camera om het deurtje te ontgrendelen (1). Open het deurtje. 1 Schuif de batterijvergrendeling naar de achterkant van de camera om de batterij te plaatsen (2).
LADEN VAN DE LITHIUM-ION BATTERIJ Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 108 voor batterij-onderhoud en opslag. 1 Steek het netsnoer in de achterzijde van de lader (1). Steek het andere eind van het snoer in een stopcontact.
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de LCD-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt. Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat. Batterij half vol - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Dit symbool verschijnt wanneer de camera wordt ingeschakeld. De LCD-monitor gaat uit wanneer de flitser aan het laden is.
LICHTNETADAPTER (APART LEVERBAAR) Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat. Met de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangesloten en bij intensief gebruik. Lichtnetadapter AC-4 is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, de adapter AC-5 is bestemd voor alle andere delen van de wereld.
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje niet oranje knippert; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no-card” waarschuwing op de LCD-monitor; er kan dan één foto worden gemaakt en opgeslagen. (blz. 55).
OVER GEHEUGENKAARTEN De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bijvoorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen. De SD geheugenkaart heeft een beveiligingsschuifje, waarmee kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist.
DATUM EN TIJD INSTELLEN Als de camera voor de eerste maal wordt gebruikt moeten de klok en de kalender van de camera in het setup-menu worden ingesteld. Bij het opslaan van beeldbestanden worden datum en tijd van opname automatisch geregistreerd. Afhankelijk van de regio kan het ook nodig zijn de menu-taal in te stellen. Kijk voor het veranderen van de taal bij Camera-info op de volgende bladzijde. 1 Zet de camera aan door de hoofdschakelaar naast de ontspanknop in te drukken (1).
Basic Custom1 Reset default – Date/Time set – Date format Gebruik de rechts-toets om de custom-2-tab bovenin het menu te activeren. Custom2 Duw de zoomtoets omlaag om de menu-optie Date/Time set te markeren. YYYY/MM/DD Video output NTSC Transfer mode Data storage Druk op de rechts-toets. “Enter” verschijnt aan de rechterzijde van het menu. Druk de zoomtoets in om het instelscherm op te roepen.
OPNAME - BASISHANDELINGEN Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en 21 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt. VASTHOUDEN VAN DE CAMERA Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar. Zo staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed stilhouden.
ZOOMOBJECTIEF GEBRUIKEN Deze camera is uitgerust met een uniek 5,7 - 17,1 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met dat van een 37 tot 111 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd door de zoomtoets van de stuureenheid op de achterzijde van de camera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar in zowel de zoeker als de LCD-monitor. Om in te zoomen duwt u de zoomtoets (T) omhoog. Om uit te zoomen duwt u de zoomtoets (W) omlaag.
WEERGAVE LCD MONITOR - OPNAMESTAND Opnamestand Flitsstanden (blz. 28) LCD-monitor Beeldgrootte (blz. 44) Beeldkwaliteit (blz. 44) Aanduiding batterijcconditie (blz. 16) Groot scherpstelveld Waarschuwing cameratrilling Transportstand (blz. 40) Opnameteller (blz. 45) Scherpstelsignaal (blz.
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN Zet de camera aan en draai de keuzeknop in de opnamestand. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader op de LCD-monitor of houd het in het midden van de zoeker. • Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstelvergrendeling (blz. 26) gebruiken. • Is het onderwerp dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCD-monitor om de beelduitsnede te bepalen.
SCHERPSTELVERGRENDELING Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onderwerp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader van de monitor of in het midden van de zoeker.
SCHERPSTELSIGNALEN Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aangegeven met het scherpstelsymbool rechtsonder op de LCD-monitor en met het lampje naast de zoeker. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet. Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal van de LCD-monitor is wit en het lampje naast de zoeker brandt groen en knippert niet. De scherpstelling is vergrendeld.
FLITSSTANDEN Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de flitstoets (1) achterop de camera totdat de gewenste flitsstand is verschenen. Druk op de ontspanknop om de instelling te bevestigen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCD-monitor weergegeven. Wordt de camera uitgeschakeld terwijl de functie auto reset (blz.
Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opname af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitgeschakeld zal bij weinig licht de waarschuwing voor cameratrilling verschijnen (blz. 22). Nachtportret - voor flitsopnamen bij nacht. de camera brengt de belichting van voor- en achtergrond automatisch met elkaar in evenwicht.
WEERGAVETOETS - OPNAMESTAND De weergavetoets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een volgende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen tussen complete weergave, alleen beeld, monitor uit. Wordt de weergavetoets ingedrukt en ingedrukt gehouden, dan verschijnt het scherm voor aanpassing van de LCD-helderheid (blz. 76).
Minolta-historie In het centrum van de Sakai fabriek in Japan bevindt zich de Okina brug. In de 15de eeuw was Sakai een uiterst welvarende vrije stad, en de Okina brug overspande de gracht van een van de poorten van deze ommuurde stad. Eeuwen achtereen staken pelgrims deze brug over op hun weg naar twee heilige plaatsen: het Koyasan bergklooster en het grote Shinto altaar Kumano Taisha. De brug op de binnenplaats stamt uit 1855.
WEERGAVE - BASISHANDELINGEN Beelden kunnen worden bekeken in de stand snelweergave (Quick View) of in de gewone weergavestand. Hier krijgt u informatie over de basishandelingen in beide standen. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 60. Zet de keuzeknop in de weergavestand als u beelden in de weergavestand wilt bekijken. Wilt u beelden bekijken vanuit de opname- of film/audio-opnamestand, Druk dan op de knop Quick View/Wissen. SCHERM ENKELVOUDIGE WEERGAVE Gebruiksstand Vergroting (blz.
BEELDEN BEKIJKEN Gebruik in Quick View (snelweergave) of de weergavestand de links/rechtstoetsen van de stuureenheid om de beelden op de geheugenkaart te doorlopen (scrollen). Druk op vanuit Quick View terug te keren naar opname op de menu-toets of druk de ontspanknop half in. Stuureenheid Menu-toets Knop Quick View / Wissen INDIVIDUELE BEELDEN WISSEN Wilt u een weergegeven bestand wissen, druk dan op de Flitsstand/ Wissen-toets. Er verschijnt een bevestigingsvenster.
WEERGAVETOETS - WEERGAVESTAND Met de weergavetoets regelt u de weergavemethode. Elke keer dat u op de toets drukt treedt een volgende weergavemethode in werking: complete weergave, alleen beeld, indexweergave. Alleen beeld Complete weergave Index-weergave Weergavetoets WEERGAVETOETS - QUICK VIEW (SNELWEERGAVE) Door in Quick View op de weergavetoets te drukken schakelt u over tussen complete weergave en weergave van alleen het beeld.
VERGROTE WEERGAVE Bij enkelvoudige weergave kan een foto zowel in Quick View als in de weergavestanden worden vergroot tot 6 x, in stappen van 0,2 x. Druk, als het beeld dat u vergroot wilt weergeven op de monitor te zien is, de zoomknop omhoog om de vergrote weergave te activeren. De vergrotingsfactor wordt weergegeven op de LCD-monitor. Door de zoomtoets omhoog te drukken vergroot u het beeld. De zoomtoets omlaag drukken verlaagt de vegrotingsfactor.
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN WEERGAVE LCD-MONITOR - GEAVANCEERD Microfoon-aanduiding Kleurinstelling (blz. 49) Digitale zoom (blz. 52) Beeldgrootte (blz. 44) Beeldkwaliteit (blz. 44) Spotmeetgebied (blz. 48) Transportstand (blz. 40) Opnameteller (blz. 45) Aanduiding datum in beeld (blz. 51) Scherpstelsignaal (blz. 27) Lichtmeetmethode (blz. 48) Cameragevoeligheid (blz. 47) Witbalans (blz. 43) Belichtingscorrectie Flitsstand (blz.
Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de gewenste correctiewaarde in te stellen. De LCD-monitor vertoont het correctiesymbool en de correctiewaarde. De belichtingsverandering is zichtbaar in het beeld op de LCD-monitor. De belichtingscorrectie wordt automatisch ingesteld na vijf seconden, of wanneer er op een andere cameratoets wordt gedrukt. Opnametips Soms wordt de belichtingsmeter van de camera door de omstandigheden misleid. Dan biedt de belichtingscorrectie uitkomst.
NAVIGEREN DOOR HET OPNAMEMENU Navigatie door het menu is eenvoudig. Met de links/rechts-toetsen en de zoomtoets-toets stuurt u de cursor en verandert u menu-instellingen. Met de zoomtoets selecteert u menu-opties en stelt u veranderingen in. Druk op de menu-toets om het opname-menu te activeren. De tab basic bovenaan het menu wordt gemarkeerd. Gebruik de links-/rechts-toetsen om de gewenste menu-tab te selecteren. Als er een andere tab wordt geselecteerd verschijnt er een ander menu.
Basic Drive mode Image size Quality White balance Key func. Custom 1 Single Continuous Self-timer 2048 X 1536 1600 X 1200 1280 X 960 640 X 480 TIFF Fine Standard Economy Auto Daylight Cloudy Tungsten Fluorescent Exp. comp. White balance Drive mode Sensitivity Color mode Kijk in de nu volgende teksten voor informatie over de menu-opties en hun instellingen. Sensitivity Metering mode Exp. comp. Noise reduction Auto reset ISO 400 ISO 200 ISO 100 ISO 50 Auto Multi-segment Spot –2.0 ~ +2.
TRANSPORTSTANDEN (DRIVE MODES) Met de transportstand regelt u de opname-methode. Op de monitor verschijnen symbolen voor de gekozen opnamemethode. De transportstand wordt gekozen in de Basic-sectie van het opname-menu (blz. 38). Is auto reset (blz.49) actief, dan wordt de transportstand teruggezet op enkelbeeld wanneer de camera wordt uitgezet. Enkelbeeldtransport - maakt een enkele opname per keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt. Dit is de standaardinstelling vande camera.
Continu In deze stand kunt een serie beelden achtereen maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Het aantal beelden dat achtereen kan worden opgenomen en de opnamesnelheid zijn afhankelijk van de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte. Bij een beeldgrootte-instelling van 2048 X 1536 is de maximum snelheid 1,3 bps (beelden per seconde). Staat de beeldkwaliteit op TIFF (blz. 44) dan kan er per keer slechts één opname worden vastgelegd.
Zelfontspanner De zelfontspanner vertraagt het moment van de opname met ca. tien seconden na het indrukken van de ontspanknop. Hij stel de fotograaf in staat zelf op de foto te komen. De zelfontspannerstand wordt geselecteerd in de Basic-sectie van het opname-menu (blz. 38). Zet de camera op statief en bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de standaard opnamehandelingen (blz. 25). U kunt de scherpstelvergrendeling (blz. 26) gebruiken voor onderwerpen buiten het beeldcentrum.
WITBALANS Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweergave zorgen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze tussen daglichtfilm en kunstlichtfilm bij de conventionele fotografie. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstellingen beschikbaar voor het opnemen van foto’s en videobeelden. De witbalans-instelling wordt geregeld in de basic-sectie van het opname-menu (blz. 38) of het film/audio-opnamemenu (blz. 58).
BEELDGROOTTE EN BEELDKWALITEIT Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het bestand. Kies de beeldgrootte op basis van het beoogde gebruiksdoel van het beeld - kleine beelden zijn vooral bruikbaar voor internet-toepassingen, terwijl grotere formaten meer geschikt zijn voor bijvoorbeeld kwaliteitsafdrukken. TIFF FINE STD. ECON. LCD-monitor Aantal pixels (hor. x vert.
Wordt de beeldgrootte gewijzigd, dan is er op de opnameteller te zien hoeveel opnamen er bij benadering bij deze instellingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen. Op één geheugenkaart kunnen beelden van uiteenlopende beeldgrootte worden opgeslagen. Het aantal beelden dat u op een geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van de kaart en de bestandsgrootte van de opnamen. De werkelijke bestandsgrootte wordt bepaald door de inhoud van het beeld.
TOETSFUNCTIES AANPASSEN (KEY FUNC.) Standaard regelt u in de opnamestand met de links/rechts-toetsen de belichtingscorrectie, zie blz. 36. Het is echter ook mogelijk er andere functies mee te regelen. Welke dat zijn is instelbaar in de basicsectie van het opnamemenu. Deze functie heeft geen betrekking op filmopnamen. Selecteer de optie Key func. in de basic-sectie van het opnamemenu. Gebruik de zoomtoets om de functie te selecteren (1). Druk op de zoomtoets om de functie in te stellen (2).
CAMERAGEVOELIGHEID - ISO Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheisinstellingen: Auto, 50, 100, 200, 400; de numerieke waarden zijn gebaseerd op een ISO-equivalent. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid: hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de film. De gevoeligheid kan worden ingesteld in de custom-sectie van het opnamemenu. De auto-stand past de cameragevoeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tussen ISO 50 en ISO 160. Het is ook mogelijk zelf een vaste waarde te kiezen.
LICHTMEETMETHODEN Welke meetmode is ingeschakeld is alleen op de LCD-monitor te zien, via symbolen. De lichtmeetmethode wordt ingesteld in de custom-1-sectie van het opname-menu (blz. 38). Meerveldsmeting: gebruikt 256 segmenten om helderheid en kleur te meten. Deze informatie wordt gecombineerd met afstandsinformatie om de juiste belichting te realiseren. Dit geavanceerde lichtmeetsysteem geeft accurate, probleemloze belichtingsresultaten in bijna alle situaties.
AUTOMATISCH TERUGZETTEN (AUTO RESET) Wanneer auto reset (automatisch terugzetten) actief is keren onderstaande functies terug naar hun standaardinstelling na het uitschakelen van de camera. Standaard staat auto reset uit. Deze functie kan worden ingeschakeld in de custom-1-sectie van het menu van de opnamestand (blz. 38). Flitsstand Transportstand Witbalans Cameragevoeligheid Belichtingscorrectie Lichtmeetmethode Kleurinstelling AF-veld Weergave LCD-monitor (blz. 28) (blz. 40) (blz. 43) (blz. 47) (blz.
VOICE MEMO Met de voice memo functie kunt u bij een foto een geluidsbestand van maximaal 15 seconden opnemen. Deze functie wordt geactiveerd in de custom-2-sectie van het opname-menu (blz. 38). Wanneer de functie actief is verschijnt het microfoon-symbool op de LCD-monitor. De functie moet worden geactiveerd voordat u een foto maakt en blijft actief totdat u hem via het menu weer uitschakelt. Wanneer de LCD-monitor uit staat (blz. 30) zal hij gedurende de voice memo periode even worden ingeschakeld.
DATUM IN BEELD Het is mogelijk de opnamedatum en -tijd rechtstreeks in het beeld te laten opnemen. Deze functie moet worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. Is de functie eenmaal actief, dan worden de opnamen van datum voorzien totdat de functie wordt uitgeschakeld: er verschijnt een gele balk achter de opnameteller op de monitor om aan te geven dan de datum in het beeld wordt geplaatst.
DIGITALE ZOOM De digitale zoom wordt geactiveerd in het custom-2-menu van het opname-menu (blz. 38). De digitale zoom verlengt het telebereik van de optische zoom tot 4 X, in stappen van 0,1X. De overgang tussen optische en digitale zoom is zonder onderbreking. Is de digitale zoom actief, dan wordt de vergroting op de monitor weergegeven en veranderen de scherpstelkaders in een enkelvoudig scherpstelveld. De autofocus wordt ingesteld op enkelvoudige AF (blz. 65).
DIRECT TERUGZIEN Een foto kan direct na de opname twee seconden lang op de LCD-monitor worden weergegeven voordat hij wordt opgeslagen. Werd er gewerkt met de continu-stand (blz. 41), dan wordt het laatste beeld van de opnameserie weergegeven. Is de LCDmonitor uitgeschakeld (blz. 30), dan wordt hij voor de duur van de directe weergave automatisch even ingeschakeld. U kunt directe weergave activeren in de custom-2-sectie van het opname-menu (blz. 38).
SPOT AF Spot autofocus (Spot AF)wordt gebruikt voor selectieve scherpstelling. Zowel scherpstelling als belichting worden bepaald binnen het spot-scherpstelveld. Is auto reset (blz. 49) actief, dan wordt het spot AF veld teruggezet op het grote scherpstelveld als de camera uit wordt gezet. Het spot-scherpstelveld kan worden gebruikt bij filmopnamen. Bij gebruik in combinatie met digitale zoom (blz. 52) wordt het spot-AF-veld vergroot.
OPNAMEN MAKEN ZONDER GEHEUGENKAART Is er geen geheugenkaart in de camera geïnstalleerd, dan kan er één enkele foto worden opgenomen die vervolgens wordt opgeslagen in het buffergeheugen van de camera. Alleen het laatst opgenomen beeld wordt opgeslagen; elke keer dat u een foto maakt vervangt die het beeld dat in het geheugen is opgeslagen. Wordt de keuzeknop in een andere stand gezet of wordt de camera uitgezet, dan wordt het beeldbestand uit het buffergeheugen gewist.
FILM- EN AUDIO-OPNAME FILMOPNAME Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. De totale opnameduur varieert met de beeldgrootte en de capaciteit van de geheugenkaart; kijk voor meer informatie in de movie-menu-sectie op blz. 58. Bij filmopnamen kunnen bepaalde functies worden ingesteld, sommige zijn vast, andere zijn uitgeschakeld; zie hiervoor de opmerkingen op blz. 59. Zet de keuzeknop in de stand voor film/audio-opname.
AUDIO RECORDING U kunt met de camera audio zonder beeld opnemen. U kunt ongeveer 30 minuten audio opslaan op een 16MB geheugenkaart. Audio wordt opgenomen met ongeveer 8KB/s. Er kan per keer maximaal 180 minuten worden opgenomen; voor lang durende opnamen dient de als extra leverbare lichtnetadapter te worden gebruikt. Zet de keuzeknop in den stand voor film/audio-opname (1). Verander in het film/audio-menu de opnamestand in audio. Kijk op blz. 58 voor informatie over het gebruik van de menu’s.
NAVIGEREN DOOR HET FILM/AUDIO-OPNAMEMENU Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de menu-toets zet u het menu aan en uit. Met de links/rechts-toetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instellingen. Druk op de menu-toeetst om het opnamemenu te activeren. Gebruik de zoomtoets om de menu-opties te doorlopen. Markeer de optie waarvan u de instelling wilt veranderen.
Met de optie voor de opnamestand kunt u kiezen tussen filmclips opnemen en audio opnemen. Basic Recording mode Image size White balance Color mode Movie Audio 320 X 240 160 X 120 Auto Daylight Cloudy Tungsten Fluorescent Color B&W Sepia De beeldgrootte heeft niet alleen betrekking op het filmbeeld, het het heeft ook te maken met de maximale duur van de filmclip. Een film van 320 X 240 wordt opgenomen met ongeveer 340 KB/seconde, ongeveer 85 KB/seconde voor een 160 X 120 film.
WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u uw opnamen met uw camera kunt bekijken. De basishandelingen voor weergave vindt u op de bladzijden 32 t/m 35. Gedetailleerde beschrijvingen van de instellingen van het weergave-menu vindt u in de tekst over de navigatie door het weergave-menu. VOICE MEMO’S EN GESPROKEN COMMENTAAR AFSPELEN Voice memo’s (blz. 50) en audio-commentaren (blz.
FILM- EN AUDIO-OPNAMEN AFSPELEN Filmclips en audio-opnamen speelt u op gelijke wijze af. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om het film- of audiobestand weer te geven; audiobestanden worden met een blauw scherm weergegeven. Druk de zoomtoets in om een film- of audiobestand af te spelen. : play Audio file : play Movie file Pause RWD FWD Vol Druk de zoomtoets in om de film- of geluidsweergave te pauzeren; opnieuw indrukken van de zoomtoets hervat het afspelen.
NAVIGEREN DOOR HET MENU VAN DE WEERGAVESTAND Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de menu-toets zet u het menu aan en uit. Met de links/rechts-toetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instellingen. Activeer het weergavemenu met de menu-toets. De basic tab bovenin het menu licht op.
Basic Delete Audio caption Lock Yes This frame All frames Marked frames Enter This frame All frames Marked frames Unlock all “Yes” kiezen voert de bewerking uit, “No” heft de bewerking op. Recording audio Yes Custom 1 Slide show Playback Duration Repeat Enter All frames Marked frames 1 - 60 sec.
BEELDSELECTIESCHERM Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Het biedt keuze uit een aantal beelden. Met de links/rechtstoetsen van de stuureenheid verplaatst u het selectiekader om het beeld te selecteren. Met de zoomtoets kiest u het beeld; wanneer het beeld is gekozen verschijnt ernaast een aanduiding. Met omlaag drukken van de zoomtoets maakt u de selectie. :move :sel.
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN WISSEN Wissen verwijdert bestanden permanent. Een gewist beeld kan niet worden teruggehaald. Ga bij het wissen zeer zorgvuldig te werk. In de basic sectie van het weergavemenu (blz. 62) kunt u enkele beelden wissen, maar ook meerdere beelden tegelijk of alle beelden van de geheugenkaart. Voordat een beeld wordt gewist verschijnt een bevestigingsscherm; "Yes" voert het wissen uit, met "No" ziet u er van af.
AUDIO-COMMENTAAR (AUDIO CAPTION) Aan een foto kan achteraf 15 seconden geluid worden toegevoegd. Deze functie vervangt ook een stem-memo (voice memo) dat bij een beeld is opgenomen. Audio-commentaar kan niet aan filmclips worden toegevoegd; ook is het niet mogelijk er audio-opnamen mee te overschrijven. Roep het beeld op waaraan u het gesproken commentaar wilt toevoegen. Is het beeld beveiligd, hef de beveiliging dan op via de Basic-sectie van het weergave-menu (blz. 62).
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN VERGRENDELEN U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map vergrendelen. Een vergrendeld beeld kan niet worden gewist, noch via het weergavemenu noch met de QV/Wisden-toets. De formateerfunctie (blz. 76) wist echter alle bestanden, of ze nu vergrendeld zijn of niet. Het is verstandig belangrijke opnamen te vergrendelen. De vergrendelsfunctie vindt u in de basic-sectie van het weergavemenu (blz. 62).
DIASHOW De custom-1-sectie van het weergavemenu betreft de dia-show-functie. Hiermee worden alle beelden op de geheugenkaart automatisch weergegeven in aflopende numerieke volgorde. Druk de zoomtoets in om de presentatie te pauzeren en te herstarten. Druk op de menu-toets om de presentatie te stoppen. Camera-info De presentatie kan ook zonder beeldinformatie worden bekeken. Druk daartoe voordat u het weergavemenu opent op de weergavetoets.
Menu-opties Slide show (Diashow) Playback (Weergave) Duration (Duur) Repeat (Herhaal) Instelling Enter Hiermee start u de dia-vertoning. Druk op de zoomtoets om de presentatie even stil te zetten. Wilt u de diashow stoppen, druk dan tijdens de vertoning op de menu-toets; u gaat dan terug naar het weergavemenu. All frames Hiermee kiest u alle beelden in een map voor presentatie in een dia-show. Marked Frames Hiermee selecteert u specifieke beelden in de map voor weergave in een dia-show.
OVER DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto's te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer. Is een DPOF-bestand aangemaakt, dan wordt er op de geheugenkaart automatisch een 'misc.' map aangemaakt (blz. 90).
Kiest u voor een enkel beeld of voor alle beelden, dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld. Gebruik de zoomtoetsen om het gewenste aantal in te stellen. Werd de all frames instelling gebruikt om een printopdracht aan te maken, dan worden opnamen die daarna worden opgenomen niet geprint. DPOF-orderbestanden die met een andere camera zijn opgenomen worden opgeheven.
E-MAIL-KOPIE E-mail-kopie maakt een standaard 640 X 480 (VGA) of 160 x 120 (QVGA) JPEG-kopie van een origineel, dat makkelijk per e-mail kan worden verzonden. Werd er voor E-mail-kopie een beeld gekozen dat werd opgenomen in de economy-stand, dan verandert de beeldkwaliteit niet. E-mail-kopieën kunnen alleen op de oorspronkelijke kaart worden opgenomen De kopieerfunctie wordt geselecteerd in de custom-2-sectie van het weergavemenu (blz. 62).
Camera-info De melding”Copy unsuccessful” verschijnt wanneer een of alle beelden niet konden worden gekopieerd. Controleer de tweede geheugenkaart om te zien welke bestanden werden gekopieerd en herhaal de procedure voor de beelden die niet werden overgeschreven. BEELDEN OP TELEVISIE BEKIJKEN Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video-uitgang, waarmee u hem met behulp van de meegeleverde AV-kabel kunt aansluiten.
SETUP-STAND NAVIGEREN DOOR HET SETUP-MENU Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de links/rechts-toetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instellingen. De basic tab bovenin het menu licht op. Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de gewenste menu-tab te doen oplichten; bij veranderen van de tabs verandert ook het menu.
Basic LCD brightness Format File # memory Folder name Language Enter Enter On / Off Standard form Date form Japanese English Deutsch Français Español Yes No “Yes” kiezen in de bevestigingsschermen voert de bewerking uit, “No” heft dit op. Gebruik de links/rechts-toetsen om de helderheid van de monitor in te stellen; druk de zoomtoets in om het niveau vast te leggen. Custom 1 Audio signals Shutter FX Cust.
HELDERHEID LCD-MONITOR De helderheid van de LCD-monitor is instelbaar in 11 niveaus. Het scherm voor instelling van de helderheid wordt geopend in de basic-sectie van het setup-menu (blz. 74). Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid (1) om de helderheid in te stellen; het beeld op de monitor past zich aan het ingestelde niveau aan. Druk de zoomtoets in (2) om de instelling vast te leggen.
GEHEUGEN BESTANDSNUMMERS (#) Is het geheugen voor bestandsnummering geselecteerd, dan krijgt het eerste bestand dat in de map wordt opgeslagen een nummer dat 1 hoger is dan het laatst opgeslagen bestand. Wordt het geheugen voor bestandsnummers uitgeschakeld, dan wordt het nummer van het beeldbestand 0001. Het geheugen voor bestandsnummers wordt geactiveerd in de custom-1-sectie van het setup-menu.
TAAL De taal van de menu’s is instelbaar. De taal wordt geselecteerd in de basic sectie van het setup-menu. AUDIOSIGNALEN Elke keer dat er op een knop wordt gedrukt geeft een audiosignaal een bevestiging. U kunt de audiosignalen uitzetten in de custom-1-sectie van het setup-menu (blz. 74). SHUTTER FX Drukt u de ontspanknop geheel in, dan geeft een geluidseffect een bevestiging van de opname. Het geluid kan worden uitgeschakeld in de custom-1-sectie van het setup-menu (blz. 74).
Press shutter button to record. Microfoon Recording audio. Press shutter to stop. Resterende opnametijd Stop Vol. De duur van de opname is van invloed op de prestaties van de camera. Hoe langer het opgenomen geluidseffect is, des te langer is de vertraging tussen twee opnamen. Dit kan belangrijke gevolgen hebben voor de opnamesnelheid in de continu-stand. Next No Wilt u het geluidseffect opslaan en daarmee een eerder opgenomen effect vervangen, selecteer dan “Yes” en bevestig het.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING (AUTO POWER OFF) Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de hoofdschakelaar om de camera weer te activeren. De wachtduur voor de automatische uitschakeling kan worden veranderd in de custom-1-sectie van het opname- en het weergave-menu (blz. 74): 1, 3, 5, 10 en 30 minuten.
Voice memo Uit blz. 50 Datum in beeld (Date imprinting) Uit blz. 51 Directie weergave Uit blz. 53 Kleurinstelling Color blz. 49 Automatisch terugzetten (Auto reset) Uit blz. 49 Toetsfuncties aanpassen Belichtingscorrectie blz. 46 Opnamestand (Film/audio-menu) Film blz. 58 Duur (Diashow) 5 seconden blz. 68 Herhaal (Diahow) Nee blz. 68 Beeldgrootte (E-mail-kopie) 640 X 480 blz. 72 Helderheid LCD-monitor Normal blz. 76 Termijn automatische uitschakeling 3 minuten blz.
DATUM EN TIJD Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een opname maakt worden datum en tijd bij de beeldinformatie opgeslagen; bij weergave worden ze afgebeeld in de weergavestand en bij gebruik van de DiMAGE Viewer software die op de CD-ROM zit. De klok van de camera wordt ook gebruikt voor datum in beeld (blz. 49). Kijk op blz. 20 voor het instellen van klok en kalender.
OVERSPEELSTAND Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u de camera op een computer aansluit. Informatie over gebruik en installatie van de DiMAGE Viewer software vindt u in de meegeleverde software-gebruiksaanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over het werken met computers en hun besturingssystemen; kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzigen die bij de computer zijn geleverd.
CAMERA OP EEN COMPUTER AANSLUITEN Wanneer u de camera op een computer aansluit moet de batterij volledig geladen zijn. Gebruik van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterij. Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 86 te lezen over de installatie van de noodzakelijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten. 1 Start de computer. Zet de computer aan voordat u de camera aansluit. 2.
Wanneer de camera juist op de computer is aangesloten verschijnt er een drive-symbool of “volume”. Werkt u met Windows XP of Mac OS X, dan verschijnt er een scherm waarin wordt gevraagd wat er met de beeldinformatie moet gebeuren; volg de instructies in het venster. Herkent de computer de camera niet, ontkoppel dan de camera en herstart de computer. Herhaal de aansluitprocedure. Windows XP Mac OS X Windows Mac OS Mac OS X De naam kan per geheugenkaart verschillen.
AANSLUITEN OP WINDOWS 98 EN 98SE De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïnstalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hiervoor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CDROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt. Volg daarna verder de instructies op het scherm.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 84). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt. Plaats de DiMAGE Viewer CD-ROM in de CD-ROM-drive. Klik op “Volgende” (“Next”). Kies de aanbevolen zoekmethode voor een geschikte driver (stuurprogramma). Klik op “Volgende” (“Next”).
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf, of USBSTRG.inf. De letter die de CD-ROM-drive aangeeft varieert per computer. Klik op “Next” om de driver in het systeem te installeren. Het laatste venster bevestigt de installatie van de driver. Klik op “Voltooien” (“Finish”) om de wizard af te sluiten. Start de computer opnieuw op.
QUICKTIME SYSTEEMEISEN IBM PC / AT Compatible Pentium computer Windows 95, 98, 98SE, NT, Me, 2000 Professional of XP. 32MB of meer RAM Sound Blaster of compatible geluidskaart DirectX 3.0 of later aanbevolen Volg voor het installeren van QuickTime de instructies van het installatieprogramma. Macintosh gebruikers kunnen de laatste versie van QuickTime gratis downloaden op de Apple Computer website: http://www.apple.com.
MAP-INDELING OP DE GEHEUGENKAART Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen. Drive-symbool Dcim 100MLT18 PICT0001.TIF Misc De misc. map bevat DPOF printbestanden (blz. 70). 10130801 90 103MLTEM PICT0002.JPG Fine, standard, of economy beeld PICT0001.
Beeldbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een tif, jpg, mov, of thm extensie. Voice memo-bestanden en audio-commentaren hebben een wav extensie en dezelfde naam als het beeld. Audio-opnamen hebben ook een wav extensie. De thumbnails (thm) worden geproduceerd bij TIFF beelden en worden alleen door de DiMAGE Viewer software en de camera gebruikt. E-mail-kopie-beelden worden geplaatst in een map waarvan de naam eindigt met “EM.
CAMERA VAN DE COMPUTER LOSKOPPELEN Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen Windows 98 / 98 Second Edition Controleer of het toegangsglampje niet rood brandt. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van hardware, op de taakbalk.
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en klik op “Stop.” Er verschijnt een bevestigingsscherm met de apparaten die worden gestopt. Door op “OK” te klikken stopt u het apparaat. Een derde en laatste scherm verschijnt; het geeft aan dat de camera veilig kan worden ontkoppeld; klik op “OK”. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
GEHEUGENKAART VERWISSELEN - OVERSPEELSTAND Verwijder nooit de geheugenkaart als het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen Windows 98 en 98 Second Edition 1. Zet de camera uit 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen. Windows ME, 2000 Professional en XP 1. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 92). 2. Zet de camera uit. 3. Verwissel de geheugenkaart. 4.
Sluit de camera op de printer aan met de USB-kabel. De grootste van de twee stekkers gaat in de printer. Schuif het deksle van de USB-aansluiting open en steek de kleine stekker in de camera. Zet de camera aan met de keuzeknop: u kunt de knop in elke stand zetten. Het USB Direct Print scherm verschijnt. Aantal prints in de printopdracht. Schuine streep betekent dat het bestand niet kan worden geprint.
OPMERKINGEN OVER PRINTFOUTEN Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpender printerfout voor, druk dan op de zoomtoets om de printroutine af te breken. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de printer voor de te volgen procedure voor het probleem.
DPOF-BESTANDEN PRINTEN De DPOF-print-optie van het USB DIRECT PRINT menu stelt u in staat JPEG (fijn, standaard en economy) beelden en een index print (geselecteerd met de DPOF print-opties in het weergavemenu) te printen met een Epson USB DIRECT-PRINT compatible printer. Zie blz. 92 voor het aanmaken van een DPOF-bestand. Controleer voor elke print-run de printer-instellingen; kijk voor extra informatie in de printer-handleiding.
SYSTEEMEISEN ONLINE CAMERA Om de de camera op de computer aan te sluiten en als online camera te gebruiken dient de computer te zijn uitgerust met een USB-aansluiting als standaard interface. De computer en het besturingssysteem moeten van de zijde van de fabrikant gegarandeerd geschikt zijn verklaard voor USB-gebruik. Kijk hiernaast voor de systeemeisen. Minimum systeemeisen Pentium II 300 MHz of later Windows 98 Second Edition, Me, 2000 Professional en XP. 128MB RAM. 256MB met Windows XP.
Het venster van de InstallSheild Wizard verschijnt. Klik op de next knop (vervolgen) om verder te gaan. De software-overeenkomst verschijnt. Gaat u akkoord, klik dan op yes om verder te gaan. Lees de overeenkomst goed door voordat u verder gaat. gaat u niet akkoord, klik dan op no om het installatieprogramma te verlaten. Er verschijnt een installatie-bevestigingsscherm. Wilt u de remote camera drive installeren, klik dan op yes. De noknop heft de handelingen op zonder de driver te installeren.
AANSLUITEN VAN DE ONLINE CAMERA Voordat de camera op een computer kan worden aangesloten dient de remote camera driver te zijn geïnstalleerd, zie blz. 98. Wanneer de camera op een computer wordt aangesloten dient de accu van de camera volledig te zijn geladen. Het gebruik van de lichtnetadapter (apart leverbaar) verdient de voorkeur boven gebruik van de accu. Gebruikers van Windows 98SE moeten eerst de USB driver installeren voordat ze de camera op een computer aansluiten (blz. 86). 1.
OPMERKINGEN OVER CAMERAGEBRUIK Gebruikt u de camera als online camera dan worden belichting, witbalans en cameragevoeligheid op auto ingesteld. De optische en 4X digitale zoom zijn beschikbaar. Er zijn geen menu-instellingen mogelijk. De monitor kan niet worden uitgeschakeld. De flitser is uitgeschakeld, evenals audio. U kunt indien nodig de scherpstelling bijregelen door de ontspanknop half in te drukken.
APPENDIX PROBLEMEN OPLOSSEN Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande problemen of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opnemen met de Technische Dienst van Minolta. Probleem De camera werkt niet. Symptoom APPENDIX Oplossing Batterij is leeg. Vervang batterij (blz. 14). De automatische uitschakeling heeft de camera uitgezet. Zet de camera met de hoofdschakelaar weer aan.
Probleem Er kan geen foto worden gemaakt. Symptoom Oorzaak Op de monitor verschijnt de “card locked” waarschuwing. De geheugenkaart is vergrendeld. Hef de vergendeling van de kaart op (blz. 19). Onderwerp is te dichtbij. Let goed op dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik bevindt (blz. 26). Een van de speciale scherpstelsituaties doet zich voor, waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 27).
Probleem Deel van het beeld valt weg achter een donker object. Symptoom Oorzaak Zoeker werd gebruikt om de foto te maken. Het objectief werd gedeeltelijk afgedekt door een vinger of iets anders. Oplossing Let bij het gebruik van de zoeker goed op dat u het objectief niet afdekt. Lijkt de camera niet normaal te werken, zet hem dan uit, haal de batterij eruit en plaats hem terug of verbreek en herstel de lichtnetaansluiting.
INDICATIELAMPJE ZOEKER Het indicatielampje naast de zoeker geeft informatie over de status van de camera. Het lampje kan groen, rood en oranje licht geven, en het kan continu branden of knipperen (met twee verschillende frequenties). Kleur Groen Status Betekenis Brandt Camera is opnamegereed. Knippert langzaam Waarschuwing voor cameratrilling - sluitertijd is langer dan goed is om veilig uit de hand te kunnen fotograferen. Gebruik de flitser (blz. 28) of een statief.
DE DRIVER-SOFTWARE VERWIJDEREN – WINDOWS 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USBkabel met elkaar. 2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst. Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op de categorie “prestaties en onderhoud” (“performance and maintenance”). Klik op “Systeem” om het venster met systeemeigenschappen te openen. 3.
ONDERHOUD EN OPSLAG Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben. Onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. • Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
Geheugenkaarten SD geheugenkaarten en MultiMediaCards worden vervaardigd met elektronische precisiecomponenten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie: • Onjuist gebruik van de kaart. • Verbuigen, laten vallen en blootstellen aan stoten. • Hitte, vocht en direct zonlicht. • Statische elektrische ontlading en sterke elektromagnetische velden bij de kaart.
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden • Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 40°C. • Laat de camera nooit achter in een omgeving waarin het erg warm kan worden, zoals in een auto die in de zon staat, of waar het erg vochtig is. • Brengt u de camera van een koude naar een warme omgeving, doe hem dan in een goed afgesloten plastic zak om condensvorming te voorkomen. Laat de camera acclimatiseren en haal hem dan uit de plastic zak.
TECHNISCHE GEGEVENS Aantal effectieve pixels: CCD: Cameragevoeligheid (ISO): Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: Maximale lensopening: Brandpuntsafstand: Scherpstelbereik: Autofocus-systeem: Sluiter: Sluitertijden: Oplaadtijd ingebouwde flitser: Zoeker: Monitor-LCD: Beelddekking monitor: A/D-conversie: Opslagmedia: Bestandsformaten: Print Image Matching: Menutalen: Video-output: Batterij: Batterijprestaties (opname): 110 APPENDIX 3,2 miljoen 1/2,7-type interline complementary-color CCD met to
Bedrijfstemperatuur: Luchtvochtigheid: Circa 200 opnamen: gebaseerd op Minolta’s standaard testmethode: NP-200 lithium-ion batterij, LCDmonitor uit, maximale beeldgrootte (2048 X 1536), standaard beeldkwaliteit, geen directe weergave, geen voice memo, flits gebruikt bij 50% van de beelden. Continu weergavetijd: circa 120 min. Gebaseerd op Minolta’s standaard testmethode: NP200 lithium-ion batterij, LCD-monitor aan, geen audio-weergave.
Minolta Customer Support: www.minoltasupport.com ©2003 Minolta Co., Ltd. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.