NL GEBRUIKSAANWIJZING 9222-2798-15 SY-A312/0402
Voordat u begint Gefeliciteerd met uw aanschaf van deze camera. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten. Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
Correct en veilig gebruik NP-200 Lithium-ion batterijen De DiMAGE Xg werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en chemische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken. PAS OP • Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
Algemene gebruikswaarschuwingen Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
LET OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof. • De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik. Pas op voor aanraking van heet geworden onderdelen.
Op het product kunt u de volgende aanduidingen tegenkomen: Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit). This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Inhoud In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 31 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 32 tot 35. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera op de computer aansluit. Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s.
Flitsstanden .............................................................................................................................32 Flitsbereik - Automatische werking.........................................................................................33 Flitssignalen.............................................................................................................................33 Weergavetoets - opnamestand ............................................................................
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................68 Voice memo's en gesproken commentaar afspelen...............................................................68 Films en en audio-opnamen afspelen.....................................................................................69 Navigeren door het menu van de weergavestand ..................................................................70 Beeldselectiescherm ............
Data-overspeelstand............................................................................................................................99 Systeemseisen ........................................................................................................................99 Camera op een computer aansluiten....................................................................................100 Aansluiten op Windows 98 en 98SE............................................................................
Benaming van de onderdelen * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 127). Ontspanknop Hoofdschakelaar Zelfontspannerlampje (blz. 46) Zoekervenster* Flitser (blz. 32) Objectief* USB-aansluiting Microfoon Deurtje batterij/kaartruimte (blz.
Stand digitale onderwerpsprogramma’s Opnamestand Weergavestand Opnamestand film/audio (blz. (blz. (blz. (blz. 28) 24) 36) 63) Keuzeknop Stuureenheid Signaallampje (blz. 16, 26, 30, 31, 33) Zoeker* LCD-monitor* Oogje polsriem (blz. 19) Luidspreker Flitstoets (blz. 32) Weergavetoets (blz. 34, 38) Quick View/Wissen-toets (blz.
VOORBEREIDING Plaatsen van de lithium-ion batterij Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-200 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisselen, zet dan de camera uit. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de voorzijde van de camera om het deurtje te ontgrendelen (1). Open het deurtje. 1 Schuif de batterijvergrendeling naar de achterkant van de camera om de batterij te plaatsen (2).
Laden van de lithium-ion batterij Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 128 voor batterij-onderhoud en opslag. Steek het netsnoer in de achterzijde van de lader (1). Steek het andere eind van het snoer in een stopcontact.
Aanduiding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de LCD-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt. Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat. Batterij half vol - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Dit symbool verschijnt wanneer de camera wordt ingeschakeld. De LCD-monitor gaat uit wanneer de flitser aan het laden is.
Lichtnetadapterset (accessoire) Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat. Met de lichtnetadapter AC-4 of AC-5 kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangesloten en bij intensief gebruik. Lichtnetadapter AC-4 is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Japan en Taiwan, de adapter AC-5 is bestemd voor alle andere delen van de wereld.
4. Voer de kabel door de uitsparing en sluit het deurtje van de batterijruimte naar de achterzijde van de camera om de vergrendeling te activeren (4). 5. Plaats de ministekker van de lichtnetadapter in de contrastekker van de voedingsadapter (5). 6. Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
Polsriem bevestigen Houd de riem altijd om uw pols, om te voorkomen dat de camera per ongeluk valt. 1 Steek de smalle lus van de polsriem door het oogje van de camera (1). Steek het andere eind van de riem door de lus en trek hem aan (2).
Plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het lampje niet oranje knippert; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no-card” waarschuwing op de LCD-monitor; er kan dan één foto worden gemaakt en opgeslagen. (blz. 62).
Over geheugenkaarten De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bijvoorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen. De SD geheugenkaart heeft een beveiligingsschuifje, waarmee kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist.
Datum en tijd instellen Bij het maken van een opname worden tijd en datum met de beeldinformatie opgeslagen. Als er voor het eerst een geheugenkaart is geplaatst en de batterij is opgeladen verschijnt de vraag of u datum en tijd wilt opslaan. Set date and time. Yes No Selecteer “Yes” met de links- of de rechtstoets, “No” laat de melding verdwijnen. Druk op de centrale toets om het instelscherm voor datum en tijd te laten verschijnen. Date/Time set 2003 . 01 .
Drive mode Single Image size 2048x1536 Quality Standard White balance Auto Key func. Markeer Setup bovenaan het menu met de rechtstoets. Off Druk op de centrale toets om het Setup-menu te openen. LCD brightness – Format – File # memory Off Folder name Std. form Language English Reset default – Date/Time set – Date format YYYY/MM/DD Transfer mode Data storage Setup-menu Gebruik de rechtstoets om de derde tab bovenin het menu te activeren.
OPNAME - BASISHANDELINGEN Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 23 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt. Vasthouden van de camera Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar. Zo staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed stilhouden.
Gebruik van het zoomobjectief Deze camera is uitgerust met een uniek 5,7 - 17,1 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met dat van een 37 tot 111 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd door de zoomtoets van de stuureenheid op de achterzijde van de camera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar in zowel de zoeker als de LCD-monitor. Om in te zoomen duwt u de zoomtoets (T) omhoog. Om uit te zoomen duwt u de zoomtoets (W) omlaag.
Weergave LCD-monitor – BASIC Opnamestand Flitsstanden (blz. 32) Autom. selectie digitale onderwerpsprogramma’s (blz. 28) Beeldgrootte (blz. 48) Beeldkwaliteit (blz. 48) Aanduiding batterijconditie (blz. 16) Groot scherpstelgebied Transportstand (blz. 44) Opnameteller (blz. 49) Waarschuwing cameratrilling Scherpstelsignaal (blz. 31) Zoom-aanduiding (blz.
Standaard opnamehandelingen Zet de camera aan en zet de keuzeknop in de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s of in de normale opnamestand. Met beide standen gaat u op gelijke wijze te werk. Automatische selectie van digitale onderwerpsprogramma’s is alleen beschikbaar in de stand voor digitale onderwerpsprogramma’s. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader op de LCDmonitor of houd het in het midden van de zoeker. • Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstelvergrendeling (blz.
Druk de ontspanknop geheel in om de opname te maken. • Na het ontspannen van de sluiter wordt het lampje naast de zoeker oranje en gaat het knipperen, om aan te geven dat de beeldinformatie naar de geheugenkaart wordt weggeschreven. Verwijder een geheugenkaart nooit als er beeldinformatie wordt weggeschreven. • Na de registratie van het beeld kunt u een preview van het beeld bekijken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Deze functie werkt niet als de monitor uit staat.
Een rij grijze onderwerpssymbolen bovenin de monitor geeft aan dat de Automatische selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s actief is. Druk de ontspanknop half in; het AF-systeem bepaalt de positie van het onderwerp en de Automatische selectie van Digitale Onderwerpsprogramma’s kiest een onderwerpsprogramma. Zijn er geen symbolen te zien, dan is de normale programma-automatiek actief. Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken.
Scherpstelvergrendeling Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onderwerp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader van de monitor of in het midden van de zoeker.
Scherpstelsignalen Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aangegeven met het scherpstelsymbool rechtsonder op de LCD-monitor en met het lampje naast de zoeker. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet. Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal van de LCD-monitor is wit en het lampje naast de zoeker brandt groen en knippert niet. De scherpstelling is vergrendeld.
Flitsstanden Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de flitstoets (1) achterop de camera totdat de gewenste flitsstand is verschenen. Druk op de ontspanknop om de instelling te bevestigen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCD-monitor weergegeven. Wordt de camera uitgeschakeld terwijl de functie auto reset (blz.
Invulflits - Bij elke opname wordt geflitst, ongeacht de lichtsituatie. Invulflits kan goed worden gebruikt om diepe schaduwen op te helderen die het gevolg zijn van intens en gericht licht of zonneschijn. Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opname af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt.
Weergavetoets - opnamestand De weergavetoets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een volgende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen tussen complete weergave, alleen beeld, monitor uit. Wordt de weergavetoets ingedrukt en ingedrukt gehouden, dan verschijnt het scherm voor aanpassing van de LCD-helderheid blz. 91.
Digitale onderwerpsprogramma’s Digitale onderwerpsprogramma’s optimaliseren de camera-instellingen voor belichting en witbalans plus de beeldverwerkingssystemen voor specifieke omstandigheden en onderwerpen. Selecteer eenvoudigweg met de links/ rechtstoetsen het onderwerpsprogramma dat u wenst; het actieve onderwerpsprogramma verschijnt bovenin de monitor. Portret – speciaal afgestemd op het bereiken van een zachte huidtoonweergave en een lichte onscherpte in de achtergrond.
Weergave - Basishandelingen Beelden kunnen worden bekeken in de stand snelweergave (Quick View) of in de gewone weergavestand. Hier krijgt u informatie over de basishandelingen in beide standen. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 68. Zet de keuzeknop in de weergavestand als u beelden in de weergavestand wilt bekijken. Wilt u beelden bekijken vanuit de opname- of film/audio-opnamestand, druk dan op de knop Quick View/Wissen. Scherm enkelvoudige weergave Gebruiksstand Vergroting (blz.
Beelden weergeven Gebruik in Quick View (snelweergave) of de weergavestand de links/rechtstoetsen van de stuureenheid om de beelden op de geheugenkaart te doorlopen (scrollen). Druk om vanuit Quick View terug te keren naar opname op de menu-toets of druk de ontspanknop half in. Stuureenheid (zoomtoets, links/rechtstoetsen) Menu-toets Quick View/Wissen-toets Individuele beelden wissen Wilt u een weergegeven bestand wissen, druk dan op de Flitsstand/ Wissen-toets. Er verschijnt een bevestigingsvenster.
Weergavetoets – weergavestand De weergavetoets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een volgende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen tussen complete weergave, alleen beeld, monitor uit. Image only Volledige weergave Indexweergave Weergavetoets Bij de index-weergave verplaatst u het gele selectiekader van thumbnail (miniatuurbeeld) naar thumbnail met de linkstoets, de rechtstoets en de zoomtoets.
Vergrote weergave Bij enkelvoudige weergave kan een foto zowel in snelweergave (Quick View) als in de weergavestanden worden vergroot tot 6 x, in stappen van 0,2 x. Druk, als het beeld dat u vergroot wilt weergeven op de monitor te zien is, de zoomknop omhoog om de vergrote weergave te activeren. De vergrotingsfactor wordt weergegeven op de LCD-monitor. Door de zoomtoets omhoog te drukken vergroot u het beeld. De zoomtoets omlaag drukken verlaagt de vegrotingsfactor.
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN weergave LCD-monitor - geavanceerd Microfoonaanduiding Kleurinstelling (blz. 56) Digitale zoom (blz. 59) Zoom indicator (blz. 59) Beeldgrootte (blz. 48) Beeldkwaliteit (blz. 48) Spotmeetveld (blz. 53) Transportstand (blz. 44) Opnameteller (blz. 49) Aanduiding Datum in beeld (blz. 58) Scherpstelsignaal (blz. 31) Lichtmeetmethode (blz. 53) Cameragevoeligheid (blz. 52) Witbalans (blz. 50) Belichtingscorrectie Flitsstanden (blz.
Gebruik de links/rechtstoetsen van de stuureenheid om de gewenste correctiewaarde in te stellen. De LCD-monitor vertoont het correctiesymbool en de correctiewaarde. De belichtingsverandering is zichtbaar in het beeld op de LCD-monitor. De belichtingscorrectie wordt automatisch ingesteld na vijf seconden, of wanneer er op een andere cameratoets wordt gedrukt. Opnametips Soms wordt de belichtingsmeter van de camera door de omstandigheden misleid. Dan biedt de belichtingscorrectie uitkomst.
Navigeren door het opnamemenu Navigatie door het menu is eenvoudig. Met de links/rechtstoetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en verandert u menu-instellingen. Met de zoomtoets selecteert u menu-opties en stelt u veranderingen in. Druk op de menu-toets om het opname-menu te activeren. De sectie 1 tab bovenaan het menu wordt gemarkeerd. Gebruik de links-/rechtstoetsen om de gewenste menu-tab te selecteren. Als er een andere tab wordt geselecteerd verschijnt er een ander menu.
Section 1 Drive mode Image size Quality White balance* Key func.* Section 2 Single Continuous Self-timer Multi frame 2048 x 1536 1600 x 1200 1280 x 960 640 x 480 Fine Standard Economy Auto Daylight Cloudy Tungsten Fluorescent Exp. comp. White balance Drive mode Sensitivity Off Sensitivity* Metering mode* Exp. comp.
Transporstand (Drive mode) Met de transportstand regelt u de opname-methode. Op de monitor verschijnen symbolen voor de gekozen opnamemethode. De transportstand wordt gekozen in sectie 1 van het opname-menu (blz. 43). Is auto reset (blz. 55) actief, dan wordt de transportstand teruggezet op enkelbeeld wanneer de camera wordt uitgezet. Single - Enkelbeeldtransport: maakt een enkele opname per keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt. Dit is de standaardinstelling van de camera.
Continu (Continuous) In deze stand kunt een serie beelden achtereen maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Het aantal beelden dat achtereen kan worden opgenomen en de opnamesnelheid zijn afhankelijk van de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte. Bij een beeldgrootte-instelling van 2048 x 1536 is de maximum snelheid 1,5 bps (beelden per seconde). Staat de beeldkwaliteit op TIFF (blz. 44) dan kan er per keer slechts één opname worden vastgelegd.
Zelfontspanner (Self-timer) De zelfontspanner vertraagt het moment van de opname met ca. tien seconden na het indrukken van de ontspanknop. Hij stel de fotograaf in staat zelf op de foto te komen. De zelfontspannerstand wordt geselecteerd in sectie 1 van het opname-menu (blz. 43). Zet de camera op statief en bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de standaard opnamehandelingen (blz. 27). U kunt de scherpstelvergrendeling (blz. 30) gebruiken voor onderwerpen buiten het beeldcentrum.
Multi frame Met de transportstand multi frame maakt u een serie van negen opeenvolgende opnamen, die in een enkele foto worden samengevoegd. De multi frame transportstand wordt gekozen in het hoofd-opnamemenu (blz. 43). Bepaal uw beeldcompositie zoals beschreven bij de standaard opnamehandelingen (blz. 27). Druk de ontspanknop half in om scherpstelling en belichting voor de serie te vergrendelen (1). Druk de ontspanknop geheel in en houd hem ingedrukt (2) om de opnameserie van negen beelden te beginnen.
Beeldgrootte en beeldkwaliteit Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het bestand. Kies de beeldgrootte op basis van het beoogde gebruiksdoel van het beeld - kleine beelden zijn vooral bruikbaar voor internet-toepassingen, terwijl grotere formaten meer geschikt zijn voor bijvoorbeeld kwaliteitsafdrukken. FINE STD. ECON. LCD-monitor Aantal pixels (hor. x vert.
Bestandsgrootte bij benadering Grootte Kwaliteit 2048 x 1536 1600 x 1200 1280 x 960 640 x 480 Fine 1,6 MB 990 KB 660 KB 210 KB Standard 820 KB 520 KB 360 KB 130 KB Economy 440 KB 290 KB 210 KB 90 KB Globale kaartcapaciteit van een 16 MB geheugenkaart Fine 9 14 22 69 Standard 17 27 39 100 Economy 32 47 69 150 Camera-info De opnameteller geeft bij benadering het aantal beelden dat op de geheugenkaart van de camera kan worden opgeslagen bij gebruik van de op dat moment gelde
Witbalans (White balance) Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweergave zorgen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze tussen daglichtfilm en kunstlichtfilm bij de conventionele fotografie. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstellingen beschikbaar voor het opnemen van foto’s en videobeelden. De witbalans-instelling wordt geregeld in sectie 1 van het opname-menu (blz.
Toetsfuncties aanpassen (Key Func.) Standaard regelt u in de opnamestand met de links/rechtstoetsen de belichtingscorrectie, zie blz. 40. Het is echter ook mogelijk er andere functies mee te regelen. Welke dat zijn is instelbaar in sectie 1 van het opnamemenu. Deze functie heeft geen betrekking op filmopnamen. Selecteer de optie Key func. in sectie 1 van het opnamemenu. Gebruik de zoomtoets om de functie te selecteren (1). Druk op de zoomtoets om de functie in te stellen (2).
Cameragevoeligheid – ISO (Sensitivity) Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheidsinstellingen: Auto, 50, 100, 200, 400; de numerieke waarden zijn gebaseerd op een ISO-equivalent. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid: hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de film. De gevoeligheid kan worden ingesteld in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 43). De auto-stand past de cameragevoeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tussen ISO 50 en ISO 160.
Lichtmeetmethode (Metering mode) Welke meetmode is ingeschakeld is alleen op de LCD-monitor te zien, via symbolen. De lichtmeetmethode wordt ingesteld in sectie 2 van het opname-menu (blz. 43). Meerveldsmeting: gebruikt 256 segmenten om helderheid en kleur te meten. Deze informatie wordt gecombineerd met afstandsinformatie om de juiste belichting te realiseren. Dit geavanceerde lichtmeetsysteem geeft accurate, probleemloze belichtingsresultaten in bijna alle situaties.
Belichtingscorrectie via het menu (exp. comp.) Met de belichtingscorrectie kunt u ervoor zorgen dat de opname lichter of donkerder wordt, over een bereik van ±2 LW (lichtwaarde). Kijk voor informatie over de belichtingscorrecrtie op blz. 41. De correctiefactor blijft van toepassing totdat hij op 0 gezet. De belichtingscorrectie kan ook worden ingesteld met de links/rechtstoetsen van de stuureenheid; zie hierboven en blz. 40. Selecteer de optie van de belichtingscorrectie in sectie 2 van het opnamemenu.
Automatisch terugzetten (Auto reset) Wanneer auto reset (automatisch terugzetten) actief is keren onderstaande functies terug naar hun standaardinstelling na het uitschakelen van de camera. Standaard staat auto reset uit. Deze functie kan worden ingeschakeld in sectie 2 van het menu van de opnamestand (blz. 43). Flitsstand (blz. 32) – Auto Transportstand (blz. 44) – Enkelbeeld Witbalans (blz. 50) – Auto Cameragevoeligheid (blz. 52) – Auto Belichtingscorrectie (blz. 40) – 0,0 LW Lichtmeetmethode (blz.
Kleurinstelling (Color Mode) Met de kleurinstelling regelt u of een foto in kleur of in zwartwit wordt opgetekend. Tevens kan het type kleurweergave worden gekozen. Deze instelling moet worden uitgevoerd voordat het beeld wordt opgenomen. De kleurinstelling wordt ingesteld in sectie 3 van het opnamemenu (blz. 43) of in sectie 2 van het film/audio opnamemenu (blz. 66). Het live-beeld op de monitor volgt de gekozen instelling. Bij gebruik van de kleur-optie is geen aanduiding op de monitor te zien.
Druk op de ontspanknop of de zoomtoets om de opname te stoppen (2). De opname stopt automatisch wanneer de 15 seconden voorbij zijn. 2 Bij een continu-serie (blz. 45) wordt de boodschap gekoppeld aan de laatste opname van de serie. Bij weergave hebben de foto’s die van een geluidsbestand zijn voorzien een muzieknoot-symbool (blz. 68). In sectie 1 van het weergavemenu kunt u een voice memo wissen die aan een beeldbestand is gekoppeld (blz. 73).
Datum in beeld (Date imprinting) Het is mogelijk de opnamedatum en -tijd rechtstreeks in het beeld te laten opnemen. Deze functie moet worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. Is de functie eenmaal actief, dan worden de opnamen van datum voorzien totdat de functie wordt uitgeschakeld: er verschijnt een gele balk achter de opnameteller op de monitor om aan te geven dan de datum in het beeld wordt geplaatst.
Digitale zoom (Digital zoom) De digitale zoom wordt geactiveerd in sectie 3 van het opname-menu (blz. 43). De digitale zoom verlengt het telebereik van de optische zoom tot 4 X, in stappen van 0,1X. De overgang tussen optische en digitale zoom is zonder onderbreking. Is de digitale zoom actief, dan wordt de vergroting op de monitor weergegeven en veranderen de scherpstelkaders in een enkelvoudig scherpstelveld. De autofocus wordt ingesteld op enkelvoudige AF (blz. 65).
(Direct terugzien) Instant playback Een foto kan direct na de opname twee seconden lang op de LCD-monitor worden weergegeven voordat hij wordt opgeslagen. Werd er gewerkt met de continu-stand (blz. 45), dan wordt het laatste beeld van de opnameserie weergegeven. Is de LCDmonitor uitgeschakeld (blz. 34), dan wordt hij voor de duur van de directe weergave automatisch even ingeschakeld. U kunt directe weergave activeren in sectie 3 van het opname-menu (blz. 42).
Spot AF Spot autofocus (Spot AF)wordt gebruikt voor selectieve scherpstelling. Zowel scherpstelling als belichting worden bepaald binnen het spot-scherpstelveld. Is auto reset (blz. 55) actief, dan wordt het spot AF veld teruggezet op het grote scherpstelveld als de camera uit wordt gezet. Het spot-scherpstelveld kan worden gebruikt bij filmopnamen. Bij gebruik in combinatie met digitale zoom (blz. 59) wordt het spot-AF-veld vergroot.
Opnamen maken zonder geheugenkaart Is er geen geheugenkaart in de camera geïnstalleerd, dan kan er één enkele foto worden opgenomen die vervolgens wordt opgeslagen in het buffergeheugen van de camera. Alleen het laatst opgenomen beeld wordt opgeslagen; elke keer dat u een foto maakt vervangt die het beeld dat in het geheugen is opgeslagen. Wordt de keuzeknop in een andere stand gezet of wordt de camera uitgezet, dan wordt het beeldbestand uit het buffergeheugen gewist.
FILM- EN AUDIO-OPNAME Filmopname Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. De totale opnameduur varieert met de beeldgrootte en de capaciteit van de geheugenkaart; kijk voor meer informatie in de movie-menu-sectie op blz. 65. Bij filmopnamen kunnen bepaalde functies worden ingesteld, sommige zijn vast, andere zijn uitgeschakeld; zie hiervoor de opmerkingen op blz. 67. 1 2 Zet de keuzeknop in de stand voor film/audio-opname.
Audio-opname U kunt met de camera audio zonder beeld opnemen. U kunt ongeveer 30 minuten audio opslaan op een 16MB geheugenkaart. Audio wordt opgenomen met ongeveer 8 KB/s. Er kan per keer maximaal 180 minuten worden opgenomen; voor lang durende opnamen dient de als extra leverbare lichtnetadapterset AC-401/501 te worden gebruikt. Zet de keuzeknop in den stand voor film/audio-opname (1). Verander in het film/audio-menu de opnamestand in audio. Kijk op blz. 66 voor informatie over het gebruik van de menu’s.
Navigeren door het Film/Audio-opnamemenu Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de menu-toets zet u het menu aan en uit. Met de links/rechtstoetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instellingen. Druk op de menu-toets om het film/audio-opnamemenu te activeren. De sectie 1 tab bovenaan het menu licht op.
Sectie 1 Recording mode Image size Frame rate Movie mode Sectie 2 Movie Audio 320 x 240 160 x 120 30fps 15fps STD. movie Night movie White balance Exp. comp. Color mode Auto Daylight Cloudy Tungsten Fluorescent –2.0 ~ +2.0 Ev Color B&W Sepia Recording mode (Opnamestand): Met de optie Recording mode kiest u tussen film (movie) en audio. Image size (Beeldgrootte): U kunt films opnemen in twee formaten: 320x240 en 160x120.
Grootte filmbestanden Wordt de filmgrootte of de beeldfrequentie veranderd, dat past de opnameteller het globale aantal seconden aan dat op de geheugenkaart kan worden opgenomen. Op een geheugenkaart kunt u films van verschillende grootte en frequenties opnemen. De totale tijd die op een geheugenkaart kan worden opgeslagen is afhankelijk van de capaciteit van de kaart en de beeldgrootte en -frequentie.
WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u uw opnamen met uw camera kunt bekijken. De basishandelingen voor weergave vindt u op de bladzijden 36 t/m 39. Gedetailleerde beschrijvingen van de instellingen van het weergave-menu vindt u in de tekst over de navigatie door het weergave-menu. Voice memo’s en gesproken commentaar afspelen Voice memo’s (blz. 56) en audio-commentaren (blz.
Film- en audio-opnamen afspelen Filmclips en audio-opnamen speelt u op gelijke wijze af. Gebruik de links/rechtstoetsen van de stuureenheid om het film- of audiobestand weer te geven; audiobestanden worden met een blauw scherm weergegeven. Druk de zoomtoets in om een film- of audiobestand af te spelen. Audio file Movie file Druk de zoomtoets in om de film- of geluidsweergave te pauzeren; opnieuw indrukken van de zoomtoets hervat het afspelen.
Navigeren door het menu van de weergavestand Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de menu-toets zet u het menu aan en uit. Met de links/rechtstoetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instellingen. Activeer het weergavemenu met de menu-toets. De sectie 1 tab bovenin het menu licht op.
Beelden op de geheugenkaart wissen (blz. 73). Delete – Audio caption – Lock – Gesproken commentaar aan een beeld toeveoegen of voice memo die bij een beeld werd opgenomen vervangen (blz. 74). Beelden tegen wissen beveiligen (blz. 75). Fotocompositie maken door kleiner beeld in achtergrondbeeld te plaatsen (blz. 76). Image pasting – Crop frame – Frame capture – Movie editor – Uitsnede van een beeld maken (blz. 78). Stilstaand beeld uit filmclip kopiëren en als foto opslaan (blz. 80).
Beeldselectiescherm Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Het biedt keuze uit een aantal beelden. Met de links/rechtstoetsen van de stuureenheid verplaatst u het selectiekader om het beeld te selecteren. Met de zoomtoets kiest u het beeld; wanneer het beeld is gekozen verschijnt ernaast een aanduiding. Met omlaag drukken van de zoomtoets maakt u de selectie. :move :sel.
Beeld- en geluidsbestanden wissen Wissen verwijdert bestanden permanent. Een gewist beeld kan niet worden teruggehaald. Ga bij het wissen zeer zorgvuldig te werk. In sectie 1 van het weergavemenu (blz. 71) kunt u enkele beelden wissen, maar ook meerdere beelden tegelijk of alle beelden van de geheugenkaart. De wisfunctie heeft vier instellingen: This frame Dit beeld: het weergegeven of gemarkeerde beeld wordt gewist.
Audio-commentaar (Audio caption) Aan een foto kan achteraf 15 seconden geluid worden toegevoegd. Deze functie vervangt ook een stem-memo (voice memo) dat bij een beeld is opgenomen. Audio-commentaar kan niet aan filmclips worden toegevoegd; ook is het niet mogelijk er audio-opnamen mee te overschrijven. Roep het beeld op waaraan u het gesproken commentaar wilt toevoegen. Is het beeld beveiligd, hef de beveiliging dan op via sectie 1 van het weergave-menu (blz. 75).
Beeld- en geluidsbestanden beveiligen U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map tegen wissen beveiligen. Een beveiligd beeld kan niet worden gewist, noch via het weergavemenu noch met de QV/Wissen-toets. De formateerfunctie (blz. 91) wist echter alle bestanden, of ze nu beveiligd zijn of niet. Het is verstandig belangrijke opnamen te beveiligen. De beveiligingsfunctie vindt u in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 71).
Beelden plakken Met deze functie kunt u een fotocompositie maken waarin een klein beeld in een achtergrondbeeld wordt gemonteerd. Het samengestelde beelden heeft dezelfde beeldgrootte en -kwaliteit als het achtergrondbeeld. Image pasting Crop frame Frame capture Enter De optie Image pasting in sectie 2 van het weergavemenu biedt u keuze uit kadertypen en grootten en bovendien keuze uit de locatie van het toegevoegde beeld. Zorg ervoor dat het achtergrondbeeld op de LCD-monitor te zien is.
move enter Press shutter to paste. Kiese locatie voor het in te plakken beelden door het kader met de links/rechtstoetsen en de zoomtoets te verplaatsen. Met indrukken van de menu-toets heft u de handelingen op en keert u terug naar de weergavestand. De camera onthoudt de gebruikte instellingen. In het kader verschijnt het live-beeld. Plaats het onderwerp binnen het kader en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen.
Beelduitsneden maken U kunt een deel van een beeld kopiëren en opslaan. Zorg ervoor dat het gewenste beeld op de LCD-monitor te zien is. Selecteer de optie Crop frame in sectie 2 van het weergave menu en druk de zoomtoets in om de procedure te starten. Image pasting Crop frame Enter Frame capture Movie editor Druk de zoomtoets omhoog om in te zoomen. Omlaag drukken verkleint het beeld. De vergrotingsmaatstaf wordt op de LCDmonitor weergegeven. Wilt u het beeld verschuiven, druk dan op de zoomtoets.
De kleinste maat vooruitsnede is 320 x 240 pixels. Bent u klaar met het bepalen van de uitsnede, druk dan de ontspanknop geheel in om het maken van de uitsnede af te sluiten. De bestandsnaam van de uitsnedekopie verschijnt. Druk op de zoomtoets button om de procedure af te sluiten. Saved as PICT0015.JPG. OK Het nieuwe beeld heeft dezelfde beeldkwaliteit als het oorspronkelijke beeld. Voice memo’s en audio commentaar wordt niet meegekopieerd.
Stilstaand beeld Het is mogelijk een stilstaand beeld uit een film te kopiëren en als foto op te slaan. Het gekopieerde beeld heeft dezelfde grootte en kwaliteit als de oorspronkelijke film. Roep in de weergavestand de film op met de links/rechtstoetsen. Selecteer de optie Frame capture in sectie 2 van het weergavemenu en druk op de zoomtoets om de procedure te starten.
Kiest u “Yes”, dan wordt het geluidspoor als audio-commentaar (WAV-bestand) aan het beeldbestand toegevoegd. Het geluid wordt genomen vanaf circa 7,5 seconden voor en na het het vastgelegde stilstaand beeld. Selecteert u “No”, dan wordt er geen geluid vastgelegd. Bij het opslaan verschijnen de bestandsnamen van het beeld en het geluidsspoor op de monitor. Druk op de zoomtoets om de bewerking op te heffen. Saved as PICT0037.JPG PICT0037.
Films monteren Het is mogelijk een deel van een film te kopiëren en op te slaan. Het gekopieerde beeld heeft dezelfde grootte als de oorspronkelijke film. Roep in de weergavestand de film op met de links/rechtstoetsen. Selecteer de optie Movie editor in sectie 2 van het weergavemenu en druk op de zoomtoets om de procedure te starten.
Kiest u “Yes”, dan wordt de geselecteerde filmpassage afgespeeld. Na het afspelen ziet hetzelfde scherm opnieuw. Kies “Next” om verder te gaan; de melding Save clip verschijnt. Save clip? Yes No Met “Yes” slaat u de filmpassage op, met “No” heft u de bewerking op. Bij de opslag verschijnt de bestandsnaam van de filmpassage. Druk op de zoomtoets om de procedure te voltooien. Saved as PICT0042.
Over DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto's te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer. Is een DPOF-bestand aangemaakt, dan wordt er op de geheugenkaart automatisch een 'misc.' map aangemaakt (blz. 106).
Kiest u voor een enkel beeld (This frame) of voor alle beelden (All frames), dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld. Gebruik de zoomtoets om het gewenste aantal in te stellen. Werd de all frames instelling gebruikt om een printopdracht aan te maken, dan worden opnamen die daarna worden opgenomen niet geprint. DPOF-orderbestanden die met een andere camera zijn opgenomen worden opgeheven.
E-mail-kopie E-mail-kopie maakt een standaard 640 x 480 (VGA) of 160 x 120 (QVGA) JPEG-kopie van een origineel, dat makkelijk per e-mail kan worden verzonden. Werd er voor E-mail-kopie een beeld gekozen dat werd opgenomen in de economy-stand, dan verandert de beeldkwaliteit niet. E-mail-kopieën kunnen alleen op de oorspronkelijke kaart worden opgenomen De kopieerfunctie wordt geselecteerd in sectie 3 van het weergavemenu (blz. 71).
Copied to 102KM_EM OK Wanneer de beelden zijn geselecteerd waarvan e-mailbestanden moeten worden gemaakt, dan begint de kopieerroutine en verschijnt de naam van de map waarin de gekopieerde beelden worden opgeslagen; druk de zoomtoets in om terug te keren naar het menu. Voor het opslaan van E-mail-kopieën wordt dezelfde map gebruikt, totdat het aantal 9999 overschrijdt. Camera-info De melding ”Copy unsuccessful” verschijnt wanneer een of alle beelden niet konden worden gekopieerd.
Setup-stand Met dit menu regelt u de hoe de camera werkt. Onder navigeren door het setup-menu leest u hoe u het menu kunt gebruiken. Daarna worden de functies in detail besproken. Openen van het Setup-menu Het Setup-menu kan vanuit andere menu’s worden geopend, dus zowel vanuit het opname- als vanuit het weergavemenu. Drive m Image Drive mode Single Image size 2048x1536 Quality Standard White balance Auto Quality White b Key Key func. Markeer met de rechtstoets de Setup-tab bovenaan het menu.
Navigeren door het setup-menu Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de links/rechtstoetsen en de zoomtoets stuurt u de cursor en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instellingen. De sectie 1 tab bovenin het menu licht op. Gebruik de links/rechtstoetsen van de stuureenheid om de gewenste menu-tab te doen oplichten; bij veranderen van de tabs verandert ook het menu.
Instellen monitor-helderheid (blz. 91) LCD brightness – Format – File # memory Off Activeren geheugen bestandsnummers (blz. 92). Folder name Std. form Selecteren weergavemethode mapnaam (blz. 92). Language English Formatteren geheugenkaart (blz. 91). Menutaal selecteren (blz. 93). Audiosignaal wijzigen of uitschakelen (blz. 93). Audio signals 1 Shutter FX 1 CustomRecord – Volume 2 Power off 3 min. Sluitergeluid wijzigen of uitschakelen (blz. 93). Eigen geluidseffect opnemen (blz. 94).
Helderheid LCD-monitor De helderheid van de LCD-monitor is instelbaar in 11 niveaus. Het scherm voor instelling van de helderheid wordt geopend in sectie 1 van het setupmenu (blz. 90). Gebruik de links/rechtstoetsen van de stuureenheid (1) om de helderheid in te stellen; het beeld op de monitor past zich aan het ingestelde niveau aan. Druk de zoomtoets in (2) om de instelling vast te leggen.
Geheugen bestandsnummers (#) (File # memory) Is het geheugen voor bestandsnummering geselecteerd, dan krijgt het eerste bestand dat in de map wordt opgeslagen een nummer dat 1 hoger is dan het laatst opgeslagen bestand. Wordt het geheugen voor bestandsnummers uitgeschakeld, dan wordt het nummer van het beeldbestand 0001. Het geheugen voor bestandsnummers wordt geactiveerd in sectie 1 van het setup-menu.
Taal (Language) De taal van de menu’s is instelbaar. De taal wordt geselecteerd in sectie 1 van het setup-menu. Audiosignalen (Audio signals) Elke keer dat er op een knop wordt gedrukt geeft een audiosignaal een bevestiging. U kunt de audiosignalen uitzetten in sectie 2 van het setup-menu (blz. 90). Er zijn twee audiosignalen beschikbaar. Het signaallampje past zich aan de werking van het audiosignaal aan. Audio signals 1 Shutter FX 1 CustomRecord – Volume 2 Power off 3 min.
Opname eigen geluid (Custom FX recording) Het is mogelijk een eigen geluidseffect op te nemen voor het autofocus-signaal en het maken van de opname. De camera gebruikt een audio-signaal dat aangeeft dat de camera heeft scherpgesteld. Wilt u zelf een sluitereffect opnemen, selecteer dan of het scherpstelsignaal (Focus signal) of het ontspangeluid (Shutter FX) van de camera in de optie Cust. FX rec. van het setup-menu Tijdens de routine passeert een aantal meldingen.
Test custom recording? Yes Next Wilt u het geluidseffect opslaan en daarmee een eerder opgenomen effect vervangen, selecteer dan “Yes” en bevestig het. “No” heft de handelingen op. Save custom recording? Yes Wilt u de opname testen, selecteer dan “Yes” en bevestig het. Tijdens de weergave regelt u het volume met de zoomtoets, via het menu heft u de weergave op. Selecteer “Next” en bevestig dit om verder te gaan.
Alles terugzetten op standaard (Reset default) Deze functie geldt voor alle standen. Na selectie verschijnt een bevestigingsscherm; “Yes” kiezen zet onderstaande instellingen terug op standaard, met “No” verandert er niets. Scherpstelveld 96 Groot AF-gebied blz. 61 Flitsstand Automatisch flitsen blz. 32 Transportstand Enkelbeeldtransport blz. 44 Beeldgrootte (foto) 2048 x 1536 blz. 48 Beeldkwaliteit Standaard blz. 48 Witbalans (foto/film) Auto blz. 50 Toetsfuncties aanpassen Uit blz.
Opnamestand (Film/audio-menu) Film blz. 66 Beeldgrootte (film) 320 x 240 blz. 66 Beeldfrequentie 15 bps blz. 66 Filmstand Standaard blz. 66 Datum printen (DPOF) Uit blz. 85 Beeldgrootte (E-mail-kopie) 640 x 480 blz. 86 Helderheid LCD-monitor Normaal blz. 91 Geheugen bestandsnummers Uit blz. 92 Mapnaam Standaard blz. 92 Audiosignalen 1 blz. 93 Shutter FX 1 (eigen opname gewist) blz. 93 Volume 2 blz. 95 Periode automatische uitschakeling 3 minuten blz.
Datum en tijd Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een opname maakt worden datum en tijd bij de beeldinformatie opgeslagen; bij weergave worden ze afgebeeld in de weergavestand en bij gebruik van de DiMAGE Viewer software die op de CD-ROM zit. De klok van de camera wordt ook gebruikt voor datum in beeld (blz. 49). Kijk op blz. 22 voor het instellen van klok en kalender.
OVERSPEELSTAND Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u de camera op een computer aansluit. Informatie over gebruik en installatie van de DiMAGE Viewer software vindt u in de meegeleverde software-gebruiksaanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over het werken met computers en hun besturingssystemen; kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzigen die bij de computer zijn geleverd.
Camera op een computer aansluiten Controleer of de batterijen voldoende capaciteit hebben voordat u de camera op de computer aansluit. Gebruik van de lichtnetadapterset (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterijen. Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 102 te lezen over de installatie van de noodzakelijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten. 1 Start de computer. Zet de computer aan voordat u de camera aansluit. 2.
Wanneer de USB-verbinding tot stand is gebracht verschijnt er een drive-symbool of “volume” in Deze Computer of op het bureaublad; de naam varieert per geheugenkaart. Werkt u met Windows XP of Mac OS X, dan verschijnt er een scherm waarin wordt gevraagd wat er met de beeldinformatie moet gebeuren; volg de instructies in het venster. Herkent de computer de camera niet, ontkoppel dan de camera en herstart de computer. Herhaal de aansluitprocedure.
Verbinding met Windows 98 en 98SE De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïnstalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hiervoor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CDROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt. Volg daarna verder de instructies op het scherm.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 100). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt. Plaats de DiMAGE Viewer CD-ROM in de CD-ROM-drive. Klik op Volgende. Kies voor zoeken van een geschikte driver (stuurprogramma). Klik op Volgende. Kies voor zelf de locatie van de driver opgeven.
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf, of USBSTRG.inf. De letter die de CDROM-drive aangeeft varieert per computer. Klik op Volgende om de driver in het systeem te installeren. Het laatste venster bevestigt de installatie van de driver. Klik op Voltooien om de wizard af te sluiten. Start de computer opnieuw op.
Automatische uitschakeling - data-overspeelstand Ontvangt de camera binnen tien minuten geen lees- of schrijfcommando, dan schakelt hij zichzelf uit om stroom te sparen. Dan kan er op het computerscherm een melding verschijnen dat er een apparaat niet op de juiste wijze werd uitgeschakeld/ontkoppeld. Klik dan op OK. Noch de camera noch de computer lopen hiervan nadelige gevolgen op. Maak de USB-kabel los en zet de camera uit.
Map-indeling op de geheugenkaart Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Beeldmappen vindt u in de DCIM map. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen. Drive icoon Dcim 100KM002 PICT0001.JPG Fine, standard, of economy beeld 106 Misc De misc. map bevat DPOF print bestanden (blz. 84). 10140124 PICT0001.
Beeldbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een jpg of mov extensie. Voice memo’s en gesproken commentaren hebben een .wav extensie en hun bestandsnaam correspondeert met die van hun beeldbestand. Audio-opnamen hebben ook de wav. extensie. Wilt u beelden kopiëren, sleep ze dan naar een locatie. De extensie .jpg wijst op een foto, de extensie .mov op een filmbestand. E-mail-kopie-beelden worden geplaatst in een map waarvan de naam eindigt met “EM.
Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen Windows®XP, 2000 Professional en Me Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van hardware, op de taakbalk. Er verschijnt een klein venster, met daarin het apparaat dat kan worden gestopt. Klik op het kleine venster om het apparaat te stoppen.
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en klik op “Stop”. Er verschijnt een bevestigingsscherm met de apparaten die worden gestopt. Door op “OK” te klikken stopt u het apparaat. Een derde en laatste scherm verschijnt; het geeft aan dat de camera veilig kan worden ontkoppeld; klik op “OK”. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Windows®98/98 Second Edition Controleer dat het toegangslampje niet brandt.
Geheugenkaart verwisselen - overspeelstand Verwijder nooit de kaart als het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen Windows®XP, 2000 Professional en Me 1. 2. 3. 4. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 108). Zet de camera uit. Verwissel de geheugenkaart. Zet de camera aan om de USB verbinding tot stand te brengen. Windows®98 en 98 Second Edition 1. Zet de camera uit. 2. Verwissel de geheugenkaart. 3.
Sluit de camera op de printer aan met de USB-kabel van de camera. De grote stekker van de kabel wordt aangesloten op de printer. Schuif de deksel van de USB-aansluiting van de camera open en steek de kleine stekker in de camera. Zet de camera aan. Het PictBrdige scherm verschijnt automatisch. Beelden voor printen selecteren U kunt individuele foto’s voor printen selecteren in het PictBridge scherm. Kijk voor andere printopties bij de informatie over navigeren door het menu (blz. 113).
No. of prints: 7 Print size: Printer setup Layout: Printer setup Print quality: Printer setup Data print: Printer setup Het aantal prints in de print-run verschijnt, samen met de print-parameters die met het menu werden geselecteerd. Kijk in de tekst over navigeren door het menu voor meer informatie. Druk op de stuurtoets om het printen te starten, of druk op de menu-toets om terug te keren naar het PictBridge scherm.
Navigeren door het PictBridge-menu Navigeren door het menu is eenvoudig. Druk op de menu-toets om het menu in- en uit te schakelen. Stuur de cursor met de stuurtoets en verander de instellingen in het menu. Indrukken van de stuurtoets selecteert menu-opties en doet instellingen ingaan. Druk op de menutoets om het PictBridge-menu te activeren. Gebruik de links/rechtstoetsen om de juiste menutab te markeren; de menu’s veranderen als de tabs worden gemarkeerd.
Batch print – Index print – Welke opties u kunt instellen verschilt per printer. Serieprinten (Batch print) Batch print in sectie 1 van het menu selecteert alle foto’s op de geheugenkaart om te worden geprint. Is de optie All frames geselecteerd, dan wordt er een scherm geopend, waarin u kunt opgeven hoeveel exemplaren u van elke foto wilt. Twintig is het maximum. Met de Reset-optie heft u alle veranderingen op die werden uitgevoerd in het printselectiescherm.
Afmetingen (Sizes) De papierformaten varieren per regio. De optie Paper size is gebonden aan formaten die in bepaalde regio's worden gebruikt. Layout De layout van de print kan worden ingesteld. De optie Printer-setup gebruikt de layout-parameters van de printer. Randloos printen kan ook vanuit de camera worden opgegeven, net als het aantal beelden per pagina. Paper size Printer setup Sizes N.
DPOF print – DPOF print Met DPOF print in sectie 3 kunt u foto’s en een index print, geselecteerd met de opties DPOF printing in sectie 3 van het weergavemenu, printen met een DPOF compatible PictBridge printer. Selecteer eenvoudigweg de optie Start om de procedure te beginnen. De optie Transfer mode in sectie 3 van het Setup-menu moet worden ingesteld op “Data storage” om DPOF print te kunnen gebruiken.
Opmerkingen over storingen bij het printen Doet er zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het opraken van het papier, volg dan de aanbevolen procedure voor de printer; voor de camera hoeft u geen actie te ondernemen. Doet er zich een belangrijke printerstoring voor, druk dan op de zoomtoets om de procedure te stoppen. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de printer hoe u het onderhavige printerprobleem dient op te lossen.
Systeemeisen online camera Om de de camera op de computer aan te sluiten en als online camera te gebruiken dient de computer te zijn uitgerust met een USB-aansluiting als standaard interface. De computer en het besturingssysteem moeten van de zijde van de fabrikant gegarandeerd geschikt zijn verklaard voor USB-gebruik. Kijk hiernaast voor de systeemeisen. De remote-camera driver software moet worden geïnstalleerd.
Het venster van de InstallShield Wizard verschijnt. Klik op “Next>” om verder te gaan. De software-overeenkomst verschijnt. Gaat u akkoord, klik dan op “Yes” om verder te gaan. Lees de overeenkomst goed door voordat u verder gaat. gaat u niet akkoord, klik dan op “No” om het installatieprogramma te verlaten. Er verschijnt een installatie-bevestigingsscherm. Wilt u de remote camera driver te installeren, klik dan op ”Yes”. De “No” knop heft de handelingen op zonder de driver te installeren.
Aansluiten van de online camera Voordat de camera op een computer kan worden aangesloten dient de remote camera driver te zijn geïnstalleerd, zie blz. 118. Wanneer de camera op een computer wordt aangesloten dient de accu van de camera volledig te zijn geladen. Het gebruik van de lichtnetadapterset (apart leverbaar) verdient de voorkeur boven gebruik van de accu. Gebruikers van Windows 98SE moeten eerst de USB driver installeren voordat ze de camera op een computer aansluiten (blz. 102). 1.
Opmerkingen over cameragebruik Gebruikt u de camera als online camera dan worden belichting, witbalans en cameragevoeligheid op auto ingesteld. De optische en 4X digitale zoom zijn beschikbaar. Er zijn geen menu-instellingen mogelijk. De monitor kan niet worden uitgeschakeld. De flitser is uitgeschakeld, evenals audio. U kunt indien nodig de scherpstelling bijregelen door de ontspanknop half in te drukken.
APPENDIX Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Is het probleem hiermee niet op te lossen, neem dan contact op met de Technische Dienst van Konica Minolta. Probleem De camera werkt niet. Symptoom Er verschijnt niets op de LCD-monitor. Oorzaak De batterij is leeg. Vervang de batterij (blz. 14). De automatische uitschakeling heeft de camera uitgezet. Zet de camera met de hoofdschakelaar weer aan.
Probleem Symptoom Scherpstelsignaal is rood. Opnamen zijn niet scherp. De opnamen zijn bij weinig licht zonder flits gemaakt. Oorzaak Oplossing Onderwerp is te dichtbij. Let goed op dat onderwerp binnen scherpstelbereik ligt (blz. 30). Speciale scherpstelsituatie, waarin camera niet goed kan scherpstellen (blz. 31). Gebruik scherpstelvergrendeling om in te stellen op ander onderwerp op gelijke afstand (blz. 30).
Over het snoer van de Lithium-ion Batterijlader Het meegeleverde lichtnetsnoer is afgestemd op het voltage in de verkoopregio. Gebruik het snoer van de lader alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld.
Indicatielampje zoeker Het indicatielampje naast de zoeker geeft informatie over de status van de camera. Het lampje kan groen, rood en oranje licht geven, en het kan continu branden of knipperen (met twee verschillende frequenties). Kleur Status Brandt Groen Knippert langzaam Knippert snel Betekenis Camera is opnamegereed. Waarschuwing voor cameratrilling - sluitertijd is langer dan goed is om veilig uit de hand te kunnen fotograferen. Gebruik de flitser (blz. 32) of een statief.
De driver-software verwijderen – Windows 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USB-kabel met elkaar. 2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst. Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op de categorie “prestaties en onderhoud” (“performance and maintenance”). Klik op “Systeem” om het venster met systeemeigenschappen te openen. 3.
Onderhoud en opslag Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben. Onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. • Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
Geheugenkaarten SD geheugenkaarten en MultiMediaCards worden vervaardigd met elektronische precisiecomponenten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie: • Onjuist gebruik van de kaart. • Verbuigen, laten vallen en blootstellen aan stoten. • Hitte, vocht en direct zonlicht. • Statische elektrische ontlading en sterke elektromagnetische velden bij de kaart.
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden • Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 40°C. • Laat de camera nooit achter in een omgeving waarin het erg warm kan worden, zoals in een auto die in de zon staat, of waar het erg vochtig is. • Brengt u de camera van een koude naar een warme omgeving, doe hem dan in een goed afgesloten plastic zak om condensvorming te voorkomen. Laat de camera acclimatiseren en haal hem dan uit de plastic zak.
Technicsche gegevens Aantal effectieve pixels: CCD: Cameragevoeligheid (ISO): Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: Maximale lensopening: Brandpuntsafstand: Scherpstelbereik: Autofocus-systeem: Sluiter: Sluitertijden: Oplaadtijd ingebouwde flitser: Zoeker: Monitor-LCD: Beelddekking monitor: A/D-conversie: Opslagmedia: Bestandsformaten: Print Image Matching: Menutalen: Video-output: Batterij: Batterijprestaties (opname): 130 APPENDIX 3,2 miljoen 1/2,7-type interline complementary-color CCD met t
Bedrijfstemperatuur: Luchtvochtigheid: Circa 500 opnamen: gebaseerd op Minolta’s standaard testmethode: NP-200 lithium-ion batterij, SD geheugenkaart die bij de camera is geleverd, LCDmonitor uit, maximale beeldgrootte (2048 x 1536), standaard beeldkwaliteit, geen directe weergave, geen voice memo, flits gebruikt bij 50% van de beelden. Continu weergavetijd: circa 240 min: NP-200 lithium-ion batterij, LCD-monitor aan, geen audio-weergave.
© 2003 Konica Minolta Camera, Inc. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.