NL GEBRUIKSAANWIJZING 9222-2787-15 P-A306 ME-0306
VOORDAT U BEGINT Gefeliciteerd met uw aanschaf van dit Minolta product. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten. Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK Neem onderstaande waarschuwingen en opmerkingen goed door voordat u dit product gebruikt. WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan. Volg onderstaande waarschuwingen op: • Gebruik alleen batterijen van het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven type. • Plaats de batterijen niet met de polen (+/-) verkeerd om.
• Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken. • Haal camera of lader niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt, dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
• Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken. • Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of thinner.
PAS OP • Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat brandwonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan veroorzaken. • Lekken de batterijen, stop dan het gebruik van dit product. • Bij lang voortdurend gebruik wordt de camera warm.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen:: Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit). This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada. This device complies with Part 15 of the FCC Rules.
INHOUD In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 29 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 30 tot 33. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera op de computer aansluit. Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s.
Weergave - basishandelingen ..............................................................................................................30 Scherm enkelvoudige weergave..............................................................................................30 Beelden bekijken .....................................................................................................................31 Individuele beelden wissen...................................................................................
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................62 Voice memo's en gesproken commentaar afspelen................................................................62 Films afspelen .........................................................................................................................63 Navigeren door het hoofdmenu - weergavestand ...................................................................
Data-overspeelstand ............................................................................................................................89 Systeemeisen ..........................................................................................................................89 Camera op een computer aansluiten ......................................................................................84 Aansluiten op Windows 98 en 98SE .......................................................................
BENAMING VAN DE ONDERDELEN * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 107). Ontspanknop Hoofdschakelaar Objectief* Flitser (blz. 28) Zelfportretspiegel (blz. 41) AV-uitgang/ USB-aansluiting Kaartsleuf Voedingsaansluiting (blz. 16) Microfoon Waarschuwingslampje Deurtje batterijruimte (blz.
Schakelaar opnamestand (blz. 22) Stuureenheid Oogjes draagkoord (blz. 16) Menutoets Weergavetoets (blz.
VOORBEREIDING PLAATSEN VAN DE BATTERIJ Deze camera kan worden gevoed door twee AA alkaline batterijen of NiMH accu´s. Het gebruik van NiMH accu´s wordt sterk aanbevolen (werken langer en zijn oplaadbaar). De prestaties variëren per merk en type. Gebruikt u NI-MH batterijen, laad ze dan met een lader die geschikt is voor moderne elektronische apparatuur. Raadpleeg hiervoor uw handelaar. Lees voordat u de batterijen gebruikt de waarschuwingen op blz. 3 en 6 van deze gebruiksaanwijzing.
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de LCD-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt. Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat. Batterij half vol - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Dit symbool verschijnt wanneer de camera wordt ingeschakeld. De LCD-monitor gaat uit wanneer de flitser aan het laden is.
LICHTNETADAPTER (APART VERKRIJGBAAR) Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat. Met de lichtnetadapter AC-6L kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangesloten, en bij intensief gebruik. 1 Steek de mini-plug van de lichtnetadapter in de voedingsaansluiting (1). Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
Riem A gebruiken Draai het riem-oogje zo dat koord A erdoor kan.(1) 2 1 Steek de smalle lus van riem A door het oogje van de camera (2). Steek het andere eind van de riem door de lus en trek hem aan (3). 3 Riem A en B gebruiken 1 Steek de smalle lus van riem B het andere koord-oogje of de lus van koord A (1). 2 Steek het einde van riem B door het koppeloog van riem A (2). Steek de punt van riem B door de gesp en trek hem aan (3). 1 3 Schuif de vastzetring over de punt (4).
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat het flits/toegangslampje niet oranje knippert; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no-card” waarschuwing op de LCD-monitor; er kan dan één foto worden opgenomen (blz. 58).
OVER GEHEUGENKAARTEN De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bijvoorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen. De SD geheugenkaart heeft een beveiligingsschuifje, waarmee kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist.
DATUM EN TIJD INSTELLEN Als de camera voor de eerste maal wordt gebruikt moeten de klok en de kalender van de camera in het setup-menu worden ingesteld. Bij het opslaan van beeldbestanden worden datum en tijd van opname automatisch geregistreerd. Afhankelijk van de regio kan het ook nodig zijn de menu-taal in te stellen. Kijk voor het veranderen van de taal bij Camera-info op de volgende bladzijde. 1 Zet de camera aan door de hoofdschakelaar naast de ontspanknop in te drukken (1).
Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de toetsen van de stuureenheid verplaatst u de cursor en verandert u de menu-instellingen. Door de zoomtoets in te drukken selecteert u menu-opties en stelt u aanpassingen in. Gebruik de rechts-toets om sectie 3 bovenin het menu te activeren. Date/Time set Date format YYYY/MM/DD Video output NTSC Transfer mode Date storage Duw de zoomtoets omlaag om de menu-optie Date/Time set te markeren. Druk op de rechts-toets.
OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en 21 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt. VASTHOUDEN VAN DE CAMERA Bekijk het beeld op de LCD-monitor en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar. Zo staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed stilhouden.
GEBRUIK VAN HET ZOOMOBJECTIEF Deze camera is uitgerust met een uniek 4,8 - 14,4 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met dat van een 37 tot 111 mm objectief (kleinbeeld). Het wordt aangestuurd met de zoomtoets achterop de camera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar op de LCD-monitor. Om in te zoomen duwt u de zoomtoets (T) omhoog. Om uit te zoomen duwt u de zoomtoets (W) omlaag. Met de digitale zoomfunctie kunt u het zoombereik van het objectief vergroten.
WEERGAVE LCD MONITOR - BASIS LCD-monitor Opnamestand Flitsstanden (blz. 36) Beeldgrootte (blz. 43) Beeldkwaliteit (blz. 43) Batterijconditie (blz. 15) Scherpstelkader Waarschuwing cameratrilling (blz. 24) Transportstand (blz. 38) Opnameteller (blz. 44) Scherpstelsignaal (blz. 27) WAARSCHUWING CAMERATRILLING Is de gekozen sluitertijd te lang om zonder gevaar voor trilling uit de hand te fotograferen, dan verschijnt de waarschuwing voor cameratrilling op de monitor.
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN Zet de camera aan en schuif de schakelaar opnamestand in de opnamestand. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader op de LCD-monitor. • Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstelvergrendeling (blz. 26) gebruiken. 1 2 Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en belichting te vergrendelen. • De scherpstelsignalen (blz. 27) op de monitor bevestigen dat er is scherpgesteld.
SCHERPSTELVERGRENDELING Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onderwerp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop. Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader van de monitor.
SCHERPSTELSIGNALEN Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aangegeven met het scherpstelsymbool rechtsonder op de LCD-monitor. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet. Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal van de LCD-monitor is wit. De scherpstelling is vergrendeld. Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal van de LCDmonitor is groen en knippert snel.
FLITSSIGNALEN De flitsstandaanduiding op de LCD-monitor geeft de flitsstatus aan wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Tijdens het opladen van de flitser kan er geen foto worden gemaakt. Flitser wordt geladen - Flitsstandaanduiding is rood. Er kan geen opname worden gemaakt Flitser gereed - Flitsstandaanduiding is wit.
LCD-MONITORWEERGAVE - OPNAMESTAND Met ingedrukt houden van de centrale toets van de stuureenheid (zoomtoets) schakelt u de LCDmonitor om tussen volledige weergave en alleen live-beeld. Alleen live-beeld centrale toets van de stuureenheid (zoomtoets) Volledige weergave De aanduidingen voor de batterijconditie en datum in beeld kunnen bij weergave van alleen live-beeld toch verschijnen.
WEERGAVE - BASISHANDELINGEN Beelden kunnen worden bekeken in de weergavestand. Hier krijgt u informatie over de basishandelingen in de weergavestand. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 62. Druk op de weergavetoets als u beelden in de weergavestand wilt bekijken. Wilt u terug naar de opnamestand, druk dan opnieuw op de weergavetoets, of gebruik de schakelaar opnamestand SCHERM ENKELVOUDIGE WEERGAVE Gebruiksstand Vergroting (blz. 33) Beeldgrootte (blz. 43) Beeldkwaliteit (blz.
BEELDEN BEKIJKEN Gebruik in de weergavestand de links/rechtstoetsen van de stuureenheid om de beelden op de geheugenkaart te doorlopen (scrollen). Het scrollen gaat sneller als u de links/rechts-toetsen ingedrukt houdt. Centrale toets van de stuureenheid (zoomtoets) INDIVIDUELE BEELDEN WISSEN Wilt u een weergegeven beeld wissen, gebruik dan het hoofdmenu van de opnamestand.
LCD-MONITORWEERGAVE - WEERGAVESTAND Door ingedrukt houden van de zoomtoets schakelt u de LCD-monitor over van volledige weergave, naar alleen beeld, en weer terug. Centrale toets van de stuureenheid(zoomtoets) Alleen beeld Volledige weergave Indexweergave 32 WEERGAVE - BASISTECHNIEK Indexweergave kan worden opgeroepen door de zoomtoets omlaaggedrukt te houden totdat de index verschijnt. In indexweergave verplaatst u het gele kader rond de indexbeeldjes met de link/rechts-toetsen van de stuureenheid.
VERGROTE WEERGAVE Bij enkelvoudige weergave kan een foto worden vergroot tot 6 x, in stappen van 0,2 x. Druk, als het beeld dat u vergroot wilt weergeven op de monitor te zien is, de zoomknop omhoog om de vergrote weergave te activeren. De vergrotingsfactor wordt weergegeven op de LCD-monitor. Door de zoomtoets omhoog te drukken vergroot u het beeld. De zoomtoets omlaag drukken verlaagt de vegrotingsfactor. Door de zoomtoets in te drukken schakelt u over van volledige weergave naar alleen beeld en terug.
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN WEERGAVE LCD-MONITOR - GEAVANCEERD Microfoonaanduiding Portret (blz. 47) Kleurinstelling (blz. 46) Digitale zoom (blz. 55) Beeldgrootte (blz. 43) Beeldkwaliteit (blz. 43) Scherpstelkader (blz. 48) Transportstand (blz. 38) Opnameteller (blz. 44) Aanduiding datum in beeld (blz. 54) Scherpstelsignaal (blz. 27) Belichtingscorrectie Cameragevoeligheid (blz. 51) Witbalans (blz. 42) LCD-monitor Flitsstanden (blz.
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de opnamestand te activeren Gebruik de stuureenheid om de gewenste menu-optie te markeren Flash mode Druk de zoomtoets in om het gewenste menu-onderdeel te openen. Druk de zoomtoets omhoog/omlaag totdat de gewenste instelling gemarkeerd is. Met indrukken van de menutoets gaat u terug naar de opnamestand. Auto Redeye Fill flash Cancel Night Port. Gebruik de zoomtoets om de geselecteerde instelling aan te passen.
FLITSSTANDEN Auto Redeye Fill flash Cancel Night Port. Bij het maken van foto’s kan de flitser worden gebruikt. De flitsstand kan worden geselecteerd in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34). De actieve flitsstand wordt weergegeven in de linker bovenhoek van de LCD-monitor. Wordt de camera uitgeschakeld en is auto reset (blz.
Invulflits - De flitser wordt bij iedere opname ontstoken, ongeacht de hoeveelheid omgevingslicht. Invulflits kan worden gebruikt om harde schaduwen te verzachten die ontstaan bij sterk gericht licht, zoals zonlicht. Flitser uit - de flitser wordt niet ontstoken. Gebruik deze optie wanneer flitsfotografie verboden is, wanneer u wilt dat de natuurlijke lichtwerking behouden blijft, of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt.
TRANSPORTSTANDEN Met de transportstand regelt u de opname-methode. Op de monitor verschijnen symbolen voor de gekozen opnamemethode. De transportstand wordt gekozen in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34). Is auto reset (blz. 53) actief, dan wordt de transportstand teruggezet op enkelbeeld wanneer de camera wordt uitgezet. Enkelbeeldtransport - maakt een enkele opname per keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt. Dit is de standaardinstelling vande camera.
Zelfontspanner De zelfontspanner vertraagt het moment van de opname met ca. tien seconden na het indrukken van de ontspanknop. Hij stel de fotograaf in staat zelf op de foto te komen. De zelfontspannerstand wordt geselecteerd in de transportinstelling van het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34). Zet de camera op statief en bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de standaard opnamehandelingen (blz. 25). U kunt de scherpstelvergrendeling (blz. 26) gebruiken voor onderwerpen buiten het beeldcentrum.
Continu transport In deze stand kunt een serie beelden achtereen maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Het aantal beelden dat achtereen kan worden opgenomen en de opnamesnelheid zijn afhankelijk van de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte. Bij een beeldgrootte-instelling van 1600 X 1200 is de maximum snelheid 1,5 bps (beelden per seconde). Continu transport wordt geselecteerd met de transportinstelling van het hoofdmenu van de opnamestand(blz. 38).
Multi frame In de stand multi frame, maakt de camera na eenmaal drukken op de ontspanknop een serie van 9 snel opeenvolgende kleine opnamen en voegt ze samen in één beeld. Multi frame wordt geselecteerd met de transportinstelling van het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34). Tijdens de opname brandt het waarschuwingslampje vooral op de camera. De flitser wordt automatisch uitgeschakeld. Het is aan te bevelen multi frame alleen te gebruiken als er genoeg licht is om zonder flits te fotograferen.
WITBALANS Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweergave zorgen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze tussen daglichtfilm en kunstlichtfilm bij de conventionele fotografie. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstellingen beschikbaar voor het opnemen van foto’s en videobeelden. De witbalans-instelling wordt geregeld in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34) of het hoofdmenu van de filmopnamestand (blz.
BEELDGROOTTE EN BEELDKWALITEIT Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het bestand. Kies de beeldgrootte op basis van het beoogde gebruiksdoel van het beeld - kleine beelden zijn vooral bruikbaar voor internet-toepassingen, terwijl grotere formaten meer geschikt zijn voor bijvoorbeeld kwaliteitsafdrukken. FINE STD. ECON. LCD-monitor 1600 1280 640 Aantal pixels (hor. x vert.
Opnameteller en capaciteit opslagkaart Wordt de beeldgrootte gewijzigd, dan is er op de opnameteller te zien hoeveel opnamen er bij benadering bij deze instellingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen. Op één geheugenkaart kunnen beelden van uiteenlopende beeldgrootte worden opgeslagen. Het aantal beelden dat u op een geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van de kaart en de bestandsgrootte van de opnamen.
BELICHTINGSCORRECTIE Met de belichtingscorrectie kunt u ervoor zorgen dat de opname lichter of donkerder wordt, over een bereik van ±2 LW (lichtwaarde) in stappen van 1/3 LW bij foto- en filmopnamen. De correctiefactor blijft van toepassing totdat hij op 0 is gezet. De belichtingscorrectie kan worden ingesteld in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34) De belichtingscorrectie is instelbaar met de links/rechtstoetsen, mits belichtingscorrectie als toetsfunctie werd gekozen (blz. 50).
KLEURINSTELLING Foto’’s en films kunt u opnemen in kleur en vijf andere kleurinstellingen. Met de kleurinstelling kunt u kiezen voor zwartwit beelden, sepia beelden of zwartwitbeelden met een rode, groene of blauwe kleur. De kleurinstelling regelt u in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34) of in het hoofdmenu van de filmstand (blz. 60). Het live beeld van de monitor volgt de gekozen kleurinstelling. De gekozen kleurinstelling heeft geen gevolgen voor de bestandsgrootte. Is auto reset (blz.
PORTRET In de portretstand worden digitale effecten als een soft focus filter en gedeeltelijke overbelichting gebruikt om een aangenaam zachte weergave met natuurlijke huidtonen te krijgen. De tooncurve wordt aangepast waardoor helderheden rond de huidtoon meer gedifferentieerd worden weergegeven. Invulflits wordt standaard ingeschakeld om spitslichtjes in de ogen te krijgen.
NAVIGEREN DOOR HET OPNAMEMENU Door het menu-symbool in het hoofdmenu te kiezen verschijnt het opnamemenu op de LCD-monitor. Kijk op blz. 34 voor navigatie voor het hoofdmenu. Navigeren door het opnamemenu is eenvoudig. Met de links/rechts-toetsen en de zoomtoets verplaatst u de cursor en kunt u instellingen in het menu veranderen. Door de zoomtoets in te drukken selecteert u menu-opties en stelt u aanpassingen in. MENU Key func.
Beweeg de zoomtoets omhoog/omlaag om de nieuwe instelling te markeren. Druk de zoomtoets in om de instelling te selecteren Is een instelling geselecteerd, de keert de cursor terug naar de menu-opties, en de nieuwe instelling verschijnt. U kunt verder gaan met andere instellingen. Druk op de menu-toets om terug te keren naar het opnamemenu. 1 Key func. Sensitivity 2 Flash mode Exp.
TOETSFUNCTIES TOEWIJZEN U kunt aan de links/rechts-toetsen van de stuureenheid bepaalde functies toewijzen (flitsstand (flash mode), transportstand (drive mode), witbalans (white balance) en belichtingscorrectie (exposure compensation)) in section 1 van het opnamemenu. Standaard is er geen van deze functies toegewezen. Deze functies gelden ook voor de filmstand, behalve transportstand en flitsstand. Selecteer de optie Key func. in sectie 1 van het opnamemenu.
CAMERAGEVOELIGHEID - ISO Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheisinstellingen: Auto, 64, 100, 200, 400; de numerieke waarden zijn gebaseerd op een ISO-equivalent. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid: hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de film. De gevoeligheid kan worden ingesteld in sectie 1 van het opnamemenu. De auto-stand past de cameragevoeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tussen ISO 64 en ISO 200. Het is ook mogelijk zelf een vaste waarde te kiezen.
AUTO RESET (AUTOMATISCH TERUGZETTEN) Wanneer auto reset actief is, keren de volgende functies terug naar hun standaardinstelling als de camera uit wordt gezet. Auto reset staat standaard aan. Deze functie kan worden uitgezet in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 48). Flitsstand Transportstand Witbalans Cameragevoeligheid Belichtingscorrectie Weergave LCD-monitor Kleurinstelling Portret (blz. 36) (blz. 38) (blz. 42) (blz. 51) (blz. 45) (blz. 29) (blz. 46) (blz.
VOICE MEMO Met de voice memo functie kunt u bij een foto een geluidsbestand van maximaal 15 seconden opnemen. Deze functie wordt geactiveerd in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 53). Wanneer de functie actief is verschijnt het microfoon-symbool op de LCD-monitor. De functie moet worden geactiveerd voordat u een foto maakt en blijft actief totdat u hem via het menu weer uitschakelt. Na de opname van een foto verschijnt een scherm dat aangeeft dat de audioopname is gestart.
DATUM IN BEELD Het is mogelijk de opnamedatum en -tijd rechtstreeks in het beeld te laten opnemen. Deze functie moet worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. Is de functie eenmaal actief, dan worden de opnamen van datum voorzien totdat de functie wordt uitgeschakeld: er verschijnt een gele balk achter de opnameteller op de monitor om aan te geven dan de datum in het beeld wordt geplaatst.
DIGITALE ZOOM De digitale zoom wordt geactiveerd in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 48). De digitale zoom verlengt het telebereik van de optische zoom tot 4 X, in stappen van 0,1 X. De overgang tussen optische en digitale zoom is zonder onderbreking.
DIRECT TERUGZIEN Een foto kan direct na de opname twee seconden lang op de LCD-monitor worden weergegeven voordat hij wordt opgeslagen. Werd er gewerkt met de continu-stand (blz. 56), dan wordt het laatste beeld van de opnameserie weergegeven. U kunt directe weergave activeren in sectie 2 van het opname-menu (blz. 48). Bij gebruik van de stemopname-functie (voice memo) start de geluidsopname na de weergave van het beeld.
GEHEUGEN BESTANDSNUMMERS (#) Is het geheugen voor bestandsnummers geselecteerd en wordt er een nieuwe map aangemaakt, dan zal het eerste bestand dat in de map zal worden opgeslagen een nummer krijgen dat 1 hoger is dan het laatst opgeslagen bestand. Wordt het geheugen voor bestandsnummers uitgeschakeld, dan wordt het nummer van het beeldbestand 0001. Het geheugen voor bestandsnummers wordt geactiveerd in sectie 2 van het opnamemenu.
OPNAMEN MAKEN ZONDER GEHEUGENKAART Is er geen geheugenkaart in de camera geïnstalleerd, dan kan er één enkele foto worden opgenomen die vervolgens wordt opgeslagen in het buffergeheugen van de camera. Alleen het laatst opgenomen beeld wordt opgeslagen; elke keer dat u een foto maakt vervangt die het beeld dat in het geheugen is opgeslagen. Wordt de keuzeknop in een andere stand gezet of wordt de camera uitgezet, dan wordt het beeldbestand uit het buffergeheugen gewist.
FILMS OPNEMEN Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. De totale opnameduur varieert met de beeldgrootte en de capaciteit van de geheugenkaart; kijk voor meer informatie hoofdmenu-navigatie van filmopname, blz. 60. Bij filmopnamen kunnen bepaalde functies worden ingesteld, sommige zijn vast, andere zijn uitgeschakeld; zie hiervoor de opmerkingen op blz. 61. Schuif de schakelaar opnamestand in de stand voor filmopname.
HOOFDMENU-NAVIGATIE - FILMSTAND Als de filmstand is geactiveerd roept indrukken van de menu-toets het hoofdmenu van de filmstand op. De volgende vier opties zijn beschikbaar. 1. beeldgrootte (320 x 240 / 160 x 120) 2. belichtingscorrectie 3. witbalans 4. kleurinstelling 4 1 3 SETUP Door het setup-symbool in het midden te kiezen opent u het setup-menu. 2 Beeldgrootte heeft twee instellingen, 320 x 240 en 160 x 120.
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de filmstand te openen. Gebruik de stuureenheid om de gewenste menuopties te markeren SETUP Druk de zoomtoets in om de geselecteerde optie te openen. 320 X 240 160 X 120 Druk de zoom toets omhoog/ omlaag totdat de gewenste instelling is gemarkeerd. Druk de zoomtoets in om de gewenste instelling aan te passen. Door het setup-symbool in het midden te kiezen opent u het setup-menu, zie blz. 82.
WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u uw opnamen met uw camera kunt bekijken. De basishandelingen voor weergave vindt u op de bladzijden 30 t/m 33. Gedetailleerde beschrijvingen van de instellingen van het weergave-menu vindt u in de tekst over de navigatie door het weergave-menu. VOICE MEMO’S EN GESPROKEN COMMENTAAR AFSPELEN Voice memo’s (blz. 53) en audio-commentaren (blz. 71) kunnen worden afgespeeld in de weergavestand.
FILMS AFSPELEN Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om het film- of audiobestand weer te geven. Druk de zoom toets in om een filmbestand af te spelen. : play Filmbestand Druk de zoomtoets in om de filmweergave te pauzeren; opnieuw indrukken van de zoomtoets hervat het afspelen. ~ DREW Pause FWD FWD Vol „ ˚ Gebruik tijdens de weergave de zoomtoets om het volume te regelen en de links/rechts-toetsen om versneld terug en vooruit te gaan.
HOOFDMENU-NAVIGATIE - WEERGAVESTAND Druk wanneer de weergavestand actief is op de menu-toets om het hoofdmenu van de weergavestand te laten verschijnen. Daar kunt u de menu-opties instellen voor het beeld dat op de LCDmonitor te zien is, of voor het starten van bepaalde handelingen. De volgende acht opties zijn beschikbaar. 7 4 2 1 6 MENU 3 5 8 1. wissen - wis het weergegeven beeld (blz. 69) 2. vergrendelen - vergrendel het weergegeven beeld (blz. 70) 3.
NAVIGEREN DOOR HET WEERGAVEMENU MENU Door het menu-symbool in het hoofdmenu te selecteren gaat u naar het weergavemenu, waar u menu-opties voor meervoudige bestanden vindt en waar gedetailleerde instellingen voorhanden zijn. Op de volgende bladzijde ziet u de opties van de weergavestand. Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de stuureenheid stuurt u de cursor en verandert u de menu-instellingen. Door de zoomtoets in te drukken selecteert u de menu-opties en voert u aanpassingen uit.
Menu-opties in de Weergavestand 1 Delete Yes This frame All frames Marked frames Lock This frame All frames Marked frames Unlock all Copy favorites This frame Marked frames Rotate This frame Marked frames Image pasting Enter Kies “Yes” om de handeling uit te voeren, “No” heft de handeling op. Mapnaam Type beeld 2 Slide show Playback Duration Repeat Enter All frames Marked frames 1 - 60 sec.
3 DPOF set This frame All frames Marked frames Cancel all Yes / No This frame Marked frames 640 X 480 160 X 120 Index print E-mail Copy Image size Number of copies Yes No Folder name Kijk in de nu volgende teksten voor informatie over de menu-opties en hun instellingen. SETUP Drukt u de zoomtoets in als de setup-sectie is geselecteerd, dan gaat u naar het setup-menu (blz. 82).
BEELDSELECTIESCHERM Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Het biedt keuze uit een aantal beelden. Met de links/rechtstoetsen van de stuureenheid verplaatst u het selectiekader om het beeld te selecteren. Met omhoog drukken van de zoomtoets selecteert u het beeld; wanneer het beeld is gekozen verschijnt ernaast een aanduiding. Met omlaag drukken van de zoomtoets heft u de selectie op.
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN WISSEN (DELETE) Wissen verwijdert bestanden permanent. Een gewist beeld kan niet worden teruggehaald. Ga bij het wissen zeer zorgvuldig te werk. Delete Selecteert u in het hoofdmenu (blz. 64) het wis-symbool en drukt u de zoomtoets in, dan wist u het beeld dat op de LCD-monitor te zien is. Voordat een bestand wordt gewist verschijnt een bevestigingsscherm: “Yes” voert de handeling uit, bij „No“ wordt de handeling opgeheven. In sectie 1 van van het weergavemenu (blz.
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN VERGRENDELEN (LOCK) Lock Selecteert u in hert hoofdmenu (blz. 64) het vergrendelingssymbool en drukt u de zoomtoets in, dan vergrendelt u het beeld dat op de LCD-monitor te zien is. De vergrendeling kan alleen worden opgeheven door deze handeling te herhalen. In sectie 1 van het weergavemenu (blz. 65) kunt u meervoudige bestanden, alle bestanden of een enkel bestand beveiligen.
AUDIO-COMMENTAAR (AUDIO CAPTION) Aan een foto kan achteraf 15 seconden geluid worden toegevoegd. Deze functie vervangt ook een stem-memo (voice memo) dat bij een beeld is opgenomen. Audio-commentaar kan niet aan filmclips worden toegevoegd. Roep het beeld op waaraan u het gesproken commentaar wilt toevoegen. Is het beeld beveiligd, hef de beveiliging dan op via het hoofdmenu (blz. 64) of het menu van de weergavestand (blz. 65).
KOPIEER NAAR FAVORITE “FAVORITE” (COPY TO FAVORITE) Met de functie Copy to favorite slaat u een kopie van een foto in de map Favorite. Ongeacht het formaat van het origineel wordt er een economy 640 X 480 (VGA) JPEG-kopie gemaakt. Een map genaamd “FAVORITE” wordt aangemaakt, separaat van de oorspronkelijke map. Beelden met voice memo’s of audio-commentaar worden met hun audio-bestanden gekopieerd. Films kunnen niet worden gekopieerd. Kopieën van vergrendelde beelden worden niet vergrendeld.
Favorieten bekijken U kunt de Favorieten niet bekijken zonder Favorite in het hoofdmenu te activeren. Wilt u de Favorieten in het hoofdmenu activeren, houd dan de weergavetoets enkele seconden ingedrukt. Selecteer het Favorite symbool van het hoofdmenu met de stuureenheid en druk de zoomknop in. De laatste Favoriet verschijnt op de LCD-monitor met de aanduiding voor de favorite-stand. Zijn er geen beelden naar de map Favorite gekopieerd, dan verschijnt de boodschap No - image.
ROTEREN (ROTATE) Met de rotatiefunctie draait u het beeld zo dat het rechtopstaand te zien krijgt zonder dat dat camera op z’n kant hoeft te houden.Deze functie geldt voor het beeld dat wordt weergegeven Rotate wordt gekozen in het hoofdmenu (blz. 64). Het kan hier gaan om een aantal beelden tegelijk als om een enkel beeld wanneer u de instelling verandert in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 65).
sel. size move Image pasting Op de LCD-monitor verschijnen negen beeldtypen. Selecteer het gewenste kader met de stuureenheid. Druk de zoomknop in om de selectie te bevestigen. Na het kader te hebben gekozen kunt u de grootte van het kader bepalen. Er is keus uit drie niveaus; u maakt uw keuze door de zoomknop omhoog of omlaag te duwen. Druk de zoomtoets in om uw keuze te bevestigen.
DIASHOW (SLIDE SHOW) Selecteert u in het hoofdmenu (blz. 64) het symbool van de diashow en drukt u de zoomtoets in, dan begint de diashow vanaf het beeld dat op de LCD-monitor te zien is. Deze functie zorgt ervoor dat alle beelden op de geheugenkaart automatisch in volgorde worden weergegeven. In sectie 2 van het weergavemenu (blz. 65) kunt u de functies van de diashow in detail regelen. Instellingen die in sectie 2 van het menu worden gemaakt, zijn van invloed op de slide show functie in het hoofdmenu (m.
Menu-opties Instellingen Slide show (Diashow) Enter Hiermee start u de dia-vertoning. Druk op de zoomtoets om de presentatie even stil te zetten. Wilt u de diashow stoppen, druk dan tijdens de vertoning op de menu-toets; u gaat dan terug naar het weergavemenu. All frames Hiermee kiest u alle beelden in een map voor presentatie in een dia-show. Marked Frames Hiermee selecteert u specifieke beelden in de map voor weergave in een dia-show.
OVER DPOF Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto's te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer. Is een DPOF-bestand aangemaakt, dan wordt er op de geheugenkaart automatisch een 'misc.' map aangemaakt (blz. 96).
Kiest u voor een enkel beeld of voor alle beelden, dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld. Gebruik de zoomtoetsen om het gewenste aantal in te stellen. Werd de all frames instelling gebruikt om een printopdracht aan te maken, dan worden opnamen die daarna worden opgenomen niet geprint. DPOF-orderbestanden die met een andere camera zijn opgenomen worden opgeheven.
E-MAIL-KOPIE E-mail-kopie maakt een standaard 640 X 480 (VGA) of 160 x 120 (QVGA) JPEG-kopie van een origineel, dat makkelijk per e-mail kan worden verzonden. Werd er voor E-mail-kopie een beeld gekozen dat werd opgenomen in de economy-stand, dan verandert de beeldkwaliteit niet. E-mail-kopieën kunnen alleen op de oorspronkelijke kaart worden opgenomen De kopieerfunctie wordt geselecteerd in sectie 3 van het weergavemenu (blz. 65).
Camera-info De melding ”Copy unsuccessful” verschijnt wanneer een of alle beelden niet konden worden gekopieerd. Controleer de tweede geheugenkaart om te zien welke bestanden werden gekopieerd en herhaal de procedure voor de beelden die niet werden overgeschreven. BEELDEN OP TELEVISIE BEKIJKEN Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video-uitgang, waarmee u hem met behulp van de meegeleverde AV-kabel kunt aansluiten.
SETUP-MENU NAVIGEREN DOOR HET SETUP-MENU Delete Lock Copy Favorite Rotate Image Pasting SETUP enter Het setup-menu wordt geactiveerd vanuit alle gebruiksstanden: opnamestand, filmstand en weergavestand. In de opname- en weergavestand gaat u naar het menu en selecteert u het setup-symbool in de rechter bovenhoek: het setup-menu zal verschijnen. In de filmstand laat u het setup-menu verschijnen door het setup-symbool van het hoofdvenster te selecteren. Navigeren door het menu is eenvoudig.
1 LCD brightness Format Reset default Language Enter Enter Enter Japanese English Deutsch Français Español 2 Audio signals Shutter FX Volume Power off 1 2 Off 1 2 Off 1 (Low) - 3 (High) 1, 3, 5, 10, 30 min. Yes No LCDbrightness “Yes” kiezen in de bevestigingsschermen voert de bewerking uit, “No” heft dit op. Gebruik de links/rechts-toetsen om de helderheid van de monitor in te stellen; druk de zoomtoets in om het niveau vast te leggen.
HELDERHEID LCD-MONITOR De helderheid van de LCD-monitor is instelbaar in 11 niveaus. Het scherm voor instelling van de helderheid wordt geopend in sectie 1 van het setupmenu (blz. 82). Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid (1) om de helderheid in te stellen; het beeld op de monitor past zich aan het ingestelde niveau aan. Druk de zoomtoets in (2) om de instelling vast te leggen.
ALLES TERUGZETTEN OP STANDAARD (RESET DEFAULT) Deze functie geldt voor alle standen. Na selectie verschijnt een bevestigingsscherm; “Yes” kiezen zet onderstaande instellingen terug op standaard, met “No” verandert er niets. Reset default kunt u activeren in sectie 2 van het setup-menu (blz. 74) Digitale zoom Transportstand Flitsstand Beeldkwaliteit Beeldgrootte (foto) Beeldgrootte (film) Belichtingscorrectie Cameragevoeligheid (ISO) Uit Enkelbeeld Automatisch flitsen Standaard 1600 x 1200 320 x 240 0.
TAAL De taal van de menu’s is instelbaar. De taal wordt geselecteerd in sectie 1 van het setup-menu (blz. 82). AUDIOSIGNALEN Elke keer dat er op een knop wordt gedrukt geeft een audiosignaal een bevestiging. U kunt de audiosignalen uitzetten in sectie 2 van het setup-menu (blz. 82). Twee audiosignalen zijn beschikbaar. Bij elk ervan brandt het waarschuwingslampje op een eigen wijze.
SHUTTER FX Drukt u de ontspanknop geheel in, dan geeft een geluidseffect een bevestiging van de opname. Het geluid kan worden uitgeschakeld in sectie 2 van het setup-menu (blz. 82). Er zijn drie sluitergeluiden beschikbaar: signaal 1 is mechanisch, signaal 2 is elektrisch, signaal 3 is een zelf op te nemen geluid. Het mechanische sluitergeluid is afkomstig van de legendarische Minolta CLE, een compacte meetzoekercamera die het meesterstuk betekent in het Leitz-Minolta CL project.
DATUM EN TIJD Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een opname maakt worden datum en tijd bij de beeldinformatie opgeslagen; bij weergave worden ze afgebeeld in de weergavestand en bij gebruik van de DiMAGE Viewer software die op de CD-ROM zit. De klok van de camera wordt ook gebruikt voor datum in beeld (blz. 49). Kijk op blz. 20 voor het instellen van klok en kalender.
OVERSPEELSTAND Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u de camera op een computer aansluit. Informatie over gebruik en installatie van de DiMAGE Viewer software vindt u in de meegeleverde software-gebruiksaanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over het werken met computers en hun besturingssystemen; kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzigen die bij de computer zijn geleverd.
CAMERA OP EEN COMPUTER AANSLUITEN Controleer of de batterij voldoende capaciteit heeft voordat u de camera op de computer aansluit. Gebruik van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterij. Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 86 te lezen over de installatie van de noodzakelijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten. 1 Start de computer. Zet de computer aan voordat u de camera aansluit. 2.
Wanneer de camera juist op de computer is aangesloten verschijnt er een drive-symbool of “volume”. Werkt u met Windows XP of Mac OS X, dan verschijnt er een scherm waarin wordt gevraagd wat er met de beeldinformatie moet gebeuren; volg de instructies in het venster. Herkent de computer de camera niet, ontkoppel dan de camera en herstart de computer. Herhaal de aansluitprocedure. Windows XP Mac OS X Windows Mac OS Mac OS X De naam kan per geheugenkaart verschillen.
AANSLUITEN OP WINDOWS 98 EN 98SE De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïnstalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hiervoor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CDROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt. Volg daarna verder de instructies op het scherm.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 90). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt. Plaats de DiMAGE Viewer CD-ROM in de CD-ROM-drive. Klik op “Volgende” (“Next”). Kies de aanbevolen zoekmethode voor een geschikte driver (stuurprogramma). Klik op “Volgende” (“Next”).
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf, of USBSTRG.inf. De letter die de CD-ROM-drive aangeeft varieert per computer. Klik op “Next” om de driver in het systeem te installeren. Het laatste venster bevestigt de installatie van de driver. Klik op “Voltooien” (“Finish”) om de wizard af te sluiten. Start de computer opnieuw op.
QUICKTIME SYSTEEMEISEN IBM PC / AT Compatible Pentium computer Windows 95, 98, 98SE, NT, Me, 2000 Professional of XP. 32MB of meer RAM Sound Blaster of compatible geluidskaart DirectX 3.0 of later aanbevolen Volg voor het installeren van QuickTime de instructies van het installatieprogramma. Macintosh gebruikers kunnen de laatste versie van QuickTime gratis downloaden op de Apple Computer website: http://www.apple.com.
MAP-INDELING OP DE GEHEUGENKAART Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen. Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen. Formatteer een geheugenkaart nooit vanuit de computer, doe dat altijd met de camera.
Beeldbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een jpg of mov extensie en dezelfde naam als het beeld. Audio-opnamen hebben ook een wav extensie en de bestandsnaam correspondeert met hun beeldbestand. E-mail-kopie-beelden worden geplaatst in een map waarvan de naam eindigt met “EM.” Favorite Copy beelden worden geplaatst in een map met de naam “FAVORITE”.
CAMERA VAN DE COMPUTER LOSKOPPELEN Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen Windows 98 / 98 Second Edition Controleer of het toegangsglampje niet rood brandt. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van hardware, op de taakbalk.
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en klik op “Stop.” Er verschijnt een bevestigingsscherm met de apparaten die worden gestopt. Door op “OK” te klikken stopt u het apparaat. Een derde en laatste scherm verschijnt; het geeft aan dat de camera veilig kan worden ontkoppeld; klik op “OK”. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
GEHEUGENKAART VERWISSELEN - OVERSPEELSTAND Verwijder nooit de geheugenkaart als het toegangslampje rood brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen Windows 98 en 98 Second Edition 1. Zet de camera uit 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen. Windows ME, 2000 Professional en XP 1. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 98). 2. Zet de camera uit. 3. Verwissel de geheugenkaart. 4.
Sluit de camera op de printer aan met de USB-kabel. De grootste van de twee stekkers gaat in de printer. Schuif het deksel van de USB-aansluiting open en steek de kleine stekker in de camera. Zet de camera aan met de keuzeknop: u kunt de knop in elke stand zetten. Het USB Direct Print scherm verschijnt. Aantal prints in de printopdracht. Schuine streep betekent dat het bestand niet kan worden geprint.
OPMERKINGEN OVER PRINTFOUTEN Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpender printerfout voor, druk dan op de zoomtoets om de printroutine af te breken. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de printer voor de te volgen procedure voor het probleem.
DPOF-BESTANDEN PRINTEN De DPOF-print-optie van het USB DIRECT PRINT menu stelt u in staat JPEG (fijn, standaard en economy) beelden en een index print (geselecteerd met de DPOF print-opties in het weergavemenu) te printen met een Epson USB DIRECT-PRINT compatible printer. Zie blz. 78 voor het aanmaken van een DPOF-bestand. Controleer voor elke print-run de printer-instellingen; kijk voor extra informatie in de printer-handleiding.
SYSTEEMEISEN ONLINE CAMERA Om de de camera op de computer aan te sluiten Minimum systeemeisen en als online camera te gebruiken dient de comPentium II 300 MHz of later puter te zijn uitgerust met een USB-aansluiting als standaard interface. De computer en het beWindows 98 Second Edition, Me, sturingssysteem moeten van de zijde van de 2000 Professional en XP (Home, Professional) fabrikant gegarandeerd geschikt zijn verklaard 128MB of RAM. 256MB met Windows XP. voor USB-gebruik.
Het venster van de InstallShield Wizard verschijnt. Klik op de next knop (vervolgen) om verder te gaan. De software-overeenkomst verschijnt. Gaat u akkoord, klik dan op yes om verder te gaan. Lees de overeenkomst goed door voordat u verder gaat. gaat u niet akkoord, klik dan op no om het installatieprogramma te verlaten. Er verschijnt een installatie-bevestigingsscherm. Wilt u de remote camera drive installeren, klik dan op yes. De noknop heft de handelingen op zonder de driver te installeren.
AANSLUITEN VAN DE ONLINE CAMERA Voordat de camera op een computer kan worden aangesloten dient de remote camera driver te zijn geïnstalleerd, zie blz. 104. Wanneer de camera op een computer wordt aangesloten dient de accu van de camera volledig te zijn geladen. Het gebruik van de lichtnetadapter (apart leverbaar) verdient de voorkeur boven gebruik van de accu. Gebruikers van Windows 98SE moeten eerst de USB driver installeren voordat ze de camera op een computer aansluiten (blz. 92). 1.
OPMERKINGEN OVER CAMERAGEBRUIK Gebruikt u de camera als online camera dan worden belichting, witbalans en cameragevoeligheid op auto ingesteld. De optische en 4X digitale zoom zijn beschikbaar. Er zijn geen menu-instellingen mogelijk. De flitser is uitgeschakeld, evenals audio. U kunt indien nodig de scherpstelling bijregelen door de ontspanknop half in te drukken.
APPENDIX PROBLEMEN OPLOSSEN Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande problemen of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opnemen met de Technische Dienst van Minolta. Probleem De camera werkt niet. Symptoom APPENDIX Oplossing Batterij is leeg. Vervang batterij (blz. 14). De automatische uitschakeling heeft de camera uitgezet. Zet de camera met de hoofdschakelaar weer aan.
Probleem Er kan geen foto worden gemaakt. Symptoom Oorzaak Op de monitor verschijnt de “card locked” waarschuwing. De geheugenkaart is vergrendeld. Hef de vergendeling van de kaart op (blz. 19). Onderwerp is te dichtbij. Let goed op dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik bevindt (blz. 26). Een van de speciale scherpstelsituaties doet zich voor, waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 27).
DE DRIVER-SOFTWARE VERWIJDEREN – WINDOWS 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USBkabel met elkaar. 2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst. Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op de categorie “prestaties en onderhoud” (“performance and maintenance”). Klik op “Systeem” om het venster met systeemeigenschappen te openen. 3.
ONDERHOUD EN OPSLAG Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben. Onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. • Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
Geheugenkaarten SD geheugenkaarten en MultiMediaCards worden vervaardigd met elektronische precisiecomponenten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie: • Onjuist gebruik van de kaart. • Verbuigen, laten vallen en blootstellen aan stoten. • Hitte, vocht en direct zonlicht. • Statische elektrische ontlading en sterke elektromagnetische velden bij de kaart.
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden • Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 40°C. • Laat de camera nooit achter in een omgeving waarin het erg warm kan worden, zoals in een auto die in de zon staat, of waar het erg vochtig is. • Brengt u de camera van een koude naar een warme omgeving, doe hem dan in een goed afgesloten plastic zak om condensvorming te voorkomen. Laat de camera acclimatiseren en haal hem dan uit de plastic zak.
TECHNISCHE GEGEVENS Aantal effectieve pixels: CCD: Cameragevoeligheid (ISO): Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: Maximale lensopening: Brandpuntsafstand: Scherpstelbereik: Autofocus-systeem: Sluiter: Sluitertijden: Oplaadtijd ingebouwde flitser: Monitor-LCD: Beelddekking monitor: A/D-conversie: Opslagmedia: Bestandsformaten: Print Image Matching: Menutalen: Video-output: Batterijen Batterijprestaties (opname): 114 APPENDIX 2,0 miljoen 1/3,2-type interline primary-color CCD met totaal 2,1 milj
Batterijprestaties (weergave): Externe voeding: Afmetingen: Gewicht: Bedrijfstemperatuur: Luchtvochtigheid: Circa 230 opnamen: gebaseerd op Minolta’s standaard testmethode: Ni-MH batterijen, LCD-monitor uit, maximale beeldgrootte (1600 x 1200), standaard beeldkwaliteit, geen directe weergave, geen voice memo, flits gebruikt bij 50% van de beelden. Continu weergavetijd (benadering): 260 min. met alkalinebatterijen. Gebaseerd op Minolta’s standaard testmethode Continu weergavetijd (benadering): 300 min.
24-uurs ondersteuning voor onze digitale producten vindt u op www.minoltasupport.com. Camerakennis, beeldcompositie, digitale beeldbewerking: ontdek Minolta’s nieuwe internetwereld, bezoek www.minoltaphotoworld.com ©2003 Minolta Co., Ltd. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.